15
Deze handleiding dient te worden vertaald door de doorverkoper in de taal van het land waar de uitrusting wordt gebruikt, tenzij de vertaling wordt
geleverd door de fabrikant.
Voor uw veiligheid dient u de gebruiksinstructies, controle-instructies en instructies voor onderhoud en opslag strikt in acht te nemen.
De onderneming KRATOS SAFETY kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor elk direct of indirect ongeluk dat zich voordoet als gevolg van
een gebruik anders dan het gebruik bedoeld in deze handleiding. Gebruik deze uitrusting niet voor andere doeleinden dan waarvoor deze is bedoeld!
GEBRUIKSAANWIJZING EN VOORZORGSMAATREGELEN:
De veiligheidslijn KRATOS SAFETY is een verplaatsbare verankeringsvoorziening van tijdelijke aard die voldoet aan de Verordening EU 2016/425.
Deze veiligheidslijn is ontwikkeld om de veiligheid van de gebruikers te garanderen tijdens werkzaamheden op containers van 20 & 40, uitgerust met
ISO hoekblokken als aanvulling op een valbeveiligingssysteem van het type antival met automatische rappel van MAXIMUM 2 m. Deze kan ook
overal waar een valrisico bestaat, worden gebruikt. De veiligheid van de gebruiker hangt af van de constante werkzaamheid van de uitrusting en van het
goede begrip van de instructies in deze handleiding. De veiligheidslijn kan door 2 personen tegelijk worden gebruikt. Ze bestaat in 1 versie: FA 60 007
03 - veiligheidslijn 14 m. Aan elk uiteinde van de veiligheidslijn is er 2 m rood touw voorzien met het doel toegang tot de gevarenzone te voorkomen
(uiteinden van de container). Het is verboden zijn valbeschermingssysteem te koppelen aan deze 2 segmenten. De veiligheidslijn mag niet worden
gebruikt voor lengtes van minder dan 5 m.
Installatie:
Geval 1:
Het is aanbevolen deze veiligheidslijn te gebruiken in combinatie met 2 verankeringspalen voor
containers ISO (ref. FA 60 032 00).
De veiligheidslijn moet over de lente van de container worden geïnstalleerd. Het is verboden deze te
installeren over de breedte van de container omdat deze niet overeenkomt met de minimale installatielengte
van deze veiligheidslijn (min. B = 5 m).
Geval 2:
Verankeringspunten (EN 795:2012 Type A) met een weerstand van > 18 kN. De veiligheidslijn wordt rechtstreeks aan deze verankeringspunten
verbonden door middel van de meegeleverde verbindingsstukken (FA 50 301 23 – W > 25 kN). Dit installatietype heeft, wanneer mogelijk, de voorkeur.
Geval 3:
Geen verankeringspunt op de structuur. De veiligheidslijn wordt door middel van de meegeleverde verbindingsstukken (FA 50 301 23 – W
> 25 kN) verbonden aan de vallijnen (conform de norm EN 795:2012 klasse B – W > 18 kN) die rechtstreeks zijn geïnstalleerd op de structuur. Bij
dit installatietype dienen de vallijnen niet te worden geïnstalleerd op scherpe randen en dienen ze op adequate wijze te worden beschermd. Indien een
installatie door middel van vallijnen niet mogelijk/wenselijk is, kan de veiligheidslijn worden geïnstalleerd op een ander type verankeringspunt, mits de
conformiteit (EN 795:2012), de weerstand (W > 18 kN) en de richting waarin kracht wordt uitgeoefend, worden gecontroleerd.
In alle gevallen is het verboden de 2 uiteinden van het rode touw rond de verankeringsstructuur te binden.
De veiligheidslijn moet horizontaal worden gepositioneerd met een maximale hoek van 15° ten opzichte van de horizon. Structuren met een kleine
diameter en met roestvorming moeten worden vermeden, aangezien deze de prestaties van het mechanisme nadelig kunnen beïnvloeden.
Minimale weerstand voor breuk van vallijnen of de verankeringsstructuur: 18 kN.
Het is essentieel om vóór de installatie rekening te houden met de pijl (F) van de veiligheidslijn in geval van een val. Onderstaand overzicht dient
hierbij als voorbeeld:
Geef tijdens de keuze van het installatietype de voorkeur aan situaties waarbij de veiligheidslijn zich boven de schouders van de gebruiker bevindt en
controleer of de uitrusting beschadigd kan worden door scherpe randen, wrijvingen, warmtebronnen, enz.
Aanbevolen wordt om niet meer dan één veiligheidslijn aan een verankeringspunt te bevestigen (geval 1 of geval 2). Verbind nooit het uiteinde van de
veiligheidslijn met de veiligheidslijn (touw) zelf voor een verankering.
Aanbevolen wordt om vóór de eerste installatie rustig de tijd te nemen om het touw volledig uit te rollen.
Zodra de installatieplek is bepaald, controleert u of het touw goed in de spanner zit, zoals aangegeven op de spannerplaat.
Koppel het tegenoverliggende uiteinde aan de spanner op het verankeringspunt en ga dan op dezelfde manier te werk met het andere uiteinde. Controleer
of de twee verbindingsstukken goed gesloten EN vergrendeld zijn.
NL
Lengte (L)*
Pijl (F)* voor 1 of 2
gebruikers
Impact op de
uiteinden (max. -
2 gebruikers)
Weerstand van
verankering bij
de breuk
5 m
1,45 m
9,2 kN
18 kN
10 m
2,19 m
8,55 kN
17 kN
14 m
2,93 m
7,9 kN
16 kN
1 As voor spanningsinstelling
2 Klemhendel
3 Platen
4 Vergrendelingsafstelknop
5 Centrale schroef
6 Bevestigingsring/-kam
Spanner
Eindknoop
Veiligheidszone van 2 m
Veiligheidszone van 2 m
1
2
3
4
5
6
* zie schema pagina 2
Sleutel
Содержание FA 60 007 03
Страница 4: ...3...
Страница 20: ...19 NOTES...