17
NL
M1.1.HB250CF.NLFREN - 05012018
Test met belasting:
• Smeer alle smeerpunten en smeeroppervlakken. Controleer tegelijkertijd dat er geen olielekkage in het circuit is. Als alles
normaal is, kan de test met belasting uitgevoerd worden.
• Breng tussen de twee kolommen een voertuig met een gewicht binnen de capaciteiten van de hefbrug. Laat niemand het
voertuig benaderen en plaats de kussens op de hefarmen.
• Druk op de knop UP SB1. De sleden stijgen. Controleer of het voertuig stabiel is.
• Druk op de knop DOWN SB2 en controleer of het voertuig rustig en soepel daalt.
• Controleer of de pomp geen abnormaal geluid maakt. Druk op de knop LOCK SB3 en controleer of de
veiligheidsvoorziening correct werkt.
Controleer voordat u onder het voertuig begint te werken, dat de veiligheidsvergrendeling
ingeschakeld is, en dat er niemand is onder het voertuig tijdens het hef- en daalproces�
Het gewicht van het testvoertuig mag de maximale capaciteit van de hefbrug niet overschrijden�
Controleer dat er geen olielekkage is� Stop de machine te gebruiken in geval van een abnormale
situatie, en test de machine opnieuw nadat de storing verholpen werd� Na de test met belasting
zal de staalkabel wat verlengd worden� U moet een niveau aanpassing opnieuw uitvoeren� De
machine kan in bedrijf genomen worden nadat de stap “Installatie van de staalkabels” van
hoofdstuk 6�3 (pagina 12) herhaald werd�
8 Bediening
De hefbrug mag allen door gekwalificeerd en geschoold personeel gebruikt worden.
Controleer de volgende punten voor gebruik:
8�1 Voor de inbedrijfname
• De afscherming rondom de hefbrug moeten verwijderd worden, en de mensen moeten voor het begin van het werk het
voertuig verlaten.
• Controleer of de twee sleden synchroon stijgen en dalen.
• Controleer of de veiligheidshaak soepel en vertrouwbaar werkt.
• Controleer of er geen olielekkage is aan het reservoir, in de slang of aan de verbinding.
• Controleer of het geluid van de motor en van de pomp normaal is.
• Het gewicht van het voertuig mag de capaciteit van de hefbrug niet overschrijden.
8�2 Gebruiksinstructies
• Breng tussen de twee kolommen een voertuig met een gewicht binnen de capaciteiten van de hefbrug. Respecteer een
snelheid van 5 km/h.
• Stop de auto, trek de handrem aan, stel de hefarm en de kussens in, zorg ervoor, dat de steunpunten onder de hefpunten
van het voertuig zijn.
• Druk op de knop UP, laat het voertuig tot 200~250 mm boven de grond stijgen, controleer of de twee sleden
gesynchroniseerd zijn en of er geen afwijking ontstaat.
• Druk verder op de knop UP, laat het voertuig tot de gewenste hoogte stijgen.
• Controleer of de twee sleden gesynchroniseerd zijn, en als u een afwijking constateert, stop de hefbrug en neem deze
opnieuw in dienst wanneer de storing verholpen werd.
• U moet de machine vergrendelen (LOCK) alvorens het onderhoud uit te voeren. Controleer dat beide sleden op dezelfde
hoogte vergrendeld zijn alvorens met onderhoud of reparatie te beginnen.
• Voor het daalproces, controleer dat er geen voorwerp of mens staat rondom de hefbrug, de sleden of in het voertuig.
•
Druk op de knop DOWN, het tijdsrelais wordt geëlektrificeerd, de mechanische vergrendeling en het daalmagneetventiel
gaan open 2-3 seconden later, en de sleden dalen. De veiligheidshaak moet uit het gat komen, anders kan de hefbrug niet
dalen.
• Laat de sleden tot de laagste positie zakken, en vergeet niet de stroomvoeding te onderbreken na het einde van het werk.
copyrighted
document
- all
rights
reserved
by
FBC