55
NL
9.1. Bedrading voedingskabel
Soort kabel
Transmissiekabels
Afgeschermde draad (2-draads) CVVS, CPEVS of MVVS
ME kabels voor de afstandsbediening
MA kabels voor de afstandsbediening
Bemantelde 2-draads kabel (niet afgeschermd) CVV
Kabeldiameter
Meer dan 1,25 mm
2
0,3 ~ 1,25 mm
2
(0,75 ~ 1,25 mm
2
)*1
0,3 ~ 1,25 mm
2
(0,75 ~ 1,25 mm
2
)*1
Max. lengte: 200 m
De maximale lengte van de transmissiekabels voor central bediening en transmissiekabels
voor binnen/buiten (Maximale lengte via binnenapparaten): 500 m MAX
De maximale lengte van de bedrading tussen de stroomvoorziening voor transmissiekabels
(op de transmissiekabels voor central bediening) en elk buitenapparaat en de
besturingseenheid van het systeem bedraagt 200 meter.
Max. lengte: 200 m
Gebruik voor lengtes langer dan
10 meter kabels met dezelfde
specificaties als
transmissiekabels.
Opmerkingen
*1 Aangesloten met eenvoudige afstandsbediening.
CVVS, MVVS: PVC geïsoleerde PVC dubbelwandige, afgeschermde bedieningskabel
CPEVS: PE geïsoleerde PVC dubbelwandige, communicatiekabel
CVV: PVC geïsoleerde PVC bemantelde bedieningskabel
[Fig. 9.1.1] (P. 4)
A
B
C
Binnenapparaat
D
Trekdoos
(mm
2
)
*
1
Aarde
Capaciteit
Zekering
F0 = 16 A of minder *
2
*
2
*
2
1,5
1,5
1,5
20 A stroomgevoeligheid *
3
16
16
20
F0 = 25 A of minder
2,5
2,5
2,5
30 A stroomgevoeligheid *
3
25
25
30
F0 = 32 A of minder
4,0
4,0
4,0
40 A stroomgevoeligheid *
3
32
32
40
*1
F1 =
Binnenapparaat
V1
V2
Type1
PLFY-VBM, PMFY-VBM, PEFY-VMS, PCFY-VKM, PKFY-VHM,
PKFY-VKM, PFFY-VKM, PFFY-VLRMM
18,6
2,4
PEFY-VMA
38
1,6
PEFY-VMHS
13,8
4,8
Overige
Ander binnenapparaat
0
0
C :
F2 = 18,6
✕
4/8 + 38
✕
1/8
= 14,05
G1
Stroomgevoeligheid
V3
30 of minder
30 mA 0,1 sec of minder
1,5 mm
2
48
100 of minder
100 mA 0,1 sec of minder
2,5 mm
2
56
4,0 mm
2
66
20
C
10
8
6
4
3
2
1
0 1
0,1
1
10
60
600
6000
VOORBEELD
•
De voedingskabels van de apparatuur mogen niet lichter zijn dan de 245 IEC 57, 227 IEC 57, 245 IEC 53 of 227 IEC 53-norm.
• Bij installatie moet er een schakelaar met een contactafstand van ten minste 3 mm tussen de polen worden opgenomen in het voedingscircuit van de airconditioning.
G1 = (V2
✕
hoeveelheid van type1) + (V2
✕
hoeveelheid van type2) + (V2
✕
hoeveelheid van type3) + (V2
✕
hoeveelheid van overige) + (V3
✕
kabellengte [km])
*3 De stroomgevoeligheid wordt berekend met de volgende formule.
F2 = {V1
✕
(hoeveelheid van type1)/C} + {V1
✕
(hoeveelheid van type2)/C} + {V1
✕
(hoeveelheid van type3)/C} + {V1
✕
(hoeveelheid van overige)/C}
*Conditie PEFY-VMS
✕
4 + PEFY-VMA
✕
1, C = 8 (zie rechter voorbeeldschema)
Stroomonderbreker
Lokale schakelaar/Stroomonderbreker
Totale stroomsterkte van
het binnenapparaat
Minimale kabeldikte
Hoofdkabel
Aftakking
Aardeonderbreker
Lokale schakelaar (A) Onderbreker voor bekabeling (A)
(Circuitonderbreker)
Toepassen op IEC61000-3-3 ongeveer Max. toegestane systeemimpedantie.
De aardeonderbreker dient gelijkstroomcircuit te ondersteunen.
De aardeonderbreker dient het gebruik van een lokale schakelaar of de draadonderbreker te combineren.
*2 Neem de grotere van F1 of F2 als de waarde voor F0.
Totale maximale werkstroom van de binnenapparaten
✕
1,2
Type2
Type3
Meervoud van trippingstroom op trippingtijd 0,01s
Neem “C” van de trippingeigenschappen van de onderbreker.
<Voorbeeld van “F2” berekening>
16 A breker (Trippingstroom = 8
✕
16 A op 0,01s)
Kabeldikte
Gebruik niets anders dan de juiste stroomonderbreker en zekering. Het gebruik van zekeringen, kabels of koperen bedrading
met teveel capaciteit kan leiden tot storingen of brand.
Waarschuwing:
•
•
Voorzichtig:
Opmerkingen:
•
•
•
•
Zorg ervoor dat u de opgegeven bedrading gebruikt voor de verbindingen en er geen externe kracht op de aansluitingen wordt uitgevoerd. Als de
aansluitingen niet stevig worden bevestigd, kan er verhitting of brand optreden.
Sommige sites kunnen de installatie van een aardlekschakelaar voor de omvormer vereisen. Indien geen aardlekschakelaar is geïnstalleerd, bestaat
er gevaar op elektrische schok.
Zorg ervoor dat u het juiste type van overstroombeveiligingsschakelaar gebruikt. Merk op dat de opgewekte overstroom een gedeelte van de rechtstreekse stroom kan bevatten.
Dit apparaat is bedoeld voor de aansluiting op een stroombron met een maximaal toelaatbare systeem impedantie (zie IEC61000-3-3.) aan het aansluit punt
(stroomvoorzieningskastje) van de gebruikersvoorziening.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit apparaat slechts verbonden wordt met een stroombron die aan de bovenstaande vereiste voldoet.
Indien nodig, kan de gebruiker het openbaar elektriciteitsbedrijf vragen naar de impedantie van het systeem bij het aansluitpunt.
T
rippingtijd [s]
Nominale trippingstroom (x)
voorbeeldschema
,0
•
De diameter van de bedrading is de minimale waarde voor bedrading in een metalen buis. Als de spanning daalt, gebruik dan een draad die een rang dikker is in diameter.
Zorg ervoor dat de voedingsspanning niet meer dan 10% daalt.
•
Houd rekening met de omgevingsomstandigheden (temperatuur, direct zonlicht, regenwater, enz.) wanneer u de bedrading en aansluitingen uitvoert.
•
Gebruik toegewezen voedingen voor het binnenapparaat.
•
Specifieke bedradingseisen moeten beantwoorden aan de bedradingsvoorschriften van de regio.
WT06135X02_nl.p65
2012.10.12, 2:42 PM
55
Содержание PEFY-P-VMHS-E
Страница 131: ......