100
3. Bedieningselementen
Zie uitklappagina
1
Rubberbeschermholster
2
Display
3
SHIFT/SETUP-toets voor omschakelen van de functie (rode symbolen)
4
Draaischakelaar voor meetfunctieselectie
5
mAµA-meetbus
6
10 A-meetbus
7
°CHzVΩ -meetbus(bij gelijke grootte “plus”)
8
COM-meetbus (referentiepotentiaal “min”)
9
Low Imp. 400 kΩ -toets voor impedantie-omschakeling
10 Functietoetsen:
RANGE: Manuele meetbereikomschakeling
REL/PC: REL = referentiewaarde, PC = activeert de interface
MAX/MIN: Voor het registreren en aangeven van de max. en min. -waarde
H/LIGHT: Hold-functie voor het vasthouden van de meetweergave, inschakelen van de displayverlichting
11 Optisch geïsoleerde interface
12 Statief-aansluitschroefdraad
13 Inklapbare standaard
14 Batterijvak
15 Schroeven voor het batterij en zekeringsvak
16 Zekeringsvak
Sonde-sets die voor NETleiding-metingen worden gebruikt, zullen als geschikt worden BEOORDEELD
voor MEETCATEGORIE III of IV conform IEC/EN 61010-031 en zullen een spannings BEOORDELING
krijgen van minimaal de spanning van het te meten circuit.