Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de fi rma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1,
D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Repro-
ducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfi lming of de registratie in elekt-
ronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever.
Nadruk, ook van uittreksels, verboden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand
bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2012 by Conrad Electronic SE.
V2_0212_01/AB
BATTERIJ/ACCU PLAATSEN/VERVANGEN
Open het batterijvak aan de achterkant van de behuizing en plaats een batterij van
het type AAA/Micro met de juiste polariteit. De juiste polariteitsrichting is aangege-
ven in het batterijvak.
Na het plaatsen van de batterij begint het apparaat te werken.
Sluit het batterijvak weer.
De batterij moet worden vervangen, als het contrast van de displayweergave ver-
mindert of de displayweergave niet meer werkt.
Het gebruik van een accu is mogelijk. Door de geringere bedrijfsspanning
(accu = 1,2 V, batterij = 1,5 V) en de geringere capaciteit neemt daardoor
echter de bedrijfsduur af.
BEDIENING
De sensor voor de binnenthermometer bevindt zich binnen de behuizing en
geeft derhalve ook de temperatuur in de behuizing weer.
Om nauwkeuriger meetwaarden te behalen, moet u het apparaat daarom
niet in de hand houden of in de nabijheid van een warmtebron neerzetten/
ophangen, echter open neerzetten/ophangen.
De meetwaardenaanduiding heeft ongeveer 15 tot 30 minuten nodig om te
stabiliseren en nauwkeurige waarden te kunnen tonen.
-
Bij het normale gebruik geeft de display de huidige waarden voor binnen- en
buitentemperatuur weer.
-
Druk eenmaal op de MAX/MIN-toets (3), om de maximale waarden voor de bin-
nen- en buitentemperatuur op te vragen.
-
Druk twee maal op de MAX/MIN-toets (3), om de minimale waarden voor de bin-
nen- en buitentemperatuur op te vragen.
-
Druk opnieuw op de MAX/MIN-toets (3) of wacht een paar seconden, om weer
terug te keren naar de weergave van de huidige waarden.
-
Druk op de RESET-toets (4), om de opgeslagen extreme waarden te wissen en de
opname opnieuw te starten.
Weergave van de temperatuurgrenswaarden
-
Druk op de MODE-toets (1), om de grenswaardeninstellingen in de volgende
volgorde weer te geven:
Bovenste grenswaarde voor de buitentemperatuur
Onderste grenswaarden voor de buitentemperatuur
Bovenste grenswaarden voor de binnentemperatuur
Onderste grenswaarden voor de binnentemperatuur
-
Druk opnieuw op de MODE-toets (1), om weer naar de normale weergave terug te
keren.
Instelling van de temperatuurgrenswaarden
-
Druk op de MODE-toets (1), totdat de in te stellen grenswaarde wordt weergegeven.
-
Druk op de SET-toets (2), om de alarmfunctie voor deze grenswaarde te active-
ren. In de display verschijnt het bijbehorende symbool.
-
Houd de MODE-toets (1) ingedrukt, tot de ingestelde temperatuurgrenswaarde
knippert.
-
Stel met de SET-toets (2) de grenswaarde in.
-
Druk op de toets MODE (1) om de instellingen op te slaan.
-
Druk opnieuw op de MODE-toets (1), om de overige grenswaarden in te stellen.
Verwerk deze waarden op dezelfde wijze als boven is beschreven.
Let er bij de instelling van de grenswaarden op, de bovenste grenswaarden
hoger te kiezen dan de onderste grenswaarden, omdat er anders fouten in
de functies kunnen ontstaan.
-
Om één van de alarmfuncties weer uit te zetten, kiest u de betreffende grens-
waarde met de MODE-toets (1) en vervolgens drukt u op de SET-toets (2). Het
alarmsymbool gaat uit.
Indien bij de instelling gedurende 15 seconden geen toets wordt ingedrukt,
verlaat het apparaat automatisch de instelmodus.
Temperatuuralarm
-
Zodra een alarmfunctie werd geactiveerd, wordt dit in de display via een overe-
enkomstig symbool weergegeven.
-
Indien één van de opgeslagen grenswaarden wordt over- resp. onderschreden,
klinkt gedurende 30 seconden een alarmsignaal en het displaysymbool voor de
betreffende grenswaarde knippert.
-
Het alarmsignaal kan door het bedienen van een willekeurige toets worden uitgezet,
het symbool van de betreffende grenswaarde knippert echter nog ter herinne-
ring, zolang de grenswaarde wordt over- resp. onderschreden.
ONDERHOUD EN SCHOONMAKEN
Het apparaat is voor u, op het vervangen van de batterij na, onderhoudsvrij, demon-
teer het nooit.
Reinig het product alleen met een schone, zachte en droge doek.
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen omdat deze het kunststof van de behu-
izing kunnen aantasten of verkleuren.
AFVOER
a) Product
Elektronische apparaten bevatten recyclebare materialen en mogen niet bij
het huishoudelijk afval!
Voer het product aan het einde van zijn levensduur af in overeenstemming
met de geldende wettelijke bepalingen.
Haal de evt. geplaatste batterij eruit en voer deze gescheiden van het pro-
duct af.
b) Batterijen en accu‘s
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege
batterijen en accu‘s in te leveren; verwijdering via het huishoudelijk afval is niet
toegestaan!
Batterijen/accu‘s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door
nevenstaande symbolen. Deze symbolen duiden erop dat afvoer via huis-
houdelijk afval verboden is. De aanduidingen voor de betreffende zware me-
talen zijn: Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood (aanduiding wordt op de batterij/
accu vermeld, bijv. onder de links afgebeelde vuilnisemmersymbolen).
Lege batterijen/accu‘s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van
uw gemeente, onze fi lialen of andere verkooppunten van batterijen en
accu‘s!
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot de bescherming
van het milieu.
TECHNISCHE GEGEVENS
Bedrijfsspanning:
1,5 V/DC (batterij van het type AAA/Micro)
Bedrijfsduur:
ca. 2 jaar
thermometer:
Meetbereik binnen -10 tot +50 °C
Meetbereik buiten -50 tot +70 °C
Resolutie 0,1 °C
Afmetingen:
102 x 136 x 19 mm