���
Z
Y
X
O
1
b
d
/ PM6
KLT
15
15 (13)
25
40
dB(A)
50 Hz
66
69
71
60 Hz
68
72
73
kg
3 ~
27
32
49
1 ~
30
35
52
mm
476
407
507
593
mm
252
231
252
269
mm
246
286
246
281
Storingen en oplossingen
1.
De druk- vacuümpomp wordt door motorbeveiligingsschakelaar uitgeschakeld:
1.1 Netspanning/Frequentie komt niet overeen met motorgegevens.
1.2 Aansluiting aan motorklemmenstrook is niet juist.
1.3 Motorbeveiligingsschakelaar is niet juist afgesteld.
1.4 Motorbeveiligingsschakelaar valt te snel uit.
Oplossing: Gebruik van een motobeveiligingsschakelaar met vertraagde overbelasting uitschakeling, die de kortstondige overbelasting bij
starten toestaat. ( uitvoering met kortsluit- en overbelastingschakeling vlgs. VDE 0660 Deel 2 resp. IEC 947-4).
1.5 Het filterpatroon van het uitblaasfilter is vervuild.
1.6 De regelventielen zijn vervuild, waardoor de toelaatbare druk- en vacuümwaarde wordt overschreden.
2.
Zuig- of blaascapaciteit is onvoldoende:
2.1 Aanzuigfilter en/of uitlaatfilter is vervuild.
2.2 Leidingen te lang of te klein in diameter.
2.3 Lekkage aan de pomp of in systeem.
2.4 Lamellen zijn beschadigd.
3.
De druk- vacuümpomp wordt te heet.
3.1 Omgeving- of aanzuigtemperatuur is te hoog.
3.2 Koelluchtstroom wordt verstoord.
3.3 Als onder 1.5 en 1.6
4.
De druk- vacuümpomp maakt abnormaal lawaai:
4.1 Het pompenhuis is versleten. (wasbord effect).
Oplossing: Reparatie door leverancier.
4.2 Het regelventiel vibreert.
Oplossing: Ventiel vervangen.
4.3 Lamellen zijn beschadigd.
Noot:
Reparatie werkzaamheden: Bij reparatie ter plaatse moet de motor door een erkende installateur van het net losgekoppeld worden, zodat geen
onverwachte start plaatsvinden kan.
Voor reparatie adviseren wij de fabrikant, zijn dochtermaatschappijen of vertegenwoordigingen in de arm te nemen, in het bijzonder wanneer
het eventuele garantie reparaties betreft. Het adres van de betreffende service afdeling kan bij de fabrikant opgevraagd worden (zie adres
fabrikant).
Na een reparatie resp. voor de weer inbedrijfsname zijn de onder ” Installatie ” gegeven maatregelen voor de eerste inbedrijfsname uit te
voeren.
Intern transport: Voor het hijsen en transporteren kan de KLT 15 - KLT 40 aan het hijsoog opgepakt worden.
Gewichten volgens tabel.
Opslag: De KLT moet in een droge ruimte met normale
vochtigheidsgraad opgeslagen worden. Bij een relatieve
vochtigheid van meer dan 80% adviseren wij de opslag
in een gesloten verpakking met bijgevoegde droog-
middel.
Afvoer: De slijtdelen ( als zodanig in de onderdelenlijst
aangegeven) zijn geen normaal afval en dient volgens
geldende regels te worden afgevoerd.
Onderdelenlijst:
E 480
➝
KLT 10 - KLT 40 (01) - (09)
E 482
➝
KLT 15 (13)
Geluidsniveau (max.)
Gewicht (max.)
Lengte
Breedt
Hoogte
1.2001