70
Lad-Saf
™
-ladderveiligheidssysteem met flexibele kabel
Onderdelen, Figuur 1
A
Bovenste beugel
D
Kabelgeleider
G
Voorste D-ring
B
Kabel
E
i-Safe RFID-label
H
Volledig lichaamsharnas
C
Kabelmof
F
Onderste beugel
Onderdelen van de Lad-Saf
™
X2 afneembare kabelmof, Figuur 2
(‘
i
’ is de achterkant van de mof, ‘
ii
’ is de voorkant van de mof)
A
Kabel
(geen onderdeel)
D
Hendel/Schokdemper/
Valindicator
G
Vergrendelingshendel
J
Karabijnhaak
M
ID-label
B
Bovenste roller
E
Mof
H
Onderste roller
K
Zwaartekrachtstop
N
Musketonhaak
(uitsluitend CE)
C
Roterende
zijplaat
F
Logolabel
I
Pijl voor ‘Deze zijde
BOVEN’
L
Kam
Kabeltypes die goedgekeurd zijn voor gebruik met de Lad-Saf
™
X2 afneembare kabelmof
ANSI, CSA Nummer
kabelonderdeel
CE Nummer
kabelonderdeel
BESCHRIJVING
9500098
9500098
Kabel, 3/8, 7 X 19 gegalvaniseerd
9500099
9500099
Kabel, 3/8, 7 x 19, standaard roestvrij staal
9500396
9500396
Kabel, 3/8, 1 x 7, gegalvaniseerd
9500397
9500397
Kabel, 3/8, 1 x 7, 304 roestvrij staal
9501591
9501591
Kabel, 5/16, 7 X 19, gegalvaniseerd
7240212
Kabel, 8 mm, 1 x 19, 316 roestvrij staal
1.2 BEPERKINGEN:
De LAD-SAF
™
X2 afneembare kabelmof moet met een door DBI-SALA goedgekeurd
ladderveiligheidssysteem gebruikt worden. Gebruik alleen kabels met een massieve kern met een diameter van 8 mm
(5/16") of 9,5 mm (3/8") bij de afneembare kabelmof. Het ladderveiligheidssysteem mag maximaal een hoek van 15°
vanaf de verticaal hebben.
De Lad-Saf
™
X2 afneembare kabelmof moet rechtstreeks met behulp van de bevestigde karabijn-
of musketonhaak gekoppeld worden aan een goedgekeurd volledig lichaamsharnas (Figuur 2, J).
Gebruik geen andere koppelinstrumenten dan de karabijn- of musketonhaak die onderdeel uitmaken
van de Lad-Saf
™
X2 afneembare kabelmof.
LET OP:
ANSI A14.3 en OSHA 1926.1053 geven aan dat de lengte van de verbinding tussen de drager en
het bevestigingspunt de 23 cm (9") niet mag overschrijden.
2.0 SYSTEEMVEREISTEN
2.1
COMPATIBILITEIT VAN COMPONENTEN EN SUBSYSTEMEN:
Deze apparatuur is ontworpen voor gebruik met door
DBI-SALA goedgekeurde onderdelen en subsystemen. Het gebruik van niet-goedgekeurde componenten en subsystemen
(d.w.z. harnassen, vallijnen enz.) kan de compatibiliteit van de uitrusting in gevaar brengen, en kan de veiligheid en
betrouwbaarheid van het hele systeem beïnvloeden. Als u vragen hebt over de installatie of de geschiktheid van deze
apparatuur voor gebruik in uw toepassing, kunt u contact opnemen met DBI-SALA.
COMPATIBILITEIT MET KLIMHULPSYSTEMEN:
De DBI-SALA Lad-Saf™ ladderveiligheidssystemen, inclusief de DBI-
SALA Lad-Saf™ afneembare kabelmoffen, zijn gemaakt voor gebruik met DBI-SALA goedgekeurde klimhulpsystemen.
Het gebruik van een ander type klimhulpsysteem, inclusief een aangedreven klimhulpsysteem, werkt mogelijk niet in
combinatie met het Lad-Saf™ ladderveiligheidssysteem en afneembare kabelmoffen, en kan serieuze veiligheidsproblemen
voor de gebruiker veroorzaken. Gebruik geen non-DBI-SALA klimhulpsystemen zonder dat u ter goedkeuring
contact opneemt met een deskundige en/of gekwalificeerd persoon op uw werklocatie. Neem voor extra vragen over
compatibiliteit contact op met 3M Technical Services.
ANSI Z359.1-2007 Veiligheidsvereisten voor Persoonlijke valstopsystemen, subsystemen en
onderdelen, vereisen een deskundige en/of gekwalificeerd persoon om “er zeker van te zijn dat de
systemen die zijn samengesteld uit componenten en subsystemen van andere fabrikanten voldoen
aan de vereisten van deze norm”.
Het niet voldoen aan deze instructies kan resulteren in serieus letsel aan of overlijden van
gebruikers van het Lad-Saf™ ladderveiligheidssysteem en afneembare kabelmof.
2.2
COMPATIBILITEIT VAN VERBINDINGEN:
(Zie Figuur 4)
Gebruik uitsluitend de bijgeleverde verbindingen.
Sluit de musketonhaak (
A
) of karabijnhaak (
B
) aan op de voorste D-ring (
C
).
2.3
AANSLUITINGEN MAKEN:
(Zie Figuur 5)
Capital Safety-musketonhaken en -karabijnhaken
mogen niet
aangesloten worden:
A.
Aan een D-ring waaraan al een andere verbinding bevestigd is.
B.
Op een manier waardoor er een belasting op de gate komt te staan.
C.
Aan elkaar.
Controleer of alle verbindingen volledig gesloten en vergrendeld zijn
.