Voor het meten van gelijkspanningen “V-DC”
gaat u als volgt te werk:
• Schakel de DMM in en kies de meetfunctie
“V=”.
• Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus
(9); het zwarte meetsnoer in de COM-meet-
bus (8).
• Maak nu met de beide meetstiften contact
met het meetobject (batterij, schakeling,
enz.). De rode meetstift komt overeen met
de pluspool, de zwarte meetstift met de
minpool.
• De betreffende polariteit van de meetwaar-
de wordt samen met de actuele meetwaarde
op het display weergegeven.
Zodra bij de gelijkspanning een min “-” voor de meetwaarde verschijnt, is de gemeten
spanning negatief (of de meetsnoeren zijn verwisseld).
• Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
Via de toets “Hz%” (11) kan de weergave naar frequentie (Hz) en pulslengte (ù%) wor-
den omgeschakeld. Met elke keer drukken, schakelt u de functie om. Autorange wordt
gedeactiveerd. Dit maakt de controle van een mogelijke bromspanning (overgeladen
wisselspanning) mogelijk. Bij een zuivere gelijkspanning is de frequentie en %-aan-
duiding “nul”. Zonder meetsignaal kunnen spookwaarden worden weergegeven. Deze
verdwijnen van zodra een gelijkspanning wordt gemeten.
142