151
Inverter zwembad warmtepomp
NL
geforceerde
ontdooifunctie
4.14
Parametertabel
4.15
Druk gedurende 3 seconden op
en de pijltoets om de functie geforceerd
ontdooien te openen.
P01
instellen van de temperatuurafwijking voor
de herstart
1 ~ 18 °C
1 °C
P02
gereserveerd
—
—
P03
gereserveerd
—
—
P04
instellen van de koeltemperatuur
8 ~ 28 °C
27 °C
P05
instellen van de verwarmtemperatuur
15 ~ 40 °C
27 °C
P06
beveiliging tegen te hoge drukgastemperatuur 80 ~ 125 °C
120 °C
P07
temperatuur-reset bij te hoge druk-
gastemperatuur
50 ~ 100 °C
95 °C
P08
beveiliging compressorstroom
2 ~ 50 A
gereserveerd
P09
instellen van de compensatiecoëffi ciënt
van de watertoevoertemperatuur
-5 ~ 15 °C
0 °C
P10
gereserveerd
—
—
P11
automatische activeringstijd voor
het begin van het ontdooien
20 ~ 90 min
45 min
P12
temperatuur voor activering
van de ontdooifunctie
-15 ~ -1 °C
-3 °C
P13
maximale duur van het ontdooiproces
5 ~ 20 min
8 min
P14
temperatuur voor deactivering
van de ontdooifunctie
1 ~ 40 °C
20 °C
P15
Temperatuurverschil tussen mgevings-
luchttemperatuur en spiraaltemperatuur
tijdens ontdooien
0 ~ 15 °C
2 °C
P16
Omgevingstemperatuur tijdens ontdooien
0 ~ 20 °C
17 °C
P17
werkingsperiode van de expansieklep
20 ~ 90 s
45 s
P18
streef-oververhittingstemperatuur
tijdens verwarmen
-5 ~ 10 °C
1 °C
P19
EEK Aanpassing van de drukgastemperatuur
70 ~ 125 °C
95 °C
P20
stand van EEK
20 ~ 450
300
P21
mini-opening voor de
elektronische expansieklep
50 ~150
80
P22
EEK functionaliteit
0 = jaarlijks / 1 = auto
1
P23
EEK jaarlijkse stap
20 ~ 450
350
P24
setpoint oververhittingstemperatuur
tijdens koelen
-5 ~ 10 °C
3 °C
P25
uitschakeltijd van de pomp na het
bereiken van de ingestelde temperatuur
1 ~ 99 min
45 min
P26
werktijd van de pomp na het bereiken
van de ingestelde tijd
1 ~ 99 min
5 min
P27
EEK-functionaliteit tijdens koelen
0 = omgeving /
1 = oververhittingstemperatuur
1
P28
servobesturingsmodus fi lterpomp
0 = stop / 1 = werking
1
code
betekenis
aanpassingsbereik
standaard-
waarde
* Met parameter 01 kan de
temperatuurafwijking worden
gewijzigd ten opzichte van de
streeftemperatuur, waardoor
de warmtepomp weer wordt
ingeschakeld.
Voorbeeld: Stel dat de waarde
van parameter 01 +1 °C is.
Na het bereiken van de gewens-
te temperatuur (bijv. +27 °C),
wordt de warmtepomp weer
ingeschakeld zodra de zwem-
badtemperatuur daalt tot +26
°C (27 - 1).
** Parameter 28: regelmodus van
de circulatiepomp. Wanneer u
uw warmtepomp inschakelt,
start de circulatiepomp en 1
minuut later wordt de com-
pressor van de warmtepomp
geactiveerd. Als de warm-
tepomp stopt, stoppen de
compressor en de ventilator
en na 30 seconden stopt ook
de circulatiepomp. Tijdens een
ontdooicyclus blijft de circula-
tiepomp werken, ongeacht de
geselecteerde bedrijfsmodus.