Pompwerking en ruimteverwarming:
Wanneer een kamerthermostaat aangesloten is op het apparaat bij een verwarmingsverzoek van de kamerthermostaat,
wordt het apparaat actief tot de beoogde waterlooptemperatuur is bereikt die in het bedieningspaneel is ingesteld. Het
apparaat wordt inactief wanneer de kamertemperatuur boven de het instelpunt van de thermostaat komt. Circulatiepompen
(1.7) en (10) worden ook inactief. De kamerthermostaat wordt hier gebruikt als een schakelaar.
FHL1
FHL2
FHLn
11
8.1 Toepassing 1
Ruimteverwarming met kamerthermostaat aangesloten op het apparaat.
De onderstaande toepassing zijn uitsluitend ter illustratie.
8 TYPISCHE TOEPASSINGEN
OPMERKING
1
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
2
3
Buitenunit
Manometer
Overdrukklep
Expansievat
Platenwarmtewisselaar
Ontluchtingsventiel
Stroomschakelaar
P_i: Circulatiepomp in het apparaat
Y-filter
Stopklep (niet meegeleverd)
Assemblage-unit
Assemblage-unit
Codering
Codering
4
5
6
7
8
8.1
8.2
9
10
11
FHL 1…n
Bedrade controller
Kamerthermostaat (niet meegeleverd)
Aftapkraan (niet meegeleverd)
Vulklep (niet meegeleverd)
Balanstank (niet meegeleverd)
Ontluchtingsventiel
Aftapkraan
Expansievat (niet meegeleverd)
P_o: Buitencirculatiepomp (niet meegeleverd)
Collector/distributeur (niet meegeleverd)
Vloerverwarmingscircuit (niet meegeleverd)
8.1
8.2
2 3
6 7
8
----
----
9
T
10
11
4
5
1
1.5
1.4
1.2
1.3
1.7
1.6
1.1
Het volume van de balanstank(8) moet groter zijn dan 40 L. De afvoerklep (6) moet op de laagste positie van het
systeem worden geïnstalleerd. Pomp_o (10) moet worden aangestuurd door de buitenunit en worden aangesloten op
de overeenkomstig poort in de buitenunit (zie
“9.7.6 Aansluiting van andere componenten / Voor
buitencirculatiepomp P_o”
).
Summary of Contents for AW-WHPMA18-H93
Page 2: ......
Page 78: ...NOTE...
Page 154: ...REMARQUE...
Page 230: ...HINWEIS...
Page 306: ...OPMERKING...
Page 382: ...NOTA...
Page 458: ...NOTATKI...
Page 459: ...NOTATKI...