![SOLIS Chamber Vac Pro 5702 Скачать руководство пользователя страница 79](http://html.mh-extra.com/html/solis/chamber-vac-pro-5702/chamber-vac-pro-5702_user-manual_1315972079.webp)
157
156
s
TIPS VOOR HET OPTIMAAL VACUMEREN
1.
Doe de zak niet te vol.
Laat altijd genoeg plaats vrij aan het open uiteinde
van de zak om het uiteinde probleemloos om de metalen vlakken en onder de
bevestigingsbeugel te kunnen leggen. Neem een afstand van 8 cm in acht tussen
de inhoud van de zak en het einde van de zak, plus 2 cm voor de sealnaad en
2,5 cm voor iedere keer dat u daarna nog van plan bent de zak te openen en
opnieuw te vacumeren.
2.
Het open uiteinde van de zak mag niet nat zijn
omdat een natte zak niet
kan worden geseald. Als u vloeistoffen wilt vacumeren, verhoogt u de vacuüm-
duur tot 60 – 80 seconden en de sealduur tot 8 seconden.
3.
Zorg dat het open uiteinde van de zak schoon is en trek het recht
voor
het sealen. Zorg ervoor dat er zich geen resten van levensmiddelen op de rand
bevinden en dat er geen vouwen aan de opening van de zak zijn. De gesealde
naad moet volledig glad zijn om goed af te sluiten.
4.
Laat in geen geval te veel lucht in de zak zitten.
Druk voor het vacumeren
iets op de zak zodat er zoveel mogelijk lucht uit de zak ontsnapt. Te veel lucht in
de zak vergt meer vermogen van de vacuümpomp waardoor ze overbelast kan
raken. Het gevolg daarvan is dat mogelijk niet alle lucht kan worden afgezogen.
5.
Vacumeer geen levensmiddelen met scherpe randen
zoals visgraten en
schelpdieren. De scherpe randen kunnen de folie scheuren zodat die niet meer
goed afsluit.
Wikkel
de scherpe randen en punten
in met gevouwen keuken-
papier
om de zakken niet te beschadigen of te perforeren.
6. Laat het apparaat
na elk vacumeerproces minstens 1 minuut afkoelen,
alvorens de volgende zak te vacumeren.
7. Als de vereiste
vacuümdruk na ong. twee minuten
om welke reden
dan ook
niet is bereikt,
schakelt
het
apparaat automatisch uit
. Controleer in dit geval
of het deksel niet goed sluit en of de dichtingen vuil zijn of slijtage vertonen.
8. Tijdens het vacumeerproces kunnen kleine hoeveelheden vloeistof, kruimels
of etensresten in de vacuümkamer worden gezogen. Reinig indien nodig de
vacuümkamer na elk vacumeerproces. Voor gepureerde of fijngemalen levens-
middelen geldt: doe de zak niet te vol en leg keukenpapier in de zak voor u
gaat vacumeren.
9.
Voor de beste vacuümresultaten
moeten
vruchten over het algemeen
bevroren zijn
en
moeten groenten eerst
worden geblancheerd.
10.
Delicate levensmiddelen
zoals gebak of bessen moeten met een kortere vacu-
umduur worden gevacumeerd (30 – 40 seconden). U kunt ze ook eerst
24 uur
invriezen
en vervolgens in de zak vacumeren.
– Als u licht vochtige levensmiddelen of vloeistoffen vacumeert, kan er vocht in de
vacuümkamer terechtkomen. Reinig de vacuümkamer met een vochtige schone
doek en maak haar vervolgens droog.
III. MARINEREN VAN LEVENSMIDDELEN:
FUNCTIE MARINATE (7)
●
Met de marineerfunctie kunt u levensmiddelen zoals vlees en vis marineren. Bij
de marineerfunctie wordt het vacuümproces gedurende 99 seconden ingescha-
keld en vervolgens uitgeschakeld. Het sealproces wordt niet gestart.
1. Leg de gemarineerde levensmiddelen in een open container of een bord dat in
de vacuümkamer past.
2. Open het deksel van het apparaat tot tegen de aanslag.
3. Zet de container of het bord in de vacuümkamer.
4. Sluit het deksel weer.
5. Druk op de knop
Marinate
. Op het display
Vacuum Time
verschijnt de stan-
daardinstelling 99. Deze instelling moet u niet wijzigen.
6. Het controlelampje van
Marinate
licht op en de weergave op het display
Vacuum Time
telt af tot "0". Het controlelampje van
Marinate
knippert nog
enkele seconden. Zodra het marineerproces is voltooid, gaat het controlelampje
uit.
7. Herhaal het marineerproces (stappen 5 en 6) nog twee keer zodat het levens-
middel optimaal is gemarineerd.
8. Open het deksel en haal het bord of de container uit het apparaat.
NL
NL