128
9. BIjKomENDE fuNCTIES
Met de volgende bijkomende functies kunnen apparaatinstellingen worden uitgevoerd of
bijzondere meetfuncties worden gebruikt.
a) HoLD-functie
De Hold-functie houdt de huidige meetwaarde op het scherm vast om deze rustig te kunnen
aflezen of verwerken.
zorg bij het testen van spanningvoerende leidingen dat deze functie bij aan-
vang van de test is gedeactiveerd. Er wordt anders een verkeerd meetresul-
taat gesimuleerd!
voor het inschakelen van de Hold-functie drukt u op de toets “ ” (7); een geluidssignaal
bevestigt deze handeling en “ ” wordt op de display weergegeven.
Om de Hold-functie uit te schakelen, drukt u nogmaals op de toets “ ” of verandert u de
meetfunctie.
b) maX/mIN-functie
Met de MAX/MIN-functie kan tijdens een meting de maximale en minimale waarde verkregen
en naar keuze met de meetwaarde weergegeven worden. Na de activering van de “MAX/MIN”-
functie worden de maximum- en minimumwaarden voor de huidige meetduur bepaald.
Door op de “MAX/MIN”-knop (10) te drukken verschijnt op het scherm het symbool “MAX”.
De maximumwaarde wordt op het scherm voortdurend vastgehouden en weergegeven. Deze
waarde is door het symbool “MAX” te herkennen.
Opnieuw op de toets “MAX/MIN” (10) drukken schakelt naar de MIN-functie om. De minimum-
waarde word op het hoofdscherm voortdurend vastgehouden en weergegeven. Deze waarde
is door het symbool “MIN” te herkennen.
verder drukken schakelt naar de huidige meetwaarde om bij dewelke echter de max- en
minwaarden verder opgeslagen worden. Deze functie is door het knipperende symbool “MAX/
MIN” te herkennen.
Houd de toets “MAX/MIN” 2 s ingedrukt om deze functie uit te schakelen. Het symbool “MAX-
MIN” dooft uit en de normale meetfunctie wordt geactiveerd.
Содержание 1380557
Страница 3: ...3 ...