- I1max:
Maximum door de lijn geabsorbeerde stroom.
8- H
:
klasse van isolering transformator
9-
Inschrijvingsnummer fabricage. Identificatie van de
machine (noodzakelijk voor technische service,
aanvraag van reserve onderdelen, opzoeken van de
LET OP
oorsprong van het product).
Het niet naleven van bovenstaande regels zal de door
Opmerking:
Het aangeg even voorbeeld van de
de fabrikant gerealiseerde beveiliging (klasse I)
kentekenplaat geeft een indicatieve aanwijzing van de
tenietdoen, en ernstige risico’s voor personen (bijv.
betekenis van de symbolen en de cijfers; de exacte
elektrische schokken) en zaken (bijv. brand) met zich
waarden van de technische gegevens van de machine
mee brengen.
in uw bezit moeten rechtstreeks aangeduid worden op
de kentekenplaat van de machine zelf.
VOEDINGSKABEL.
DEZE OPERATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR
GEKWALIFICEERD PERSONEEL.
AANSLUITING VAN DE LASKABELS
INSTALLATIE
PLAATSING
Bij het plaatsen van de machine moet erop worden
toegezien dat de in- en uitlaatopeningen van de koellucht
(gedwongen luchtcirculatie door middel van een ventilator)
niet geblokkeerd worden; er tevens op letten dat er geen
geleidende stoffen, corroderende dampen, vocht, enz.
worden opgezogen.
HET LASSEN
- Elektroden gebruiken die geschikt zijn voor een gebruik
met wisselstroom.
- De lasstroom wordt afhankelijk van de doorsnede van de
gebruikte elektrode en het gewenste type lasverbinding
ingesteld; als richtlijn gelden de volgende stroomwaarden
voor de gebruikte elektrodendiktes:
ø elektrode (mm)
Lasstroom (A)
min
max.
1.6
25
-
50
2
40
-
80
2.5
60
-
110
3.2
80
-
160
4
120
-
200
- Er dient rekening mee te worden gehouden dat bij
overeenkomstige elektrodendiktes hoge stroomwaarden
HET LASAPPARAAT GEGENEREERDE NOMINALE
STROOM, EN DE NOMINALE NETSPANNING.
TABEL 1
T
HERMISCHE BEVEILIGING
Dit lasapparaat wordt door middel van een automatische
resetinrichting tegen thermische overbelasting beschermd
(thermostaat en automatische reset). Als de wikkelingen
een van te voren bepaalde temperatuur bereiken zal de
beschermingsinrichting het voedingscircuit uitschakelen,
en zal het gele waarschuwingslampje op het paneel aan de
voorzijde van het apparaat gaan branden (
3
). Na een
afkoelingsperiode van enkele minuten zal de
beschermingsinrichting weer in de beginstand terugkeren,
zal het voedingscircuit weer worden geactiveerd en het gele
lampje uitgaan. Het lasapparaat is dan opnieuw gereed om
te functioneren.
N.B.
: Bij de lasapparaten die met een klem zijn uitgerust
moet deze kabel aan de klem met het symbool worden
verbonden
&
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
Alvorens een elektrische aansluiting tot stand te brengen,
N.B.
: Bij de lasapparaten die met een klem zijn uitgerust
moet worden gecontroleerd of de op het plaatje van het
moet deze kabel aan de klem met het symbool worden
lasapparaat aangegeven spanning en frequentie
verbonden
overeenkomen met de spanning en de frequentie van het
elektriciteitsnet dat aanwezig is op de plaats waar het
lasapparaat zal worden geïnstalleerd.
%
LASKAP
De stroomtoevoer naar het apparaat dient door middel va n
Deze dient tijdens het lassen ALTIJD te worden gebruikt om
twee stroomdraden te worden uitgevoerd (tweefasig of
de ogen en het gezicht tegen de door de vlamboog
enkelfasig - nulleiding) plus een derde draad die uitsluitend
veroorzaakte lichtstralen te beschermen. De kap stelt u
voor aardsluitingsbeveiling (PE) dient: deze draad zal
bovendien in staat om tijdens het lassen te zien waar u
groen-geel van kleur zijn.
werkt.
Voor de lasapparaten die op twee verschillende
Fig. E
voedingsspanningen kunnen werken zal het noodzakelijk
zijn de stelschroef van de spanningsomschakelknop in de
positie die overeenkomt met de effectief aanwezige
netspanning te plaatsen.
Fig. C
STEKKER:
VERBIND EEN GENORMALISEERDE
STEKKER MET AFDOENDE VERMOGEN AAN DE
VOEDINGSKABEL, (2P + AARDE) EN GEBRUIK EEN
M E T Z E K E R I N G E N O F A U T O M AT I S C H E
ONDERBREKER UITGERUSTE CONTACTDOOS.
DE CONTACTDOOS MOET UITGERUST ZIJN MET
ZEKERINGEN OF EEN AUTOMATISCHE SCHAKELAAR;
D E A A R D A A N S L U I T I N G M O E T A A N H E T
A A R D I N G S D R A A D ( G E E L - G R O E N ) VA N D E
NETVOEDING WORDEN AANGESLOTEN.
TABEL 1
GEEFT DE AANBEVOLEN WAARDEN VAN DE
TRAGE ZEKERINGEN VAN DE NETVOEDING WEER IN
AMPÈRES, AFHANKELIJK VAN DE MAXIMALE DOOR
Vooraleer de kabel te vervangen moeten de klemmen
geïdentificeerd worden van de verbinding met de schroeven
L1 en L2 op de tuimelschakelaar en/op de draaibare
commutator.
(Fig.D)
- AARDKABEL
Deze moet direct gekoppeld worden aan het werkstuk of
de werkbank.
WAARSCHUWING: zorg ervoor dat het werkstuk schoon
is en deze geen verniste oppervlakten en/of niet-metaal
bevat.
LASKABEL
Deze heeft een speciale klem om het kale gedeelte van
de elektrode in te bevestigen.
- 27 -