73
•
Inspecteer de kam (onderdeel L) door de mof horizontaal te zetten met de hendel/schokdemper (onderdeel D) in de
rechtopstaande positie en door de mof aan de achterkant op een vlak oppervlak te zetten met het Lad-Saf X2-label
naar boven wijzend. De kam moet volledig omhoog tot de bovenkant van de mof kunnen roteren.
•
Inspecteer de werking van de roterende zijplaat (onderdeel C) door hem terug te trekken om te proberen de
kabelopening te openen. Hij mag niet roteren. Als hij roteert zonder de vergrendelingshendel (Figuur 2, onderdeel G)
te moeten roteren, stelt u de mof buiten gebruik.
5.4
INSPECTIERICHTLIJNEN - LAD-SAF
™
-LADDERVEILIGHEIDSSYSTEEM:
Raadpleeg de Installatie-instructies die bij uw
Lad-Saf-ladderveiligheidssysteem met flexibele kabel (
Installatie-instructies voor het Lad-Saf™-ladderveiligheidssysteem
met flexibele kabel, handleiding van Capital Safety met nummer 5902228 of 5903435) voor het uitvoeren van de
inspectieprocedures die in deze sectie worden beschreven.
Tijdens het inspecteren van het systeem moet er een ander, apart valbeschermingssysteem worden gebruikt.
�
Bovenste beugels:
•
Inspecteer of de installatie op de juiste wijze is uitgevoerd conform de Installatie-instructies van het Lad-Saf™-
ladderveiligheidssysteem met flexibele kabel van Capital Safety, handleiding van Capital Safety met nummer 5902228
of 5903435.
•
Controleer op zichtbare schade of roest. Controleer op breuken, verbuigingen of slijtage die een negatieve invloed
zouden kunnen hebben op de sterkte en werking van het systeem. Inspecteer de lasnaden. Controleer op gebarsten
of gebroken lasnaden die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de sterkte van de beugel. Vervang
onderdelen als er defecten worden aangetroffen.
•
Controleer op los zittende of ontbrekende bevestigingen waarmee de bovenste beugel aan de constructie is bevestigd
(bouten, klemplaten, U-bouten). Als bevestigingen loszitten, moeten deze opnieuw worden vastgedraaid tot het
draaimoment dat vermeld staat in de Installatie-instructies die zijn geleverd bij uw Lad-Saf-ladderveiligheidssysteem
met flexibele ladder.
•
Inspecteer de draagklemmen (sommige modellen bevatten een opgefelsde kabelschoen in plaats van de draagklem).
De kabel moet 2,5 cm (1,0") tot 5,0 cm (2,0") boven de draagklem uitsteken. Pas de kabel aan als de kabel verder
dan voorgeschreven uitsteekt. Er moet een stalen ring tussen de draagklem en de schokdemper zitten.
•
Kijk naar beneden in de pijp en inspecteer de schokdemper op beschadigingen zoals breuken of scheuren. De
onderkant van de schokdemper moet even groot zijn als de onderste opening in de pijp van de bovenste beugel.
Vervang de schokdemper als u defecten aantreft.
•
Inspecteer de dop die op de bovenkant van de pijp zit. Controleer de dop op breuken of beschadigingen. De dop moet
goed op de pijp vastzitten. Vervang de dop als er defecten worden aangetroffen.
�
Onderste beugel:
•
Inspecteer of de installatie op de juiste wijze is uitgevoerd conform de Installatie-instructies van het Lad-Saf™-
ladderveiligheidssysteem met flexibele kabel van Capital Safety, handleiding van Capital Safety met nummer 5902228
of 5903435.
•
Controleer op schade of roest. Controleer op breuken, verbuigingen of slijtage die een negatieve invloed zouden
kunnen hebben op de sterkte en werking van het systeem. Vervang onderdelen als er defecten worden aangetroffen.
•
Controleer op los zittende of ontbrekende bevestigingen waarmee de onderste beugel aan de constructie is bevestigd.
Als bevestigingen loszitten, moeten deze opnieuw worden vastgedraaid tot het draaimoment dat vermeld staat in de
Installatie-instructies die zijn geleverd bij uw Lad-Saf-ladderveiligheidssysteem met flexibele ladder.
•
Inspecteer de spanboutconstructie. Controleer of de zadelclips de kabel goed vastzetten. Controleer het draaimoment
op de zadelklemmen – 47 N-m (35 ft. lbs.). Vervang of draai ze aan als er defecten worden aangetroffen.
�
Kabelgeleiders:
•
Controleer de kabelgeleiders op schade. Kijk of het zwarte urethaan versleten of beschadigd is. Kabelgeleiders
moeten de kabel tegenhouden en voorkomen dat de kabel contact maakt met de ladder/constructie. Kabelgeleiders
moeten ongeveer op elke 8 meter (25 ft) of minder geplaatst worden als dat noodzakelijk is. Vervang onderdelen als
er defecten worden aangetroffen.
•
Controleer de bevestigingen van de kabelgeleiders. De bevestigingen moeten de kabelgeleiders goed op hun plaats
houden. Draai ze vast als dat noodzakelijk is.
�
Kabel en kabelspanner:
•
Inspecteer de kabel op roest, knikken of schade wat een negatieve invloed zou kunnen hebben op de sterkte en die
de kabelmof zouden kunnen belemmeren zich over de kabel te bewegen. Als er knikken in de ladderkabel zitten, moet
de kabel door een deskundige persoon worden geïnspecteerd voor de kabel weer gebruikt gaat worden. Inspecteer op
tekenen van schuren tegen de ladder of constructie. Vervang de kabel als er defecten worden aangetroffen.
•
Inspecteer de kabelspanner. Bij systemen die gebruikmaken van een compressieveer, moet de veer in de
onderste beugel ingedrukt worden tot een lengte van 13,8 cm (5,5"). Bij systemen die gebruikmaken van een
spanboutconstructie en een spanningsindicatorring, moet de ring geïndiceerd zijn (de middelste rand afgesneden) en
volledig in de opening van de onderste beugel zitten. De spanboutconstructie mag niet met de hand naar beneden
getrokken kunnen worden. De kabel moet strak genoeg zijn om contact met de ladder/constructie te voorkomen. Trek
de kabel indien nodig opnieuw strak. Bij onderste beugels die voorzien zijn van een indicatiering, moet een nieuwe
ring (onderdeelnr. 9504239) geïnstalleerd worden als de kabel opnieuw gespannen moet worden. Span het systeem
tot de indicatiering afgesneden wordt.
Trek het systeem niet te strak.
�
Installatie- en servicelabel:
•
Inspecteer het installatie- en servicelabel. Het label moet stevig vastgehecht zijn en goed leesbaar zijn. De datum
van installatie en het aantal toegestane gebruikers op het systeem moeten duidelijk op het label staan aangegeven.
Noteer de datum van de inspectie op het label als deze inspectie is afgerond.