115
e) Montage van de hoogtebesturing
• De hoogtebesturing (1) wordt van boven af op het
rompuiteinde geplaatst, exact uitgericht en aansluitend
met behulp van twee 2 x 8 mm schroeven (2) tegen de
romp bevestigd.
De stuurhefboom voor het hoogteroer (3) moet daarbij
naar boven gericht zijn.
• De beide afstanden ‘C’ moeten hierbij dezelfde lengte
hebben. Bovendien moeten de uiteinden van de
hoogtesturing een gelijke afstand ‘D’ tot de draagvlakken
vertonen.
Een tip uit de praktijk:
Een schuine stand van de hoogtebesturing herkent u
snel, als u het model van op enige afstand van achter
aan bekijkt.
Eventueel kunnen smalle papierstroken tussen de romp
worden geschoven, om een zekere schuine stand weg
te werken.
f) Sturing van het hoogteroer
• Hang de vorkkop (1) van de hoogteroerstang (in de
vliegrichting gezien de rechter stang) in de middelste
boring van de hoogteroerhefboom (2). Het hoogteroer
(3) moet nu exact in de middelstand staan.
Bekijk uw model ook nu weer van op enige afstand van
achteren, en u merkt u meteen, of het hoogteroer in het
midden staat of licht naar boven resp. naar beneden
wijst.
• Als dat nodig is kunt u door verdraaien van de
uitgehangen vorkkop de lengte van de stang (4)
veranderen en zo de hoogteroerklep exact afregelen.
C
C
C=C
D=D
D
D
Afb. 10
Afb. 11
Содержание 20 55 11
Страница 130: ...130 ...
Страница 131: ...131 ...