62
• Het soldeerstation mag niet vochtig of nat worden. Als u een vochtige
spons wil gebruiken om de soldeerpunt af te wrijven, mag deze alleen
in de overeenkomstige opening van de soldeerboutinstallatie worden
geplaatst.
•
Gebruik de soldeerbout nooit om vloeistoffen op te warmen.
• Solder nooit aan bouwonderdelen of bouwelementen die onder span-
ning staan. Schakel vooraf altijd de spanning uit.
Opgelet! Bij het vastnemen of het solderen aan condensatoren (of
gelijkaardige bouwelementen) of daarmee verbonden leidingen/gelei-
derbanen kan het tot een levensgevaarlijke elektrische slag komen!
Condensatoren kunnen ook nog uren na het uitschakelen van de be-
drijfsspanning geladen zijn!
• Naargelang het werkstuk of soldeerproces moet het werkstuk met be-
hulp van geschikte spaninrichtingen worden vastgemaakt. Daardoor
hebt u beide handen vrij voor het solderen.
• Houd de de werkplaats schoon.
• Werk uitssluitend bij voldoende verlichting van de werkplaats.
• Zorg tijdens het solderen voor voldoende ventilatie. Soldeer- en vloei-
middeldampen kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid.
• Nadat u met soldeertin hebt gewerkt, wast u beide handen grondig. Dit
geldt vooral bij het gebruik van loodhoudend soldeertin.
Neem het soldeertin nooit in de mond en eet niet tijdens soldeerwerk-
zaamheden.
Draag tijdens het solderen beschermende kleding en veiligheidsbril.
Vloeibaar soldeertin, soldeerspatten, etc. kunnen tot ernstige verbrandin-
gen of oogschade leiden!
• Gebruik bij het solderen nooit soldeervet, soldeerzuren of gelijkaardige
hulpmiddelen. Deze leiden tot een slechte soldeerplaats en kunnen
bovendien de soldeerpunt beschadigen. Plaats bij voorkeur een sol-
deerdraad met vloeimiddelkernen (zgn. soldeerdraad).