M
M
M
M
M
M
M
6.5. EERSTE OLIEVULLING
(zie fig. 5)
De tandwielkast mag pas met olie gevuld worden, als ze definitief is op-
gesteld. Vooral voor tandwielkasten met verticaal neerwaarts gerichte lang-
zaamdraaiende as, voorzien van een flensbus (olieslot) kan bij het verplaat-
sen hierin olie doordringen.
Vul de tandwielkast uitsluitend via de daartoe voorzie-
ne vulopening in het inspectiedeksel. Op die manier
worden alle lagers van verse olie voorzien.
Opmerkingen:
- Bijkomende olievulling van het lagerhuis.
4-traps horizontale tandwielkasten met haakse assen
(QHR.4) en 3- en 4- traps verticale tandwielkasten
met haakse assen (QVR.3 + QVR.4) vereisen bij de
eerste olievulling een bijkomende oliehoeveelheid in
het lagerhuis.
Zie speciale zelfklever op de tandwielkast.
De extra oliehoeveelheid hiervoor is op de maatteke-
ning en op de zelfklever vermeld.
- Vulling van een tandwielkast met motorbasis
M1 of M3.
Bij tandwielkasten met horizontale assen (QH...) voorzien van een motor-
basis M1 of M3 moet er bij de eerste olievulling, eveneens een kleine
hoeveelheid olie gevuld worden via het kijkdeksel in het bovenvlak
(zie speciale zelfklever op de tandwielkast).
Indien er tussen motorbasis en bovenvlak van de tandwielkast onvoldoende
ruimte is voor deze olievulling is het nodig de riemen te demonteren en de
motorbasis omhoog te draaien.
Bij tandwielkasten met M1 motorbasis bevindt de normale vulopening zich
aan de kant van de sneldraaiende as, t.t.z. aan de tegengestelde kant van
de peilstang.
Bij tandwielkasten met M3 motorbasis bevindt de normale vulopening zich
nu aan de kant van de peilstang
Indien de tandwielkast gevuld werd met roestwerende olie dient deze te wor-
den afgelaten. In sommige gevallen is het noodzakelijk de tandwielkast vóór
inbedrijfstelling te spoelen met de te gebruiken olie. Controleer dit met de
olieleverancier.
6.6. KEUZE VAN HET VET
(zie tabel blz. 36)
Gebruik uitsluitend vet van goede kwaliteit met EP-additieven en met consis-
tentie NLGI klasse 3. Bij nasmeerbare labyrintafdichtingen en bij toepassin-
gen waar uitsluitend het onderste lager van de langzaamdraaiende as vet-
gesmeerd wordt, kan een vet met NLGI klasse 2 met EP-additieven toegelaten
worden.
6.7. VETSMEERPUNTEN
(zie fig. 5)
De smeerpunten van lagers welke niet door het oliebad worden gesmeerd,
alsmede die voor de labyrintdichtingen, zijn voorzien van nippels volgens
DIN 71412, waarin vóór verzending vet werd aangebracht.
Het aantal smeerpunten is op de kenmerkplaat vermeld.
Bepaalde separaat gemonteerde terugloopblokkeringen worden met vet
gesmeerd. Verdere gegevens staan in de bijhorende handleiding.
6.8. LEDIGING
(zie fig. 5)
Laat de olie aflopen terwijl de tandwielkast nog
warm is.
Om dit te vergemakkelijken, verwijdert men eerst de peil-
stang. Om tandwielkasten met een grote oliehoeveelheid te ledigen, zuigt
men deze via de olie-afloop leeg met behulp van een draagbare pomp.
Bij bepaalde uitvoeringen blijft hierbij een minimale hoeveelheid olie onder
de sneldraaiende lagers aanwezig. Indien gewenst, kan m.b.v. een tweede
afloopstop (1) ook deze olie verwijderd worden.
6.9. VERLUCHTING
(zie fig. 5)
Overdruk wordt voorkomen door een in de peilstang geïntegreerde of sepa-
rate verluchting.
Controleer regelmatig of de luchtinlaat
niet verstopt is.
In bepaalde gevallen wordt de peilstang met geïnte-
greerde verluchting vervangen door een gesloten uitvoering en wordt er op
de tandwielkast een stofwerende of vochtwerende verluchtingsstop voorzien,
beveiligd tegen spatwater.
7. KOELING
De door wrijving en woeling ontwikkelde warmte in de tandwielkast, dient
via het huis naar de omgeving afgevoerd te worden. Het is dus belangrijk
de warmteafvoercapaciteit van het huis niet te verminderen. Zorg voor een
goede luchtcirculatie. Reinig regelmatig het oppervlak van het huis.
7.1. SUPPLEMENTAIRE KOELING MET LUCHT
7.1.1. Ventilatoren
Een of twee ventilatoren kunnen op de assen van de tandwielkast voorko-
men.
Controleer regelmatig of de luchtinlaat noch de
luchtuitlaat verstopt zijn.
Ventilatoren vergen als enig onderhoud een sporadische schoonmaakbeurt.
7.1.2. Olie-luchtkoelers
Het bedrijfshandboek i.v.m. de koel- en smeerinstallatie bevat gedetailleerde
informatie over de olie-luchtkoeler.
33
ansen
Peilstang
Vullen
Ledigen
Verluchten
Type en positie van de
zelfklevers: raadpleeg de
maattekening of kijk op
de tandwielkast
(1) zie 6.8
FIG. 5
Vetsmeerpunten
T R A N S M I S S I O N S
ansen
®
- Eentrapstandwielkasten
QHP.1
QHP1W
- Meertrapstandwielkasten
n