m) Geluidsniveaumeting
De geluidsniveaumeting dient voor de oriënteringsmeting om geluidsbronnen te identificeren.
Een waarderende meting voor de documentatie, etc. is niet mogelijk. Het geluidsniveau wordt
lineair gemeten (karakteristiek “C”), i.e. alle tonen (lage en hoge tonen) worden op dezelfde
manier gewaardeerd. U krijgt zo frequentie-onafhankelijke meetwaarden die een vergelijking
vereenvoudigen.
De meetopening voor het geluid bevindt zich linksboven (16). Tijdens de meting is het aanbevo-
len het meetapparaat in een rechterhoek t.o.v. de geluidsbron af te stellen.
Draag tijdens de meting in een luide omgeving altijd passende gehoorbescherming
om gehoorschade te vermijden.
Voor het meten gaat u als volgt te werk:
• De meetleidingen zijn niet nodig.
• Schakel de DMM in en kies de meetfunctie “dBC”.
• Richt het DMM met de meetopening (16) naar de
geluidsbron. Afstand minst. 1 m.
• De meetwaarde wordt op het hoofddisplay weer-
gegeven.
• Schakel de DMM na het meten uit.
Een sterke wind (> 10 m/s) kan het meet-
resultaat negatief beïnvloeden.
153