72
OMLAAG KLIMMEN:
Klim bij het omlaag gaan in een vloeiende beweging waarbij u te allen tijde drie contactpunten
aanhoudt (met handen en voeten). Geef de Lad-Saf
™
X2 afneembare kabelmof de gelegenheid om de klimmer omlaag
te ‘leiden’. Als u tijdens het omlaag klimmen uit positie raakt (bv. door overmatig achterover te leunen of schokkerig te
bewegen), kan de mof zichzelf aan de draagkabel vergrendelen. Als de mof vergrendeld wordt, moet u iets naar boven
klimmen om de mof te laten ontgrendelen en daarna weer verdergaan met het afdalen van de ladder. Bevestig de
draagkabel weer in de kabelgeleiders bij het passeren van elke kabelgeleider.
Pak de mof niet vast en haal hem ook
niet uit de draagkabel tijdens het passeren van de kabelgeleiders of als de mof zichzelf vergrendelt.
Als u klaar bent met klimmen (zie Figuur 2):
Stap 1.
Haal de mof van de kabel door de vergrendelingshendel (G) te roteren.
Stap 2.
Tred de zijplaat (C) terug en kantel de hendel (D) naar de volledig rechtopstaande positie.
Stap 3.
De mof kan nu van de kabel verwijderd worden en correct opgeslagen worden.
•
Onderzoek waar risico’s zijn om letsel van de klimmer te voorkomen.
•
Gevaarlijke omgevingen of omstandigheden zijn onder andere, maar niet beperkt tot: elektriciteitskabels, hitte of
vlammen, explosieve gassen, fysieke obstakels, en het vermogen en de gezondheid van de klimmer.
NA EEN VAL mag de Lad-Saf
™
X2 afneembare mof niet meer worden gebruikt.
De gebruiker (werkgever) moet over een reddingsplan beschikken en in staat zijn dat plan bij een val in werking te
stellen.
4.0 TRAINING
4.1 TRAINING:
Gebruikers en kopers van deze apparatuur moeten getraind zijn in het juiste gebruik en onderhoud van deze
apparatuur als aangegeven in deze handleiding. Het is de verantwoordelijkheid van de koper en de gebruiker van deze
apparatuur om te verzekeren dat zij deze instructies kennen, evenals de werkingskenmerken, de toepassingsgrenzen en
de gevolgen van onjuist gebruik van deze apparatuur.
Training moet uitgevoerd worden zonder de gebruiker aan een valrisico bloot te stellen. Periodiek
moet de opleiding herhaald worden.
Stap 1.
Bevestig de mof aan de goedgekeurde draagkabel. Gebruik een volledig lichaamsharnas met voorste D-ring en
bevestig dit aan de Lad-Saf
™
X2 afneembare kabelmof.
Stap 2.
Ga de ladder op tot ongeveer één meter. Buig de knieën in een snel zittende beweging om een val te simuleren,
met beide voeten en handen op de kliminstallatie.
Stap 3.
Nadat de mof zich vergrendelt, beweegt u zich naar boven om de mof te ontgrendelen. Herhaal de stappen 2 en
3 verschillende keren om bekend te raken met de bediening van de mof.
Stap 4.
Daal de ladder af tot u op de grond staat en koppel de mofverbinding los. Haal de mof van de kabel.
5.0 INSPECTIE
5.1 FREQUENTIE:
Zie Figuur 2 voor de identificatie van de onderdelen die worden beschreven in de volgende richtlijnen:
•
Vóór elk gebruik:
Inspecteer visueel het volledige lichaamsharnas, de Lad-Saf
™
X2 afneembare kabelmof, de Lad-
Saf™-laddersysteeminstallatie en de ladderconstructie. Gebruik de richtlijnen uit Sectie 5.3 of 5.4 om het systeem zo
volledig mogelijk te controleren voor u het gaat bevestigen. Controleer het label van het systeem (zie Sectie 8) om er
zeker van te zijn dat de jaarlijkse inspectie niet te lang geleden is uitgevoerd.
Als u twijfelt aan de toestand van
het systeem, gebruik het dan niet.
•
Periodieke formele inspectie:
Een formele inspectie van de Lad-Saf
™
X2 afneembare kabelmof, de Lad-Saf
™
-
laddersysteeminstallatie en de ladderconstructie moet ten minste jaarlijks door een deskundige persoon die niet de
gebruiker is, worden uitgevoerd. Raadpleeg de Secties 5.3 en 5.4 voor specifieke bijzonderheden over de inspectie.
Noteer de resultaten achteraan in deze handleiding.
•
Na een val:
Als er een val optreedt met het Lad-Saf
™
-laddersysteem moet er een formele inspectie van het gehele
systeem worden uitgevoerd door een deskundige persoon die niet de gebruiker is.
Tijdens het inspecteren van het
Lad-Saf-systeem moet er een ander, apart valbeschermingssysteem worden gebruikt.
Zie secties 5.3, 5.4
en 5.5. Noteer de inspectieresultaten in het
Inspectie- en Onderhoudslogboek
achteraan in deze handleiding.
5.2
Als inspectie een onveilige toestand of een defect
laat zien, moet de Lad-Saf
™
X2 afneembare kabelmof of het
Lad-Saf
™
-laddersysteem buiten gebruik worden gesteld. Neem contact op met een goedgekeurd servicecentrum
voor reparatie of vernietig de mof. PROBEER GEEN ONGEAUTORISEERDE REPARATIE UIT TE VOEREN. Noteer de
inspectieresultaten in het
Inspectie- en Onderhoudslogboek
achteraan in deze handleiding.
5.3
INSPECTIERICHTLIJNEN - LAD-SAF™ AFNEEMBARE KABELMOF:
Zie Figuur 2 voor de identificatie van de
onderdelen die worden beschreven in de volgende richtlijnen:
•
Inspecteer de hendel/schokdemper/valindicator (onderdeel D) op verbuigingen, breuken en deformiteiten. Alle
bevestigingen moeten goed bevestigd zijn. De werking van de hendel en de kam moet vrij en glad zijn. Veren moeten
veilig zijn en voldoende kracht hebben om de hendel naar beneden te trekken.
De hendel/schokdemper/valindicator is gedeformeerd als deze voor een valstop is gebruikt. Figuur 17 laat
een voorbeeld zien van een hendel/schokdemper/valindicator die niet voor een valstop is gebruikt (1), en een
hendel/schokdemper die voor een valstop is gebruikt en gedeformeerd is (2).
Als de hendel/schokdemper is
gedeformeerd, MAG DEZE NIET MEER WORDEN GEBRUIKT. De mof moet buiten gebruik worden gesteld.
•
Inspecteer de vergrendelingshendel (onderdeel G) op een vlotte werking en controleer of deze terugveert in de
vergrendelde positie wanneer hij wordt losgelaten.
•
Inspecteer de kam (onderdeel L) op slijtage. Bevestig dat de kam onbeschadigd is.
•
Inspecteer de kam (onderdeel L) door de mof verticaal te houden met de hendel/schokdemper (onderdeel D) in de
rechtopstaande positie en de mof op en neer te schudden om een val te simuleren. De kam moet vrij kunnen roteren.