GLT Fox-Up, Инструкция по установке и эксплуатации

Страница: 57 / 108

55
NL
2. PRODUCTINFORMATIE
2.1 Werkwijze
Fox up -ventilatie-units vormen een decentraal ventilatiesysteem voor beheerste luchtverversing met warmteterugwin-
ning. Door meerdere units paarsgewijs (twee aan twee) te gebruiken, kunnen volledige wooneenheden / gebouwen worden
geventileerd.
Bij gebruik met warmteterugwinning werkt de ventilatie-unit volgens twee vooraf ingestelde tijdsintervallen. In het eerste interval (af-
voerfase) wordt de “gebruikte” kamerlucht door de ventilator aangezogen in de ventilatie-unit en naar buiten afgevoerd. Tijdens dit proces
stroomt de lucht in de ventilatie-unit via de keramische warmtewisselaar, die de warmte onttrekt aan de lucht en opslaat.In het tweede
interval (toevoerfase) wordt “verse” buitenlucht aangezogen via de opening aan de buitenkant van de ventilatie-unit. De lucht stroomt door
de unit en wordt opgewarmd door de opgeslagen warmte in de warmtewisselaar, alvorens de kamer te worden ingeblazen. Zodoende wordt
tot 90% van de warmte in de afgevoerde lucht overgedragen aan de verse lucht die in de kamer wordt toegevoerd. Het principe van het
“opladen en ontladen” van een warmtewisselaar wordt regeneratieve warmteoverdracht genoemd. Bij gebruik van één enkele unit wordt
in de geventileerde kamer een overdruk (toevoerfase) of onderdruk (afvoerfase) tot stand gebracht, afhankelijk van de werkcyclus. Om het
afgevoerde en toegevoerde luchtvolume in evenwicht te houden, is het aan te bevelen om de Fox up -units paarsgewijs (twee aan twee) te
gebruiken. De regeling van de ventilatie-units maakt het mogelijk driemaal twee units tegelijkertijd te bedienen.
2.2 Aanwijzingen ventilatieplan
Voorafgaand aan de installatie van Fox up -ventilatie-units moet een ventilatieplan worden opgesteld. In dit plan worden het
aantal ventilatie-units vermeld, samen met de locatie en het ventilatieprincipe (dwarsventilatie, enkelvoudige kamerventila-
tie). Daarnaast worden in dit plan ook de plaats en het aantal van de elektronische regelsystemen gespecificeerd.
Fox up -ventilatie-units maken de volgende ventilatievormen mogelijk:
- Enkelvoudige kamerventilatie bestaande uit één ventilatie-unit met afwisselende luchttoevoer en luchtafvoer met
warmteterugwinning en intervalregeling, alternerende toevoerstand* of afvoerstand* (* afhankelijk van de elektrische c v
aansluiting, pagina 61.
- Dwarsventilatie met paarsgewijs werkende ventilatie-units, met afwisselende luchttoevoer en luchtafvoer met
warmteterugwinning. Terwijl de ene unit lucht toevoert, werkt de andere unit in afvoerstand. De luchtstroomrichting van
beide units wordt omgewisseld in het volgende tijdsinterval, met alternerende toevoerstand* of afvoerstand* (* afhankelijk
van de elektrische aansluiting, pagina 61).
Indien mogelijk moeten Fox up -ventilatie-units paarsgewijs (twee aan twee) worden gebruikt (zie het deel “Werkwijze”). De paarsgewijze
units kunnen in één of meerdere kamers worden gebruikt. De units kunnen ook over verschillende verdiepingen worden verspreid binnen
een wooneenheid. Er moet een vrije luchtcirculatie mogelijk zijn tussen de te ventileren kamers. Zodoende moet er worden gezorgd voor
voldoende doorstroomopeningen (bijvoorbeeld door luchtroosters in deuren te monteren of de deuren in te korten).
Om de overdracht van geuren naar andere kamers te vermijden (in de toevoerfase van de ventilatie-unit), moeten voor het verluchten/ven-
tileren van keukens, badkamers of toiletten met ramen altijd twee units worden aangebracht in een balansschakeling.
Fox up -units mogen niet worden gebruikt in binnenruimten zonder ramen zoals keukens, badkamers en toiletten. Het is verboden de units
te verbinden via een schacht of buis. In dit geval wordt aanbevolen een afvoerventilator te gebruiken die voldoet aan de nationale normen,
bijvoorbeeld een ventilator van het type BRAVO.
De units mogen evenmin in kelderruimten met lichtschachten worden geïnstalleerd aangezien de afgevoerde lucht in recirculatie kan
worden gebracht. Wanneer de units in een gevel worden geïnstalleerd, moet er minimaal 1,2 m afstand worden vrijgehouden tussen de
afzonderlijke units om recirculatie te vermijden. Het is af te raden de unit te gebruiken op een plaats van het gebouw die blootstaat aan een
windbelasting van gemiddeld meer dan 5 m/s.
Om te vermijden dat de ventilatie-units onaangename tocht veroorzaken, mogen ze niet rechtstreeks worden opgesteld in ruimten waar
mensen geruime tijd op dezelfde plaats aanwezig zijn (bijv. op de plaats waar stoelen, een bank of een bed staat). Zorg dat de luchtstro-
ming in de kamer niet wordt belemmerd door meubels of gordijnen.