DATASHEET
AX5500 SERIES
29
3.10.2 Constante spanningssystemen
Bij installaties met een groot aantal geluidverspreiders en/of zeer grote
afstand tussen versterkers en luidsprekers, is het beter een
verspreidingssysteem met constante spanning (ook wel hoge impedantie
genoemd) te gebruiken. Bij dit soort installatie zijn de geluidverspreiders,
voorzien van impedantieanpassingstransformatoren, alle shuntverbonden
(zie voorbeeld van Afb. 3.10.3). Deze bijzonderheid vergemakkelijkt de
totstandbrenging van de installatie en indien een luidspreker om de
een of andere reden van de lijn los mocht raken, werkt het overige
deel van de installatie gewoon door. De in de versterkeruitgang
beschikbare constante spanningen liggen tussen de
50
,
70
en
100 V
.
•
Berekening van het aantal klankverspreiders (via de kracht)
Er wordt vanuit gegaan dat zowel de versterker bepaald is (d.w.z. de
uitgangskracht van de versterker) als het type klankverspreider met
relatief opgenomen vermogen. In dit geval wordt het maximaal aantal
klankverspreiders dat met de lijn verbonden kan worden, vastgesteld
met behulp van de volgende formule:
Voorbeeld
: gebruik van een
AX5524
versterker met
plafondverbinding model
Paso C58/6-TB
. De versterker kan een
kracht van 240 W afgeven, terwijl een klankverspreider een kracht
van 6 W opneemt. Om vast te stellen hoeveel klankverspreiders op de
uitgangslijn zijn aangesloten, berekent men:
240 W
6 W
=
40
Aantal klankverspreiders
=
• Berekening van het aantal klankverspreiders
(via de impedanties)
Indien men de impedantie van de klankverspreider kent, is het maximaal
aantal op een lijn verbindbare klankverspreiders:
N.B.
: in het meer algemene geval waarin de luidsprekers van verschillende
types zijn en/of met verschillend vermogen zijn aangesloten, is het
belangrijk na te gaan of het totale door de luidsprekers gevraagde
vermogen (dit is eenvoudigweg de som van de afzonderlijke vermogens)
lager is dan het nominale vermogen van de versterker.
waar de nominale versterkerimpedantie afgeleid kan worden uit
tabel 3.10.1.
Voorbeeld
: gebruik van een
AX5524
versterker met
klankverspreiders model
Paso C55
, met een impedantie gelijk aan
500 ohm. Op tabel 3.10.1 ziet men dat de nominale 100 V
lijnbelastingsimpedantie gelijk is aan 41,7 ohm.
Dus:
3.11 Uitgang recorder en aansluiting equalizer
In gevallen waarin akoestische bewerking van het signaal vereist
is, is het mogelijk een equalizer of andere signaalverwerker aan te
sluiten op de aansluitingen
PWR IN
en
PRE OUT
(
23
) van het
apparaat. Voor installatie van de equalizer moet de schakelaar
LINK
op de achterkant van het apparaat in de stand
OFF
staan. Deze
installatie maakt akoestische correctie van ruimtes met bijzonder
veel galm en onderdrukking van akoestische feedback luidspreker-
microfoon (Larsen effect) mogelijk. Indien er geen externe
apparatuur is aangesloten via de aansluitingen
PWR IN
e
PRE
OUT
, moet de schakelaar
LINK
in de stand ON staan om de
continuïteit van de versterkingsketen te handhaven.
Op de uitgangsaansluiting
TAPE OUT
(
25
) is het stuursignaal van
het vermogensdeel beschikbaar, bestaand uit de menging van de
verschillende bronnen vóór de algemene volumeregeling (
5
).
Dit signaal kan gebruikt worden voor het besturen van
vermogenseenheden en/of naar een opnameplaat gestuurd worden.
De uitgang
LINE OUT
(
22
) is een gebalanceerde uitgang, die gebruikt
kan worden voor de aansluiting op een eventueel aanwezige
versterker met een extern vermogen (booster).
3.10.2 Sistemas de tensión constante
En caso de instalaciones con muchos difusores y/o con distancias largas
entre amplificadores y altavoces es preferible utilizar un sistema de
distribución de tensión constante (definido también como de alta
impedancia). En este tipo de instalación, todos los difusores, provistos
de transformadores de adaptación de impedancia, están conectados en
derivación de la línea (ver el ejemplo de la Fig. 3.10.3); esto facilita la
realización de la instalación y además permite que el resto de la instalación
continúe funcionando regularmente cuando un altavoz, por cualquier
motivo, se desconecta de la línea. Las tensiones constantes disponibles
a la salida del amplificador son de
50
,
70
y
100 V
.
•
Cálculo del número de difusores (mediante las potencias)
Supongamos que hemos definido tanto el amplificador (es decir su
potencia de salida) como el tipo de difusor con la correspondiente
potencia absorbida. En este caso el máximo número de difusores que
se puede conectar a la línea está determinado por la siguiente fórmula:
Ejemplo
: utilicen un amplificador
AX5524
con un plafón modelo
Paso
C58/6-TB
. El amplificador es capaz de suministrar una potencia
equivalente a 240 W, mientras un difusor absorbe una potencia de 6 W.
Para saber cuántos difusores se pueden conectar a la línea de salida
se calcula:
• Cálculo del número de difusores
(mediante las impedancias)
Si el dato a disposición es la impedancia del difusor, el número máximo
de difusores que se pueden conectar a una línea es:
N.B
: En el caso más general en que los difusores sean de tipo diferente
y/o estén conectados con diferente potencia, es importante verificar
siempre que la potencia total requerida por los difusores (conseguida
simplemente sumando las potencias individuales) sea inferior a la nominal
del amplificador.
donde la impedancia nominal del amplificador se halla mediante la
tabla 3.10.1.
Ejemplo
: utilicen un amplificador
AX5524
con difusores tipo
Paso
C55
, que presentan una impedancia equivalente a 500 ohm.
On la tabla 3.10.1 se ve que la impedancia nominal de carga de la línea
a 100 V equivale a 41,7 ohm.
Por consiguiente:
3.11 Salida grabadora y toma equalizador
En los casos en que fuese necesaria una elaboración acústica de la
señal, es posible conectar un ecualizador, u otro procesador de
señal, en las tomas
PWR IN
y
PRE OUT
(
23
) del aparato. Para la
activación del ecualizador el interruptor
LINK
, situado en la parte
trasera del aparato, debe estar en la posición
OFF
. Esta realización
permite corregir acústicamente ambientes particularmente
reverberadores y suprimir la retroacción acústica difusor-micrófono
(efecto Larsen). Si con el amplificador no hay conectados, mediante
las tomas
PWR IN
y
PRE OUT
, aparatos externos, el interruptor
LINK debe ponerse en la posición
ON
para mantener la continuidad
de la cadena amplificadora.
En la toma de salida
TAPE OUT
(
25
) hay disponible la señal de
pilotaje de la parte de potencia formada por la mezcla de las diversas
fuentes antes del mando de volumen general (
5
). Dicha señal puede
ser utilizada para pilotar unidades de potencia y/o ser enviada a
una platina grabadora.
La salida
LINE OUT
(22) es un salida balanceada que se puede utilizar
para la conexión con un eventual amplificador de potencia externo
(booster).
potencia amplificador
potencia difusor
Número de difusores
=
240 W
6 W
=
40
Número de difusores
=
Número de difusores =
impedancia difusor
impedancia nominal amplificador
500
Ω
41,7
Ω
Número de difusores
=
=
12
kracht versterker
kracht klankverspreider
Aantal klankverspreiders
=
impedantie klankverspreider
nominale versterkerimpedantie
Aantal klankverspreiders
=
500
Ω
41,7
Ω
=
12
Aantal klankverspreiders
=