65
Ingebruikname
• Pak het soldeerstation uit en controleer of er geen onderdelen beschadigd zijn.
Beschadigde onderdelen mogen niet worden gebruikt.
• Zet de standaard voor de soldeerbout naast het soldeerstation.
• Steek de soldeerbout op de 5-polige bus van het soldeerstation. De stekker past
alleen met de juiste polariteit in de bus.
• Plaats de soldeerbout in de soldeerboutstandaard. Houd er hierbij rekening mee
dat de metalen schaal van de standaard erg lang heet is.
• Zet het soldeerstation op een stabiel en ongevoelig oppervlak.
• Steek de stekker in een spanningvoerend stopcontact en zet het soldeerstation
aan met behulp van de vermogensschakelaar (I = AAN / 0 = UIT).
• Stel met de temperatuurregelaar de gewenste soldeerbouttemperatuur in (ca. 270
- 360 °C voor loodhoudend soldeersel).
• U kunt de temperatuur ook met behulp van de functietoetsen (PRESET 1-3) instel-
len door gewoon op deze toetsen te drukken. De toetsen zijn met de volgende
temperatuurwaarden voorgeprogrammeerd:
PRESET 1
= 150 °C (stand-by)
PRESET 2
= 270 °C
PRESET 3
= 360 °C
Voor het wisselen van een preset-stand is een korte druk op een andere toets
voldoende. Een preset-stand wordt door een wijziging op de temperatuurregelaar
verlaten.
De temperatuursensor is in principe in het verwarmingselement geïnte-
greerd en niet in de vervangbare soldeerpunt.
Daarom heeft de soldeerpunt nog wat tijd nodig om tot op de ingestelde
temperatuur op te warmen..
• De balkaanduiding (2) geeft het verwarmingsvermogen van de soldeerbout aan.
Het aantal balken neemt af wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt. Als de
temperatuur bij het afstellen wordt overschreden, dooft dit scherm tot de correcte
temperatuur weer is bereikt.