104
1. Beschrijving
Een tekstveld waarin u een beschrijving kunt plaatsen.
2. Spanning
Het veld waarin u de spanning voor de voeding kunt programmeren. Druk na
het invoeren van de waarde op de entertoets op het toetsenbord of klik op het
enter-symbool (3) om de voeding in te stellen.
3. Enter-symbool
Klik hier op om de uitgangsspanning van de voeding gelijk te maken aan de
invoer in het spanningsveld (2)
4. Stroom
Het veld waarin u de stroom voor de voeding kunt programmeren. Druk na
het invoeren van de waarde op de entertoets op het toetsenbord of klik op het
enter-symbool (5) om de voeding in te stellen.
5. Enter-symbool
Klik hier op om de uitgangsstroom van de voeding gelijk te maken aan de
invoer in het spanningsveld (4)
6. Functie tabs
Verander de functie van het venster rechts in:
• Extern getimed programma
• Intern vooringesteld geheugen
• Logboek
• Instellen
7. Gegevensinvoer
tabel
Het gegevensinvoerveld voor de functie extern getimed programma. Het
maximale aantal handelingen is 20.
8. Wis tabel
Wis alle gegevens in de invoertabel voor de functie extern getimed
programma.
9. UITV./STOP
Voer het extern getimede programma uit of stop het volgens de waarden in
de gegevensinvoertabel.
10. Uitvoercyclus
Het aantal malen dat het programma wordt uitgevoerd. De waarde is geldig
van 0 tot 999, waarbij 0 een onbeperkt aantal malen betekent.
11. Tabelbeschrijving Een tekstveld voor de invoer van een beschrijving van de tabel.
12. Tabelnaam
Een tekstveld voor de invoer van een naam voor de tabel. U kunt hier ook een
reeds opgeslagen tabel selecteren; klik rechts op het pijltje omlaag en maak
een keuze in de vervolgkeuzelijst.
13. Importeren
Een opgeslagen tabel uit een Excel-bestand importeren.
14. Exporteren
De naam, beschrijving en gegevens van een invoertabel naar een Excel-
bestand exporteren.
15. Opslaan
De naam, beschrijving en gegevens opslaan.
16. Wissen
De huidige reeks naam, beschrijving en gegevens van de tabel wissen..
17. Afdrukken
De naam, beschrijving en gegevens van de tabel afdrukken.
18. Uitvoer aan/uit
De status van het afgegeven vermogen weergeven. U kunt hier ook op
klikken om de vermogensafgifte op de voeding in of uit te schakelen.
19. Instellen
U kunt de instelling van de spanning en de stroombegrenzing van de voeding
aflezen.
20. Status
U kunt de actuele spanning, de actuele stroom en het afgegeven vermogen
van de voeding aflezen. V-const komt overeen met de C.V.-indicator; I-const
komt overeen met de C.C.-indicator.