9. Meetbedrijf
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 50
V ACrms of 75 V DC kan staan! Levensgevaarlijk!
Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meettoebehoren op bescha-
digingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Defecte meettoebehoren mogen
niet meer worden gebruikt! Levensgevaarlijk!
Pak tijdens het meten de meetsnoeren niet boven de tastbare handgreepmarkeringen
vast.
Het meten mag alleen worden uitgevoerd als de batterij- en zekeringsvak gesloten
zijn.
Er mogen altijd alleen die meetsnoeren op het meetapparaat aangesloten zijn, die
nodig zijn voor de meting. Verwijder om veiligheidsredenen alle niet benodigde meet-
snoeren uit het apparaat.
Verschijnt “OL” of “I” (voor Overload = overloop) in het display, dan heeft u het meet-
bereik overschreden.
a) Meetapparaat inschakelen
Draai de schakelaar op de betreffende meetfunctie (4). Draai de schakelaar op de stand “OFF”
om het apparaat uit te zetten. Schakel het meetapparaat altijd uit als u het niet gebruikt.
Voordat u het meetapparaat kunt gebruiken, moeten eerst de meegeleverde batterij
geplaatst worden. Het plaatsen en vervangen van de batterijen wordt in het hoofdstuk
“Onderhoud en reiniging“ beschreven.
140