51
NL
•
De binnenapparaten moeten tegen het plafond worden gemonteerd op
meer dan 2,5 m van de grond.
1.4. Voordat u het apparaat installeert (ver-
plaatst) - elektrische bedrading
Voorzichtig:
•
Het apparaat aarden.
- Sluit de aardleiding niet aan op een gasleiding, waterleiding, bliksemafleider
of aardleiding voor de telefoon. Een tekortkoming in de aarding kan elektri-
sche schokken veroorzaken.
•
Sluit het netsnoer zo aan dat er geen spanning op het snoer staat.
- Spanning kan er voor zorgen dat het snoer breekt, kan zorgen voor
oververhitting en kan brand veroorzaken.
•
Zorg dat er, zoals vereist, een stroomonderbreker wordt geïnstalleerd.
- Indien er geen stroomonderbreker wordt geïnstalleerd, kan er een elektri-
sche schok optreden.
•
Gebruik voor de elektrische aansluitingen kabels met voldoende stroom-
capaciteit.
- Kabels met een te lage capaciteit kunnen lekkage, oververhitting en brand
veroorzaken.
•
Gebruik alleen een stroomonderbreker en zekeringen met de gespecifi-
ceerde capaciteit.
- Een zekering of een stroomonderbreker met een hogere capaciteit of een
stalen of koperen draad kan een algemene storing of brand veroorzaken.
•
De onderdelen van de airconditioner mogen niet worden gewassen.
- Het wassen van de onderdelen kan elektrische schokken tot gevolg hebben.
•
Zorg ervoor dat de installatie plaat niet wordt beschadigd door lang gebruik.
- Wanneer schade niet wordt hersteld, kan het apparaat naar beneden vallen
en persoonlijk letsel of schade aan uw eigendommen veroorzaken.
•
Installeer de afvoerpijpen overeenkomstig deze installatiehandleiding,
zodat een goede afvoer is gewaarborgd. Zorg ervoor dat de pijpen
thermisch geïsoleerd zijn, om condensatie te voorkomen.
- Gebruik van verkeerde afvoerpijpen kan lekkage en schade aan het meubi-
lair of andere eigendommen veroorzaken.
•
Wees uiterst voorzichtig bij het transport van het product.
- Indien het product meer dan 20 kg weegt, dient het door meer dan één
persoon te worden gedragen.
- Bij sommige producten worden PP-banden bij de verpakking gebruikt. Ge-
bruik geen PP-banden voor vervoer. Het is gevaarlijk.
- Raak de vinnen van de warmtewisselaar niet aan. Anders zou u zich kunnen snijden.
- Wanneer u het buitenapparaat draagt, dient u het op te tillen bij de gespeci-
ficeerde punten aan de onderkant van het apparaat. Ondersteun het buiten-
apparaat eveneens op vier punten zodat het niet opzij kan glijden.
•
Wees voorzichtig als u het verpakkingsmateriaal wegdoet.
- Verpakkingsmateriaal zoals klemmen en andere metalen of houten onder-
delen kunnen snijwonden of andere verwondingen veroorzaken.
- Verscheur plastic verpakkingszakken en doe ze weg zodat kinderen er niet
mee kunnen spelen. Als kinderen spelen met een plastic zak die niet ge-
scheurd is, kan dit verstikkingsgevaar opleveren.
1.5. Voordat u het apparaat laat proefdraaien
Voorzichtig:
•
Zet de netspanningschakelaar ruim twaalf uur voordat u de airconditioner
gaat gebruiken aan.
- Als u het apparaat meteen nadat u de netschakelaar heeft omgedraaid aan-
zet, kunnen de interne onderdelen ernstig beschadigd worden. Gedurende
het seizoen waarin u het apparaat gebruikt, moet u de netschakelaar altijd
aan laten staan.
•
Raak schakelaars nooit met natte vingers aan.
- Het aanraken van een schakelaar met natte vingers kan een elektrische
schok veroorzaken.
•
Raak de koelstofpijpen niet met blote handen aan terwijl de airconditioner
werkt of vlak nadat deze heeft gewerkt.
- Terwijl de airconditioner werkt of vlak nadat deze heeft gewerkt, zijn de koel-
stofpijpen soms heet en soms koud, afhankelijk van de toestand van de
vloeistof die circuleert in de pijpen, de compressor en de andere onderdelen
van de koelstofcyclus. Uw handen kunnen verbranden of bevriezen als u de
koelstofpijpen aanraakt.
•
Gebruik de airconditioner niet wanneer de panelen en beveiligingen zijn
verwijderd.
- Roterende onderdelen, hete onderdelen en onderdelen onder hoge span-
ning kunnen lichamelijk letsel veroorzaken.
•
Zet de netspanning niet onmiddellijk na gebruik van het apparaat uit.
- Wacht altijd tenminste vijf minuten alvorens u de netspanning uit zet. Anders
kunnen lekkages of storingen ontstaan.
1.2. Voorzorgsmaatregels voor apparaten
die gebruik maken van de koelstof
R410A of R407C
Voorzichtig:
•
Maak geen gebruik van de bestaande koelstofpijpen.
- De oude koelstof en koelmachine-olie in de bestaande buizen bevat een
grote hoeveelheid chloor die ervoor kan zorgen dat de koelmachine-olie van
het nieuwe apparaat verslechtert.
•
Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme C1220-koperpijpen (Cu-DHP) als
koelstofpijpen zoals opgegeven in JIS H3300 “Naadloze pijpen en buizen
van koper of koperlegeringen”. Daarnaast dient u ervoor te zorgen dat de
binnen- en buitenoppervlakken van de pijpen schoon zijn en vrij zijn van
gevaarlijk zwavel, oxiden, stof/vuil, deeltjes ten gevolge van nasnijden,
olieresten, vocht of andere verontreinigingen.
- Verontreinigingen aan binnenkant van de koelstofpijpen kunnen ervoor zor-
gen dat de koelmachine-olieresten verslechteren.
•
Sla de te gebruiken pijpen binnen op en zorg ervoor dat beide uiteinden
van de pijpen afgesloten zijn, tot vlak voordat deze worden gesoldeerd.
(Sla ellebogen en andere verbindingsstukken op in een plastic zak.)
- Indien er stof, vuil of water in de koelcyclus terecht komt, kan dit verslechte-
ring van de olie of een storing in de compressor als gevolg hebben.
•
Gebruik (een kleine hoeveelheid) esterolie, etherolie of alkylbenzeen als
koelmachine-olie voor de coating van optromp- en flensverbindingen.
- De koelmachine-olie zal verslechteren indien deze met een grote hoeveel-
heid mineraalolie wordt gemengd.
•
Gebruik vloeibare koelstof om het systeem af te dichten.
- Indien gasvormige koelstof wordt gebruikt om het systeem af te dichten, zal
de samenstelling van de koelstof in de cilinder veranderen en kunnen de
prestaties verslechteren.
•
Gebruik geen andere koelstof dan R410A of R407C.
- Indien een andere koelstof (R22, enz.) wordt gebruikt, kan het chloor in de
koelstof ervoor zorgen dat de koelmachine-olie verslechtert.
•
Gebruik een vacuümpomp met een keerklep voor terugstroming.
- De olie van de vacuümpomp kan terugstromen in de koelcyclus en kan er-
voor zorgen dat de koelmachine-olie verslechtert.
•
Maak geen gebruik van het volgende gereedschap, dat wordt gebruikt bij
gangbare koelstoffen. (Gasverdeelventiel, vulslang, gaslekdetector, keer-
klep voor terugstroming, vulslang voor koelstof, vacuümmeter, appara-
tuur voor het terugwinnen van koelstof.)
- Indien er gangbare koelstof of koelmachine-olie worden gemengd met de
R410A of R407C, kan dat de kwaliteit van de koelstof aantasten.
- Indien er water wordt gemengd met de R410A of R407C, kan dat de kwaliteit
van de koelmachine-olie aantasten.
- Aangezien de R410A of R407C geen chloor bevatten, zullen gaslekdetectors
voor gangbare koelstoffen niet op deze koelstof reageren.
•
U dient geen gebruik te maken van een vulcilinder.
- Door gebruik te maken van een vulcilinder kan de koelstof verslechteren.
•
Wees uiterst voorzichtig bij het hanteren van het gereedschap.
- Indien er stof, vuil of water in de koelcyclus terecht komt, kan dit verslechte-
ring van de koelstof als gevolg hebben.
1.3. Voordat u het apparaat installeert
Voorzichtig:
•
Installeer dit apparaat niet op een plaats waar het kan worden blootge-
steld aan ontvlambare gassen.
- Wanneer er zich een gaslekkage voordoet en dit gas zich rond het apparaat
ophoopt, kan dit een ontploffing veroorzaken
•
Gebruik de airconditioner niet in een ruimte waar zich voedsel, dieren,
planten, precisie-instrumenten of kunstwerken bevinden.
- De kwaliteit van het voedsel enz., kan nadelig worden beïnvloed.
•
Gebruik de airconditioner niet in speciale ruimtes.
- Olie, stoom en zwavelhoudende dampen enz., kunnen de prestaties van de
airconditioner aanzienlijk verminderen of schade toebrengen aan de onderdelen.
•
Wanneer het apparaat geïnstalleerd wordt in een ziekenhuis,
communicatiestation, enz., dient te worden gezorgd voor afdoende be-
scherming tegen geluidsoverlast.
- De airconditioner kan foutief werken of in het geheel niet werken omdat het
wordt beïnvloed door omzetapparatuur, een eigen stroomgenerator, hoog-
frequente medische apparatuur of communicatieapparatuur waarbij gebruik
wordt gemaakt van radiogolven. Omgekeerd kan de airconditioner van in-
vloed zijn op zulke apparatuur omdat het apparaat ruis produceert die een
medische behandeling of het uitzenden van beelden kan verstoren.
•
Plaats het apparaat niet zo dat er lekkage kan optreden.
- Wanneer de luchtvochtigheid in de ruimte meer dan 80 % wordt of wanneer
de afvoerbuis is verstopt, kan er condensatie van het binnenapparaat aflo-
pen. Zorg, zoals vereist, tegelijk met het buitenapparaat voor afvoering.
2. Onderdelen van het binnenapparaat
Het apparaat wordt geleverd met de volgende onderdelen:
Nr.
Accessoires
Aantal
1
Geïsoleerde pijp (klein)
1
2
Geïsoleerde pijp (middelgroot)
1
3
Vastzetband (klein)
1
4
Vastzetband (groot)
4
5
Aftapslang
1
6
Leertje (met vulling)
4
7
Leertje (zonder vulling)
4
8
Slangenband
1
WT06135X02_nl.p65
2012.10.12, 2:42 PM
51
Содержание PEFY-P-VMHS-E
Страница 131: ......