210
NL
T
raining
Autom. traject instellingen
De functie Autom. Traject tekent automatisch een traject op zonder dat daartoe de [LAP]-toets moet worden ingedrukt, telkens
wanneer een vooringestelde tijd, afstand of punt wordt bereikt.
Autom. Traject activeren en deactiveren
1
In het homescherm, tikken op het pictogram [Instellingen].
Hierdoor verschijnt het instellingenmenu.
2
Tikken op [Optekenen] en dan [Autom. traject] aanraken.
Hierdoor wordt Autom. Traject geactiveerd.
De functie Autom. Traject werkt alleen terwijl het optekenen aan de gang is. Ze werkt niet als het optekenen gestopt of in automatische
•
pauze is.
Voorwaarden voor Autom. Traject configureren
Gebruik de procedure hieronder om de voorwaarden (triggers) vast te leggen waarbij de functie Autom. Traject een traject
optekent.
1
In het homescherm, tikken op het pictogram [Instellingen].
Hierdoor verschijnt het instellingenmenu.
2
Tikken op [Optekenen] - [Autom. traject].
Hiermee verschijnt het scherm Autom. traject instellingen.
3
Tikken op [Triggertype automatisch traject] en een trigger selecteren om een traject op te tekenen.
U kunt [Locatie], [Afstand] of [Tijd instellen] selecteren als trigger.