Functies van de „MODE“-toets (3)
Door de MODE-toets (3) in te drukken kunt u in het
tweede display (20) tussen de verschillende meetfunc-
ties switchen. „MIN“ (alleen weergave van de laagste
temperatuurwaarde tijdens de meting), „MAX“ (alleen
weergave van de hoogste temperatuurwaarde tijdens
de meting), „DIF“ (verschil tussen hoogste en laagste
temperatuurwaarde) en „AVG“ (Average = gemiddelde
waarde).
uitgeschakeld is, door het indrukken van de MODE-
toets (3) weer worden weergegeven. Bij elke nieuwe
meting vervangen de nieuwe waarden maximum (MAX),
minimum (MIN), verschil (DIF) en gemiddeld (AVG) de
oude waarden en worden de nieuwe waarden geregis-
treerd.
Met de Mode-toets kunnen tevens de alarmwaarden
„High-Alarm“ (HAL), „Low-Alarm“ (LAL) en de emissie-
factor (EMS) ingesteld worden. Bij elke druk op de
ve/instelmodus (zie afbeelding). Selecteer voor het
instellen van de alarmwaarden en de emissiefactor met
de MODE-toets (3) de waarde die u wilt instellen. Stel de
gewenste waarde met de twee pijltoetsen (2/8) in.
Lock-functie (continue meting)
ingesteld. Zet voor het activeren van de continue meting de schuif-
schakelaar „LOCK Off/ON“ (10) in het batterijvak op „ON“ en druk
de toets voor de temperatuurmeting (7) in. De geactiveerde Lock-
functie wordt door het symbool voor continue meting (21) weerge-
geven. Zet voor het deactiveren van de continue meting de schuif-
schakelaar in de stand „Off“. Tijdens de continue meting kunnen
met de „Laser/Backlight“-toets (6) de laser en de achtergrondver-
lichting in- of uitgeschakeld worden.
58
Funktionen der MODE-Taste (3)
Durch Drücken der MODE-Taste (3) können Sie in der
Zweitanzeige (20) zwischen verschiedenen Messfunk-
tionen umschalten. "MIN" (nur die Anzeige des gering-
sten Temperaturwertes während der Messung), "MAX"
(nur die Anzeige des höchsten Temperaturwertes
während der Messung), "DIF" (Differenz zwischen
höchstem und niedrigstem Temperaturwert) und
"AVG" (Average = Durchschnittswert).
Der gemessene Temperaturwert kann, nachdem sich
MODE-Taste (3) wieder angezeigt werden. Bei jeder
neuen Messung werden die Werte Maximum (MAX),
Minimum (Min), Differenz (DIF) und Durchschnitt (AVG)
der alten Messung überschrieben und Neue erfasst.
Mit der Mode-Taste können auch die Einstellungen der
Alarmwerte "High-Alarm” (HAL), "Low-Alarm” (LAL) und
Emissionsgrad (EMS) vorgenommen werden. Mit jedem
einen anderen Anzeige/Einstell-Modus (siehe Abbil-
dung). Zum Einstellen der Alarmwerte und des Emissi-
onsgrades wählen Sie mit der MODE-Taste (3) den Wert
an welchen Sie einstellen möchten. Stellen Sie den
gewünschten Wert mit den beiden Pfeiltasten (2/8) ein.
Lock-Funktion (Dauermessung)
werden. Zur Aktivierung der Dauermessung stellen Sie den Schie-
beschalter "LOCK Off/ON” (10) im Batteriefach auf "ON” und
drücken Sie die Taste zur Temperaturmessung (7). Die aktivierte
Lock-Funktion wird durch das Symbol für Dauermessung (21) ange-
zeigt. Zur Deaktivierung der Dauermessung stellen Sie den Schiebe-
schalter in Stellung "Off”. Während der Dauermessung kann mit der
"Laser/Backlight” Taste (6) der Laser sowie die Hintergrundbeleuch-
tung ein- oder ausgeschaltet werden.
11
De gemeten temperatuurwaarde kan, nadat de IR-364
Mode-toets springt de IR-364 naar een andere weerga-
Met de Lock-functie kan de IR-364 op continue meting worden
das IR-364 abgeschaltet hat, durch Drücken der
Tastendruck auf die Mode-Taste springt das IR-364 in
Mit der Lock-Funktion kann das IR-364 auf Dauermessung gestellt
