35
van het desinfectiemiddel. Verwijder de uitademingsventielen op het ademmasker door een kwart-draai naar links (bajonetsluiting) en verwijder op de vernevelaar ook het
nevelkamerdeksel. Spuit alle onderdelen, d.w.z. masker, ventielen en nevelkamerdeksel, zorgvuldig in. Hang de ademslang op en spuit in de slang. Leef de instructies over de
inwerktijd op de gebruiksaanwijzing van het desinfectiemiddel na. De vernevelingsbeker kan na de reiniging opnieuw worden gebruikt. Wij raden u echter aan om de beker
na 3 behandelingen te vervangen. Na de inwerktijd moeten alle onderdelen met schoon water worden uit- resp. afgespoeld en op een geschikte plek drogen. Zet hierna alle
onderdelen weer in elkaar en bewaar in de meegeleverde transportbox. De AirOne Flex is hiermee optimaal voorbereid voor het volgende gebruik.
6.2 Belangrijke informatie over de contactvloeistof
Let op!
Alleen bij gebruik van de meegeleverde contactvloeistof is een duurzaam storingsvrij bedrijf gewaarborgd.
Bij gebruik van andere middelen zoals gedestilleerd of
kraanwater als contactvloeistof, raakt de oscillator, het hoofdonderdeel van het apparaat,
permanent beschadigd
en het apparaat moet dan worden gerepareerd en alle
garantieaanspraken vervallen. De contactvloeistof wordt in het laboratorium met een specifiek aan de AirOne Flex aangepast geleidingsvermogen geproduceerd. Als dit niet
of niet meer klopt, gaat het indiciatielampje van de waterniveauaanduiding branden.
De contactvloeistof wordt alleen vernieuwd als de waterniveauaanduiding brandt of als er sprake is van een optische vervuiling. Als de AirOne Flex langer dan een week
niet wordt gebruikt, verwijdert u de contactvloeistof en vult u de AirOne Flex pas weer als u hem opnieuw gebruikt.
6.3 Aanvullende onderhoudsinformatie
Let op!
Het apparaat mag niet te worden ontkalkt. Hierdoor wordt het oppervlak op de bodem van de nevelkamer (ultrasone oscillator / transducer) onherroepelijk
beschadigd en moet worden vervangen. U mag de oscillator nooit met een hard voorwerp aanraken of reinigen. Geen zuurhoudende reinigingsmiddelen ge-
bruiken.
Voor een optimaal onderhoud van de nevelkamer moet u een zachte kwast ter hand nemen, water zonder toevoegingen in de nevelkamer doen en met de kwast de
eventuele restanten losmaken en hierna uitspoelen
.
De behuizing kunt u met een vochtige doek afvegen en daarna droog wrijven
.
Hebt u vragen?
Wij geven u graag advies. Wij zijn bereikbaar via:
T: +49 (0)8086 933 327
(Engels)
E: [email protected] (Engels)
Voor betaalde reparaties of reparaties onder de garantie downloadt u a.u.b. het reparatieformulier Hippomed en vult u het volledig in:
https://www.kerbl.com/de/service/downloads
7. Foutoplossing
Fout
Oplossing
Temperatuur-led brandt
Hoofdstuk 5.2.2.1
Waterniveau-led brandt
Hoofdstuk 5.2.2.2
Het paard inhaleert niet goed
Inademventielen op verontreinigingen controleren
Slangverbinding apparaat naar masker controleren
Instelling luchttoevoer op masker controleren
geen inhalatienevel zichtbaar
Inhoud van venevelingsbeker controleren
Apparaat niet ingeschakeld (schakelaar-led moet groen branden)
Oscillator vervuild - zie hoofdstuk 6.3
Oscillator defect - contact opnemen met servicepunt
Apparaat schakelt niet in
geen accucapaciteit - accu opladen
Schakelaar defect - contact opnemen met servicepunt
Accu wordt niet opgeladen/geen led-weergave oplader
Stroomvoorziening naar oplader controleren
Accu wordt niet opgeladen/leed-weergave oplader
zie hoofdstuk 5.3 of oplaadaansluiting is geoxideerd: stekker met contactspray be-
handelen, meerdere keren insteken en loskoppelen en tegelijkertijd in de aansluiting
draaien.
8. Garantiebepalingen
Albert Kerbl GmbH biedt u op het ultrasone basisapparaat 2 jaar garantie volgens onze algemene garantievoorwaarden. Deze algemene voorwaarden vindt u op www.kerbl.
com/guarantee. Wij sturen u de garantievoorwaarden ook graag per post toe. Uw garantierechten blijven door onze garantie onaangetast.
De garantieplicht gaat op de dag van aankoop in. De garantie geldt niet voor:
1. Schade die door natuurlijke slijtage (slijtageonderdelen zoals oscillator / transducer, accu), overbelasting en een onjuiste bediening (niet-naleving van de gebruiksaanwij-
zing) is ontstaan.
2. Schade die door overmacht of bij het transport is ontstaan.
3. Schade aan rubberen onderdelen, zoals aan aansluitleidingen.
4. Schade aan het masker inclusief aanbouwdelen (ventielen) en de slang.
Содержание 3211804
Страница 51: ...51...
