De terugloopblokkering mag nooit, ook niet
gedeeltelijk, worden losgemaakt wanneer de
tandwielkast belast is. Gebeurt dit toch dan kan
dit tot omkering van de draairichting leiden
waardoor de last achteruit kan lopen. Alvorens
de terugloopblokkering te demonteren, verwijder
de last en beveilig de aandrijfgroep tegen onge-
wenste bewegingen.
8.1. STANDAARD TERUGLOOPBLOKKERING,
GEINTEGREERD IN DE KAST
De terugloopblokkeringen worden door het oliebad van de tandwielkast
gesmeerd en vergen, buiten de periodieke inspecties, geen verder
onderhoud.
8.2. EXTERN GEMONTEERDE TERUGLOOP-
BLOKKERING
Wanneer de tandwielkast met een externe terugloopblokkering is uitgerust
geldt de specifieke bedrijfshandleiding voor onderhoud en inspectie.
Bovenvermelde bedrijfsinstructies moeten eveneens nageleefd worden.
De draairichting van de teruglooprem mag enkel
door bevoegd personeel worden uitgevoerd
volgens de richtlijnen van de bijhorende
handleiding.
9. INBEDRIJFSTELLING
9.1. ALLE TANDWIELKASTEN
Vóór het starten het olieniveau d.m.v. de peil-
stang controleren en ook nagaan of alle smeer-
punten gesmeerd zijn.
Hoewel in alle vetsmeernippels vet werd aangebracht vóór levering, is het
toch aan te raden enkele stoten met een smeerpompje te geven vóór het in
bedrijf stellen.
Controleer ook de bevestiging van de tandwielkast op haar fundering : de
bouten moeten na een tijdje wellicht aangetrokken worden.
De uitlijning van aandrijfgroepen gemonteerd op een basis, wordt vóór de
verzending zorgvuldig gecontroleerd. Toch is het noodzakelijk na te gaan of
de basis niet vervormd werd tijdens transport of inplanting, en wel door de
uitlijning van koppelingen of andere elementen opnieuw te controleren na de-
finitieve installatie van de aandrijfgroep.
Let er op dat alle beschermkappen en eventuele luchtgeleidingskappen in ge-
val van ventilatorkoeling vakkundig gemonteerd worden.
De tandwielkasten zijn geschikt voor beide draairichtingen behalve wanneer
de draairichting aangeduid is.
Vooraleer de motor te verbinden met een tand-
wielkast welke voorzien is van een terugloop-
blokkering, nagaan of de draairichting van deze
laatste met die van de motor overeenstemt.
Bij complete aandrijfgroepen dient hiertoe de draairichting van de motor met
een fasemeter gecontroleerd te worden.
Aandrijven van de tandwielkast in sperrichting
- ook kortstondig - kan de terugloopblokkering
blijvend beschadigen en is dus ontoelaatbaar.
De tandwielkasten uitgerust met een verwarmingselement mogen pas gestart
worden zodra de oliebadtemperatuur hoger is dan 5 C.
Het verwarmingselement wordt automatisch uitgeschakeld bij een olietempe-
ratuur boven de 15 C.
Afhankelijk van de belasting zal de temperatuur van het oliebad toenemen.
Een max. oliebadtemperatuur van 95 C voor een standaard tandwielkast ge-
vuld met minerale olie is toegelaten.
9.2. TANDWIELKAST MET POMPSMERING
Voor gedetailleerde informatie i.v.m. het smeersysteem, zie het bedrijfshand-
boek i.v.m. de koel- en smeerinstallatie en/of de technische handleidingen
over specifieke componenten.
9.3. TANDWIELKAST AANGEDREVEN DOOR EEN
MOTOR MET 2 TOERENTALLEN
Indien van het hoger naar het lager toerental teruggeschakeld wordt, dient
de installatie eerst dermate te vertragen dat de motor bij het terug inschake-
len opnieuw moet versnellen. Deze procedure is vereist om hoge synchroni-
satiekoppelpieken te vermijden.
34
ansen
7.2. SUPPLEMENTAIRE KOELERS MET WATER-
CIRCULATIE
Koelsystemen met watercirculatie moeten op een waterleiding met niet-kalk-
houdend water aangesloten worden: zie ook het bedrijfshandboek i.v.m. de
koel- en smeerinstallatie en/of de technische handleidingen over specifieke
componenten.
Het gebruik van zeewater moet bij bestelling vermeld worden, hiervoor zijn
aangepaste koelers beschikbaar.
Bij tandwielkasten die niet in bedrijf zijn en die gevaar lopen aan vorst
blootgesteld te worden, dient men het water uit het koelsysteem af te tappen.
Het materieel dat hiertoe nodig is, dient door de gebruiker voorzien te wor-
den.
De watertoevoer vermeld op de maattekening is het vereiste debiet voor wa-
ter van 20 C, tenzij anders vermeld. Afhankelijk van de belasting, de omge-
vingstemperatuur en de watertemperatuur kan de toevoer desnoods kleiner
zijn. Hij dient zo geregeld te worden dat in bedrijf de olietemperatuur zich
tussen de 60 en 80 C handhaaft.
7.2.1. Water-oliekoelers
Aansluiting aan het koelmedium dient overeenkomstig de aanduiding op de
maattekening te geschieden.
Het bedrijfshandboek i.v.m. de koel- en smeerinstallatie bevat gedetailleerde
informatie over de water-oliekoeler.
7.2.2. Koelslangen
De doorstroomrichting is vrij te kiezen.
Koelslangen zijn geschikt voor zowel zoet- als zeewater.
Maximum toelaatbare waterdruk: 8 bar.
Aansluiting van de koelslang aan de watertoevoer.
Opgelet
: Om het torsen van de koelslang te voorkomen dient bij het aan-
sluiten het voorgemonteerde koppelingstuk met een gepaste sleutel vastge-
houden te worden zoals aangegeven in fig.6 (zie hieronder).
8. TERUGLOOPBLOKKERING
Terugloopblokkeringen zijn beveiligingsapparaten die op regelmatige
tijdstippen gecontroleerd moeten worden. Deze periodische inspecties
mogen enkel door vaklui uitgevoerd worden en volgens de specifieke
richtlijnen die bij elke tandwielkast zijn bijgevoegd.
De bedrijfs- en controlevoorschriften moeten vóór begin van de controle
zorgvuldig doorgenomen worden.
De frequentie van de inspecties hangt af van de toepassing.
De onderstaande tabel vermeldt de tijdspanne tussen 2 controles voor
bepaalde toepassingen. Voor andere toepassingen is er minstens een
jaarlijkse controle nodig.
Bij transport van personen moet de gebruiker de plaatselijke veiligheidsvoor-
schriften in verband met inspectiewerken navolgen.
Een inspectie van de terugloopblokkering is in volgende omstandigheden
eveneens noodzakelijk:
- In geval van demontage van de tandwielkast of een deel ervan.
- Bij abnormale slijtage of uitbreken van materiaal van tandwielen, lagers of
andere elementen of bij olievervuiling wanneer dit nadelig zou zijn voor de
klemrollen en de loopringen van de terugloopblokkering.
Het resultaat van de periodische inspectie moet in een logboek genoteerd
worden.
T R A N S M I S S I O N S
ansen
®
Toepassing
Max. tijdspanne
Lieren
Jaarlijks
Transportbanden
Om de twee jaar
Hefwerktuigen
Om de twee jaar
Koeltorens
(Type tandwielkast QVP.2)
Om de twee jaar
Koeltorens
(Type tandwielkast QVR.2)
Om de vijf jaar
Vijzelpompen
Om de twee jaar
FIG. 6
koelslang
n
!
!
n