76
8. Bedieningselementen van de afstandsbediening
A Aan/uit-schakelaar:
Hiermee kunt u de afstandsbediening in- en uitschakelen. Als de schakelaar in de richting van
de telescoopantenne geschoven wordt, is de afstandsbediening ingeschakeld.
B Trimregelaar voor de besturing/rechtuitrijden (“ST.TRIM”):
Als tijdens het rijden het draaiwieltje (
H
) losgelaten
wordt, moet het voertuig zo recht mogelijk rijden. Een beetje stuurspeling is evenwel normaal.
C Trimregelaar voor de motor (“TH.TRIM”):
Hiermee kan de nulstand voor de motor ingesteld worden. Dit betekent
dat het voertuig blijft staan als u de hendel (
K
) loslaat (geen vooruit/achteruitrijden als de hendel losgelaten wordt,
geen motorgeluiden).
D Laadaansluiting:
Via deze aansluiting kunnen accu´s in de afstandsbediening direct opgeladen worden. Hiertoe is
er een geschikte acculader nodig (niet meegeleverd) die op 8 cellen ingesteld kan worden (9,6V). Het midden-
contact van de laadaansluiting is plus/+. De laadstroom en de laadduur moeten overeenkomstig de aanwijzingen
van de betreffende accufabrikant gekozen worden.
Let op!
Als u een acculader aansluit, mogen er geen batterijen maar enkel oplaadbare accu´s in de
afstandsbediening zijn. Batterijen kunnen niet opgeladen worden. Brand- en explosiegevaar!
Gebruik geen snellader!
I
H
G
F
A
J
K
L
E
D
C
B