110
j) Pulsbreedtemeting
De pulsbreedtemeting maakt het meten van de positieve halve
golf van een meetsignaal mogelijk. De verhouding van de posi-
tieve halve golven tot het gehele signaal wordt weergegeven.
Bij symmetrische signalen (vb. sinus) is de positieve en nega-
tieve halve golf even lang. Op het display wordt ca. 50% weer-
gegeven.
-
Schakel de DMM in en kies de meetfunctie “Hz”.
-
Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (9); het zwarte
meetsnoer in de COM-meetbus (8).
-
Druk op de toets “MODE” om de meetfunctie om te scha-
kelen. Op het display verschijnt het symbool “%”. Door
nogmaals op de knop te drukken, wordt de eerste meet-
functie ingeschakeld.
-
Maak nu met de beide meetstiften contact met het meet-
object (generator, signaal, enz.).
-
De huidige meetwaarde wordt op het display weergegeven.
-
Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetob-
ject en schakel de DMM uit.
k) Kamertemperatuur- en luchtvochtigheidmeting
Het DMM maakt het mogelijk om de kamertemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid te meten via vast
ingebouwde sensoren. De beide meetwaarden worden bij meetgebruik permanent in het bovenste display-
bereik getoond.
☞
De sensoren liggen in het apparaat en reageren naargelang de bouwwijze iets vertraagd op
meetwaardeveranderingen. Wacht minst. 30 minuten tot het apparaat zich aan de omgeving-
stemperatuur heeft aangepast. Wij raden u aan ca. 2 uur te wachten om exacte meetwaarden
te bekomen.
Voor het meten gaat u als volgt te werk:
-
De meetleidingen zijn niet nodig.
-
Schakel de DMM in en kies een willekeurige meetfunctie.
-
Op de display verschijnt linksboven de relatieve luchtvoch-
tigheid in “%RH” en rechts de kamertemperatuur in “°C”.
-
Wacht tot de weergegeven waarde gestabiliseerd is. Dit
kan tot 2 uur duren.
-
Schakel de DMM na het meten uit.