15
De maximale levensduur van de A.HABERKORN kunststof en textielproducten bedraagt bij optimale opslag en zonder gebruik 12
jaar vanaf de productiedatum.
Maximale gebruiksduur 10 jaar
De maximale gebruiksduur bij incidenteel, correct gebruik zonder zichtbare slijtage en bij optimale opslag bedraagt 10 jaar vanaf de
eerste gebruiksdatum.
Opslagduur 2 jaar
De opslagduur vóór eerste gebruik zonder vermindering van de maximale gebruiksduur bedraagt 2 jaar vanaf de productiedatum.
Bij opvolging van alle aanwijzingen over de veilige behandeling en opslag kunnen de volgende
niet bindende
advieswaarden
worden gegeven
over de levensduur:
•
Intensief dagelijks gebruik
– minder dan 1 jaar
•
Regelmatig gebruik gedurende het hele jaar
– 1 jaar tot 2 jaar
•
Regelmatig gebruik tijdens een seizoen
– 2 jaar tot 3 jaar
•
Incidenteel gebruik (één keer per maand)
– 3 tot 4 jaar
•
Sporadisch gebruik
– 5 jaar tot 7 jaar
Metalen onderdelen zoals gespen, karabiners, enz. ...:
De levensduur van metalen onderdelen is in principe onbegrensd, maar ook metalen onderdelen moet regelmatig getest worden op
beschadiging, vervorming, slijtage en functioneren.
Bij de inzet van verschillende materialen voor één product wordt de gebruiksduur bepaald door het meest gevoelige materiaal.
Extreme gebruiksomstandigheden kunnen de verwijdering van een product na één keer gebruiken noodzakelijk maken (aard en
intensiteit van het gebruik, gebruiksomgeving, agressieve omgeving, scherpe randen, extreme temperaturen, chemicaliën, enz. ...).
Een PVb moet in ieder geval worden verwijderd:
•
bij beschadiging van dragende en voor de veiligheid essentiële onderdelen, zoals gordelbanden en naden (scheurtjes,
insnijdingen of andere zichtbare beschadiging)
•
bij beschadiging van kunststof en/of metalen onderdelen
•
na een val of na zware belasting
•
na afloop van de gebruiksduur
•
wanneer een product niet langer veilig of betrouwbaar lijkt
•
wanneer het product verouderd is en niet meer aan de technische normen voldoet (wijziging van de wettelijke
bepalingen, normen en voorschriften, incompatibiliteit met andere uitrusting, enz. ...)
•
wanneer de voor-/gebruiksgeschiedenis niet bekend of onvolledig is (testlogboek)
•
wanneer de merktekens van het product niet langer beschikbaar of leesbaar zijn of ontbreken (ook gedeeltelijk)
•
wanneer de gebruiksaanwijzing/ testlogboek van het product ontbreekt
(omdat de productgeschiedenis niet gecontroleerd
kan worden!)
•
Zie ook onder punt: 2) Bepalingen voor de apparatuurbeheerder
Indien de visuele inspectie door de gebruiker, apparatuurbeheerder of de vakkundig persoon gebreken vaststelt of als de
gebruiksduur verlopen is dan moet de PVb worden verwijderd. De verwijdering moet ervoor zorgen dat opnieuw gebruiken bij
werkzaamheden met zekerheid kan worden uitgesloten (bv. doorsnijden en verwijdering van de gordel, beslag enz. ...).
Bij veelvuldig of intensief gebruik of bij extreme omgevingsomstandigheden wordt de toegestane gebruiksduur korter. De beslissing
over de inzetbaarheid van de apparatuur ligt bij de VAKKUNDIG PERSOON in het kader van de verplichte periodieke test.
Aansprakelijkheid (uitgebreid met het onderdeel Waarschuwing)
A.HABERKORN & Co GmbH en zijn zakelijke partners wijzen alle aansprakelijkheid af voor ongevallen in verband met het
voorliggende product en de daaruit resulterende persoonlijke of zaakschade, met name bij misbruik en/of verkeerd gebruik. De
verantwoordelijkheid en het risico rust in alle geval bij de gebruiker.
Productspecifieke aanwijzingen
Alle
A.HABERKORN
producten mogen alleen gecombineerd worden met andere persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen
die voorzien zijn van een CE-merkteken.
A.HABERKORN
producten van textiel zijn vervaardigd van polyester of polyamide garens
en/of uit een combinatie van beide materialen.
5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen:
Het gebruik van een vanggordel met bevestigingsringen volgens EN361 is alleen toegestaan:
•
met verbindingsmiddelen volgens EN354
•
met bandvaldempers volgens EN355
•
met verbindingselementen volgens EN362
•
in
valbeveiligingssystemen
en werkplekpositioneringssystemen
volgens EN363 en
alleen met
een geïntegreerde
positioneringsgordel
volgens EN358
•
in
systemen voor met touw ondersteunde toegang alleen in verbinding met
een
werkzitje
, een
zitplank
of met een
geïntegreerde zitgordel
volgens EN813. Hiervoor mogen
alleen bevestigingsringen
gebruikt worden die met een
"A"
gekenmerkt zijn.
•
in
valstopsystemen
volgens EN363
alleen met
een
bandvaldemper
volgens EN355. Hiervoor mogen
alleen
bevestigingsringen
gebruikt worden die met een
"A"
gekenmerkt zijn.
•
in een
reddingssysteem
volgens EN363
met
takelapparatuur
. Hiervoor mogen
alleen bevestigingsringen
gebruikt worden
die met een "
A
" gekenmerkt zijn.
Het gebruik van een vanggordel in een valstopsysteem is alleen toegestaan met een valdemper volgens EN355,
respectievelijk een valbeveiliger volgens EN360.
Een valbeveiligingssysteem is niet bedoeld om een val op te vangen. Volgens BMASK-461.309/0006-VII/A/2/2011
moeten afhankelijk van de duur van de werkzaamheden zitplankjes, respectievelijk werkzitjes gebruikt worden als aanvulling op de
vanggordel.
➢
Bij een werkduur (werktijd tussen twee pauzes of taakwisseling) van maximaal 30 minuten is een geschikte vanggordel met
geïntegreerde zitgordel volgens EN813 voldoende.
➢
Bij een werkduur van meer dan 30 minuten tot maximaal 4 uur moet naast de vanggordel met geïntegreerde zitgordel volgens
EN813 bovendien een zitplankje worden gebruikt.
Summary of Contents for 800950
Page 26: ...26 ...