98
GEBRUIK EN INBEDRIJFNAME
6.
Uitleesvensterinformatie en symbolen
∆
Staat voor relatieve waardemeting (=referentiewaardemeting)
AUTO
Staat voor „Automatische meetbereikomschakeling“
OL
Staat voor overload = overloop; het meetbereik wordt overschreden
Batterijvervangingssymbool - svp meteen de batterij vervangen om meetfouten te
voorkomen!
Symbool voor de diodentest
Symbool voor de akoestische doorgangstester
Kloksymbool voor de geactiveerde automatische uitschakeling (Auto-Power-OFF)
Symbool voor de geactiveerde achtergrondverlichting van het uitleesvenster
40
0
Weergave van de meetwaarde als analoge balkindicatie
TRUE RMS Indicator voor werkelijke effectieve-waarde meting (AC of AC+DC-gekoppeld)
AC
Wisselspanningseenheid voor spanning of stroom
DC
Gelijkspanningseenheid voor spanning of stroom
mV
Millivolt (waarde maal tien tot de macht -3; 10
-3
)
V
Volt (eenheid van de elektrische spanning)
A
Ampère (eenheid van de elektrische stroom)
mA
Milliampère (waarde maal tien tot de macht -3; 10
-3
)
μ
A
Microampère (waarde maal tien tot de macht -6; 10
-6
)
Hz
Hertz (eenheid van de frequentie)
kHz
Kilohertz (waarde maal tien tot de macht 3; 10
3
)
MHz
Megahertz (waarde maal tien tot de macht 6, 10
6
)
Ω
Ohm (eenheid van de elektrische weerstand)
k
Ω
Kilo-ohm, (waarde maal tien tot de macht 3; 10
3
)
M
Ω
Mega-ohm, (waarde maal tien tot de macht 6; 10
6
)
23
l) Leistungsmessung (nur VC940)
Mit dieser Messfunktion können Sie, durch den mitgelieferten Steckdosenadapter, schnell und einfach
Leistungsmessungen an Geräten mit Schuko- oder Eurostecker durchführen.
Der Messbereich reicht von 0 - 2500W
Zur Messung der Leistung gehen Sie wie folgt vor:
(A)
(C)
(B)
COM
Hz
V
Ω
1
0A
MAX
mAμA
W
W
Stellen Sie den Bereichswahlschalter (5) auf Position „W“.
•
Verbinden Sie den mitgelieferten Leistungsmessadapter
•
(C) mit dem DMM.
Stecken Sie den Stecker (A) des Leistungsmessadapters
•
in eine Schuko-Steckdose (max. 250V/AC).
Stecken Sie den zu Messenden Verbraucher in die
•
Steckdose (B) des Leistungsmessadapters. Achten Sie
darauf, dass der Verbraucher ausgeschalten ist.
Schalten Sie den Verbraucher ein. Die Wirkleistungsaufnahme des Verbrauchers wird im Hauptdisplay
•
(12) in der Einheit „W“ (Watt) angezeigt. Im rechten Subdisplay wird die Scheinleistung in „VA“
angezeigt, im linken Subdisplay wird der Leistungsfaktor in „cos
φ
“ angezeigt.
Bevor Sie den zu m essenden Verbraucher vom DMM trennen, muss dieser ausgeschalten sein.
•
Schließen Sie keine Geräte mit einer Aufnahmeleistungen von > 2500W an das DMM an.
Der Leistungsmessadapter darf nur an Wechselspannungen (190 bis max. 250 V/AC)
angeschlossen werden.
Messdauer bei Leistungsmessung: 0 - bis 1150 W Dauermessung, 1150W bis 2500 W
max. 10Sek. mit 15 Min. Pause.
AUTO-POWER-OFF-FUNKTION
10.
Um die Lebensdauer der Batterie nicht unnötig zu verkürzen, ist eine automatische Abschaltung eingebaut.
Das Messgerät wird werksseitig nach 10 Minuten abgeschaltet. Diese Zeit kann im Setup-Menü geändert
oder auch deaktiviert werden. Durch Drücken der blauen Taste oder Betätigung des Drehschalters kann
das Messgerät wieder eingeschaltet werden.
Bei aktivierter „Send“-Funktion (aktuelle Messwerte werden an Schnittstelle übertragen) ist die Auto-
Power-OFF Funktion deaktiviert.
