NL
45
Automatische nachtmodus: overdag gereduceerd vermogen. 's Nachts
maximaal vermogen (bijv. om wild tegen te houden, bij dieren die 's nachts
actief zijn)
Licht uit
Activiteitsmodus: geen omheiningsspanning.
Door lang te drukken op de MODE-toets gaat het apparaat in de activiteitsmodus. Later kort
indrukken van de MODE-toets zet het apparaat terug in de modus waarin het zich voor de
activiteitsmodus bevond. Wanneer de accu aan het schrikdraadapparaat wordt aangesloten,
neemt het apparaat de modus aan, waarin het zich voor het loskoppelen van de accu bevond.
De lichtsterktesensor voor de automatische modi bevindt zich op het bedieningsveld onder de
omheiningsspanningsaanduiding.
De sensor mag niet bedekt worden!
BELANGRIJK!
Bij montages binnen moet er bij WZG-schrikdraadapparaten met
lichtsterktesensor steeds op worden gelet, dat op de montageplek voldoende daglicht
aanwezig is, om de automaat-modi te kunnen gebruiken!
In de betreffende bedrijfsmodus regelt het omheiningsapparaat de impulsspanning ook met
betrekking tot de omheidingstoestand. Daarom is de bedrijfsduur van een accu bij korte
omheiningen in goede toestand (zonder begroeiing) het langst.Wanneer bij bedrijfsbegin van
het schrikdraadapparaat de bovenste MODE-LED gedurende langere tijd brandt, voor die in
de impulsslag knippert, geeft die een functiestoring aan. Batterij losmaken, een ogenblik
wachten en nog eens op het schrikdraadapparaat aansluiten. Als de foutmelding zich
herhaalt, moet het apparaat losgekoppeld worden en voor reparatie aangeboden worden.
3.2.2. WZG 250B+ omheiningsspanningsaanduiding
Het schrikdraadapparaat mist de omheiningsspanning en knippert na de impulsslag kort.
Daarbij symboliseert de kleur van het licht de betreffende spanning (ca.7 kV = groen, 5 kV =
groen, 3 kV = geel of 2 kV = rood). Wanneer geen van de lichten knippert, is de
omheiningsspanning onvoldoende. Indien de modus
’Gereduc. vermogen’ is geselecteerd,
kiest u eerst de modus ’Maximaal vermogen’. Als ook nu geen van de lichten knippert
(omheiningsspanning nog steeds onvoldoende), moet de omheining gecontroleerd en
eventueel gerepareerd worden.
3.2.3. WZG 250B+ accuspanningsaanduiding
Functie /
accuaanduiding
Laadtoestand /
accu
Maatregel
Groen (bovenste LED)
75
—100 %
Accu OK
Groen (onderste LED)
50
—75 %
Accu OK
geel
25
—50 %
Accu moet geladen worden.
rood
onder 25 %
Batterij zo snel mogelijk laden.
Rood knipperend
leeg
Accu direct laden, om blijvende schade
aan de batterij te vermijden! Het
vermogen werd al gereduceerd, als de
bescherming tegen diepontlading
geactiveerd is.
Om het stroomverbruik van het apparaat zo laag mogelijk te houden, brandt de MODE-LED
bij lage accuspanning niet continu, maar knippert gedurende de impulsslag kort.
3.2.4. WZG 250B+ bij gebruik met zonnemodule