Ransomes VA Series, Руководство по безопасности и эксплуатации

Страница: 25 / 160

NL F
GB-F-NL-23
RANSOMES T-PLEX 180
OPERATORS MANUAL
FONCTIONNEMENT DE LA
MACHINE
Lire les consignes de sécurité.
Avant de démarrer le moteur, vérifiez les éléments
suivants :
(a)
Le réservoir à carburant contient de l’essence
sans plomb.
(b) Le carter d’huile contient l’huile recommandée
(“Spécifications Moteur”). Vérifiez la jauge.
DEMARRAGE DU MOTEUR
1. Ouvrez le robinet de carburant se trouvant sous
le réservoir, à l’arrière de la machine.
2. Veillez à ce que les cylindres de coupe soient
débrayés et que les unités soient levées.
3. Utilisez le starter si le moteur est froid.
4. Placez le levier de commande d’accélérateur
au milieu de la gamme de vitesses.
5. Faites tourner le démarreur dans le sens des
aiguilles d’une montre et placez-le sur
“Démarrer”. Le moteur doit normalement
démarrer, toutefois, s’il ne démarre pas dans
les 10 secondes, attendez 30 secondes de
plus avant d’essayer de le faire redémarrer.
REMARQUE : Le démarreur retourne
automatiquement sur “Démarrer” dès qu’il n’est plus
sur “Marche”.
IMPORTANT : IL NE FAUT PAS se servir du
contacteur à clé quand le moteur tourne.
6. Il faut toujours laisser le moteur chauffer
suffisamment avant de vous en servir et de le
faire tourner au maximum afin d’éviter de
l’endommager prématurément.
ARRET DU MOTEUR
1. Débrayez l’entraînement des cylindres de
coupe et levez les unités.
2. Placez le levier de commande d’accélérateur
au ralenti et laissez le moteur tourner 30
secondes, au minimum, pour qu’il ne
s’endommage pas.
3. Placez le démarreur sur “Arrêt”.
BEDIENING
Lees eerst de veiligheidsvoorschriften!
Vóór het starten van de motor de volgende controles
uitvoeren:
(a)
De brandstoftank is met loodvrije benzine
gevuld.
(b) Motorcarter is met de juiste smeerolie gevuld
(zie motor – specificaties). Controleer de
peilstok.
DE MOTOR STARTEN
1. Draai de brandstofkraan open die zich onder
de brandstoftank aan de achterkant van de
machine bevindt.
2. Zorg ervoor dat de aandrijving naar de
maaicilinders is uitgeschakeld en dat de
maaieenheden in de opgeheven (transport)
stand staan.
3. Trek de choke-knop uit. Als de motor warm is,
hoeft de choke niet gebruikt te worden.
4. Zet de gashendel in een “middelmatige”
snelheid stand.
5. Draai de contactsleutel naar rechts naar de
“start”-stand en de motor zal starten. Wacht,
als de motor na 10 seconden nog steeds niet
start, 30 seconden voordat U de motor
opnieuw probeert te starten.
OPMERKING:- De sleutel zal automatisch naar de
“in werking”-stand terugkeren als de sleutel in de
“start”-stand wordt losgelaten.
BELANGRIJK: De contactsleutel NIET gebruiken
terwijl de motor draait.
6. Laat de motor altijd eerst goed opwarmen
voordat hij volledig belast wordt en voordat er
met maximumsnelheid wordt gereden, omdat
anders de gebruiksduur van de motor verkort
wordt.
DE MOTOR UITSCHAKELEN
1. Schakel de aandrijving van de maaicilinder uit
en zet de maaieenheden omhoog.
2. Zet de gashendel in de “langzaam”-stand en
laat de motor gedurende minimaal 30
seconden in de “langzaam”-stand lopen om
schade aan de motor te voorkomen.
3. Draai de contactsleutel naar de “uit”-stand.