• Het klikkende geluid van de pal op de palinrichting is normaal bij het hijsen van een last.
Opslaan van de takel
1.
Sla de takel altijd onbelast op.
2.
Veeg alle vuil en water van de takel af en hang hem op een droge plaats op.
3
Smeer de ketting, haakpennen en veiligheidskleppennen.
4.
Volg, alvorens de takel weer in bedrijf te stellen, de aanwijzingen in het gedeelte “INSPECTIE”
op voor takels die niet regelmatig worden gebruikt.
INSPECTIE
Frequente en periodieke inspecties moeten worden uitgevoerd op materieel dat regelmatig wordt
gebruikt. Frequente inspecties bestaan uit visuele inspecties die door operators of
onderhoudspersoneel worden uitgevoerd tijdens het normale gebruik van de takel. Periodieke
inspecties zijn grondige inspecties die uitgevoerd worden door personeel dat opgeleid is voor
inspectie en onderhoud van de takel. Zorgvuldige inspectie op gezette tijden brengt mogelijk
gevaarlijke omstandigheden aan het licht, terwijl deze nog in een vroeg stadium verkeren, waardoor
problemen verholpen kunnen worden voordat ze een gevaar vormen.
Gebreken die tijdens de inspectie aan het licht komen of die tijdens de bediening opgemerkt
worden, dienen gerapporteerd te worden aan een daartoe aangewezen persoon. Er dient bepaald te
worden of het gebrek de veiligheid in gevaar brengt voordat de takel weer wordt gebruikt.
Aantekeningen en rapporten
Voor iedere takel dient een of andere vorm van inspectie-aantekeningen bijgehouden te worden,
waarin alle punten die periodiek dienen te worden geïnspecteerd, worden aangegeven. Er dient
maandelijks een schriftelijk rapport opgemaakt te worden over de staat van de kritieke onderdelen
van iedere takel. Deze rapporten dienen te worden gedateerd, ondertekend door de persoon die de
inspectie heeft uitgevoerd, en in een dossier bewaard te worden op een plaats waar ze makkelijk
nageslagen kunnen worden.
Frequente inspectie
Aan het begin van iedere werkperiode dient een frequente inspectie uitgevoerd te worden op een
takel die doorlopend in bedrijf is. Er dienen bovendien visuele inspecties uitgevoerd te worden
tijdens normaal bedrijf op eventuele schade of tekenen van gebreken.
1.
BEDIENING. Controleer op visuele gebreken of abnormale geluiden die op een probleem
kunnen duiden. De takel niet bedienen als de lastketting niet soepel door de takel en het
haakblok wordt geleid. Luister naar “geklik”, klemmen of niet goed functioneren. Het
klikkende geluid van de pal op de palinrichting is normaal wanneer een last wordt gehesen. Als
de ketting klemt, springt of erg veel lawaai maakt, dient u de ketting schoon te maken en te
smeren. Als het probleem aanhoudt, dient u de takel naar het dichtstbijzijnde Ingersoll-Rand
service-reparatiecentrum terug te brengen. De takel pas weer gebruiken als alle problemen zijn
verholpen. Controleer of de handketting vrij beweegt, zonder klemmen of veel weerstand. De
haak dient te stoppen als de handketting stopt.
2.
VEILIGHEIDSKLEP. Controleer de werking van de veiligheidsklep. Vervang hem indien hij
gebroken is of ontbreekt.
NL-6
NEDERLANDS