109
Let op!
De vliegregelaar in het model beschikt over een veiligheidsschakelaar die het per ongeluk aanlopen
van de aandrijfmotor voorkomt.
Onafhankelijk echter daarvan moet u vóór iedere inbedrijfstelling van de zender nagaan of de
schuifregelaar voor het motortoerental (zie afb. 3, positie 12) in de stand ‘motor uit’ staat. Hiervoor moet
de regelaar geheel naar beneden in de stand ‘L’ geschoven zijn.
In tegenstelling tot de stuurknuppels voor het hoogte- en richtingsroer, die altijd zelfstandig in de
middenpositie terugveren, blijft de schuifregelaar altijd op de als laatste ingestelde positie staan.
Als de accu´s opgeladen zijn of als er nieuwe batterijen geplaatst werden, moet u de antenne van de zender volledig
uittrekken en de zender ter controle met behulp van de functieschakelaar (zie afbeelding 2, positie 6) inschakelen. De
rode en groen lichtdiode (zie afb. 2, positie 11) branden en informeren u daarmee over de toereikende stroomverzorging
van de zender.
Is de stroomverzorging niet meer toereikend voor het correcte gebruik van de zender (ongeveer 8,8 V), dan begint de
rode lichtdiode te knipperen, er klinkt bovendien elke seconde een waarschuwingstoon. In zo´n geval moet u het
gebruik van het modelvoertuig zo snel mogelijk stopzetten.
Als u de zender verder wilt gebruiken, moet u nu de accu’s opladen of nieuwe batterijen plaatsen.
Om het memory effect bij NiCd accu´s te vermijden, mag u de accu’s pas dan weer opladen wanneer ze volledig
ontladen zijn.
Содержание 20 55 11
Страница 130: ...130 ...
Страница 131: ...131 ...