126
14. Onderhoud en verzorging
De buitenkant van het model en de afstandsbediening mogen uitsluitend met een zachte, droge doek of borstel
worden gereinigd. U mag in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplosmiddelen gebruiken
omdat hierdoor het oppervlak van de behuizingen beschadigd kan worden.
Alle draaibare onderdelen moeten gemakkelijk kunnen bewegen, maar mogen geen speling in de lagers vertonen. De
motorassen en de rotoras moeten volledig recht zijn afgesteld en mogen niet „onrond“ lopen.
a) Vervangen van de rotorbladen
Als een rotorblad door contact met een hindernis zichtbare scha-
de heeft opgelopen (scheuren of afgebroken delen), moet het
rotorblad worden vervangen.
Eerst moeten de aansturingsstangen (1) voorzichtig van de
kogelscharnieren van de rotorbladen worden afgekoppeld.
Aansluitend worden de houderschroeven (2) verwijderd.
Daarna worden de beide rotorbladen van elkaar gescheiden en
van de rotorkop afgenomen.
Bij de montage van de nieuwe rotorbladen moeten eerst de beide
draaitappen (3) in de rotorkop worden gestoken en aansluitend
beide bladen aan elkaar worden gevoegd.
Wanneer de rotorbladen juist gemonteerd zijn, worden de
houderschroeven ingedraaid.
Tot slot worden de aansturingsstangen opnieuw ingehangen.
b) Vervangen van de staartrotorpropeller
De propeller van de staartrotor (1) is op de motoras (2) gestoken
en kan makkelijk van de as worden getrokken.
Trek de defecte propeller met de vingers af en let bij het aftrekken
en monteren op dat de motoras niet wordt gebogen.
Afbeelding 26
Afbeelding 27
Содержание Exceed
Страница 130: ...130 ...
Страница 131: ...131 ...