110
d) Vliegregelaar programmeren
De vliegregelaar biedt een in- en uitschakelbare remfunctie. Om de remfunctie in of uit te schakelen, brengt u de stuurknuppel op de ingeschakelde zender in de
volgas-stand voor max. motorvermogen.
Sluit nu de vliegaccu aan. Nadat de motor vier afzonderlijke tonen gaf met een verschillende toonhoogte, schuift u de stuurknuppel op de zender in de stand
‘motor uit’ en wacht u tot de motor opnieuw drie afzonderlijke tonen afgeeft.
Koppel daarna de accu los van de regelaar en sluit deze opnieuw aan. De remfunctie is nu omgeschakeld.
e) Instellen van de roeruitslagen
Bij een correcte bouw moeten de roeren (gemeten aan de achterzijde) de volgende uitslagwaarden vertonen:
Rolroer
20 – 25 mm naar boven
20 – 25 mm naar beneden
Hoogteroer
30 – 40 mm naar boven
30 – 40 mm naar beneden
Zijroer
35 - 50 mm naar links
35 - 50 mm naar rechts
Let op:
Om ervoor te zorgen dat het model bij de aangegeven roeruitslagen niet te nerveus op slechts geringe stuurcorrecties reageert, dient u ca. 50%
exponentiële functie bij te mengen.
Belangrijk!
De aangegeven waarden geven de onderste en de bovenste grenswaarden van de roeruitslagen. Naargelang uw persoonlijke stuurgewoonte
moet u de uitslagen individueel aanpassen.
In de praktijk is gebleken dat het de moeite loont de roerwerking per inschakelbare dual-rate-functie te reduceren.
Содержание 20 55 05
Страница 114: ...114 Bild A Figure A Afb A ...
Страница 115: ...115 Bild B Figure B Afb B Bild C Figure C Afb C ...