12 Automatische AF-meetflits
Zodra de omgeving zo donker is dat automatisch scherpstellen niet meer moge-
lijk is, wordt door de camera automatisch de AF-meetflits in de flitser geacti-
veerd. Daarbij wordt een streeppatroon op het onderwerp geprojecteerd waa-
rop de camera dan scherp kan stellen. De reikwijdte bedraagt ong. 6 m ... 9 m
(bij standaardobjectief 1,7/50 mm). Vanwege de parallax tussen objectief AF-
meetflits in de flitser bedraagt de dichtbij instelgrens met AF-meetflits ong. 0,7
m tot 1 m.
Om de AF-meetflits
door de camera te laten activeren, moet daarop
de autofocusfunctie ‘Single-AF (S)’ ingesteld zijn en moet de flitser opge-
laden zijn. Sommige camera’s ondersteunen alleen de in de camera
ingebouwde AF-meetflits. De AF-meetflits van de flitser wordt dan niet
geactiveerd (bijv. bij compactcamera’s; zie de gebruiksaanwijzing van
de camera)!
Zoomobjectieven met een lage grootste opening beperken de reikwijdte van de
AF-meetflits soms behoorlijk!
Verschillende cameramodellen ondersteunen alleen met de centrale AF-sensor
van de camera de AF-meetflits in de flitser. Als een niet-centrale sensor wordt
gekozen, dan wordt de AF-meetflits van de camera niet geactiveerd!
13 Ontsteeksturing (Auto-Flash)
Is er voor een opname voldoende omgevingslicht dan verhinderen sommige
camera’s het ontsteken van een flits. Bij het opnemen wordt dan geen flits ont-
stoken.
De ontsteeksturing werkt bij verschillende camera’s alleen in de functie geheel
automatisch geprogrammeerd of in programma ‘P’, c.q. moet op de camera
worden geactiveerd (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
☞
63
ń
Let er op, dat het richtgetal van de flitser bij de synchronisatie bij korte
belichtingstijden mede afhangt van de gekozen belichtingstijd: hoe kor-
ter de belichtingstijd, des te lager het richtgetal!
Het instellen van de automatische synchronisatie bij korte belichtingstijden moet
op de camera plaatsvinden (zie de gebruiksaanwijzing van de camera)! In het
display van de flitser wordt dan bijv. bovendien ‘HSS’ aangegeven.
11.6 Functie van flits vooraf tegen het ‘rode ogen-effect’
Het ‘rode ogen-effect’ treedt op, als de te fotograferen persoon meer of minder
recht in de camera kijkt, de omgeving donker is en de flitser zich dicht bij de
camera bevindt. De flitser heldert dan door de pupil heen, de achtergrond van
het oog op.
Sommige camera’s beschikken over een functie van flits vooraf tegen het ‘rode
ogen-effect’. Daarbij leiden een of meer meerdere flitsen vooraf ertoe, dat de
pupillen van de personen zich wat sluiten en daardoor het effect van de rode
ogen verkleinen.
Bij sommige camera’s ondersteunt de functie van flits vooraf alleen de in
de camera ingebouwde flitser, c.q. een schijnwerpertje in de camerabo-
dy. Het instellen van de flits vooraf moet op de camera worden gedaan
(zie de gebruiksaanwijzing van de camera)! Bij gebruik van de functie
van flits vooraf is synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter (REAR)
niet mogelijk! Op de flitser hoeft voor deze functie niets te worden inge-
steld en er komt ook geen aanduiding voor.
☞
☞
707 47 0081.A2 48AF-1Nikon/Inh. 19.09.2007 12:42 Uhr Seite 63