109
h) Contactloze AC-netspanningsdetectie “NCV”
De “NCV”-detector bevindt zich aan de
bovenkant van de behuizing en reageert
enkel op wisselspanning van 200 tot 1000
V/AC.
Deze functie dient alleen om snel naar wissel-
spanningsvoerende leidingen en kabels te zoe-
ken. Voor werken aan stroomleidingen moet de
spanningsvrijheid met de traditionele contact-
testmethode (spanningzoeker) worden gecon-
troleerd!
-
De meetleidingen zijn niet nodig.
-
Schakel de DMM in en kies een willekeurige meetfunctie.
De contactloze spanningsdetectie is bij alle meetfuncties
actief.
-
Voer het DMM met de “NCV”-sensor (bovenste behui-
zingsrand) langs het testobject. De detectiediepte reikt van
ca. 3 cm bij 230 V/AC tot ca. 8 cm bij 1000 V/AC.
-
Als een spanningsvoerende leiding wordt ontdekt, begint
de “NCV”-lichtindicator (13) op te lichten.
-
Schakel de DMM na het meten uit.
Bij afgeschermde leidingen, te diep liggende
leidingen of gewrongen aders kan de weergave
negatief worden beïnvloed.
i) Frequentiemeting
-
Schakel de DMM in en kies de meetfunctie “Hz“.
-
Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (9); het zwarte
meetsnoer in de COM-meetbus (8).
-
Maak nu met de beide meetstiften contact met het meet-
object (generator, signaal, enz.).
-
De huidige meetwaarde wordt op het display weergegeven.
-
Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetob-
ject en schakel de DMM uit.