122
d) Temperatuurmeting
Tijdens de temperatuurmeting mag alleen de temperatuursensor van de te
meten temperatuur toegepast worden. De bedieningstemperatuur van het
meetapparaat mag niet naar boven of onder overschreden worden, omdat het
anders tot meetfouten kan leiden.
De contact-temperatuurvoeler mag niet op het spanningsvrije oppervlak
gebruikt worden.
Er is een draadsensor bij het meetapparaat geleverd die een temperatuur van -20 tot +180 °C
kan meten. Om het volle meetbereik (-20 tot +760 °C) van de multimeter te kunnen gebruiken
zijn optionele type-K-thermosensoren verkrijgbaar. voor de aansluiting van de type-K-sensor
met miniatuurstekkers is de meegeleverde adapterstekker nodig.
voor de temperatuurmeting kunnen alle type-K-thermovoelers gebruikt worden. De temperatu-
ren kunnen worden aangeduid in °C of in °F.
Voor een temperatuurmeting gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik “°C”. De
symbolen voor de temperatuurmeting verschijnen op
het display.
- Steek de meegeleverde adapterstekker in de richting
van de pool met de rode stekker (plus-pool) in de
v-meetbus (9) en met de zwarte stekker (min-pool) in
de COM-meetbus (8).
- Steek de miniatuurstekker van de temperatuursensor
eveneens met de polen in de juiste richting in de adapter-
stekker. De stekker past alleen met de juiste polariteit in
de adapter. Gebruik geen geweld indien de stekker niet
past! Draai de stekker om. De polariteit is zowel aan de
adapter als stekker aangegeven.
- Op het scherm verschijnt de temperatuurwaarde in °C.
- Met de toets “MODE” kan de eenheid van °C op °F
geschakeld worden. Iedere toetsindruk schakelt de
eenheid om.
- Zodra “OL” op het scherm verschijnt, heeft u het
meetbereik overschreden of is de sensor onderbroken.
- verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
Содержание 1380557
Страница 3: ...3 ...