Afhankelijk van het gebruiksdoel kunnen er op het hoekstuk 2 onderdelen worden aangesloten:
1 De lange aanzuigbuis
���
• Steek de 3 buisdelen (Q1, Q2, Q3) in elkaar en bevestig deze aanzuigbuis op het hoekstuk (M).
• Schuif de voorfilterspons (V) over de aanzuigsleuven. Deze voorkomt het opzuigen van kleine organismen (garnalen)
en verlengt de schoonmaakintervallen.
2 De oppervlaktezuiger
���
• Steek een buisdeel (Q1) op het hoekstuk (M) en verbind dit buisdeel en de oppervlaktezuiger met behulp van de silico-
nenhoek (T).
3.1.2 Montage van de uitstroomzijde
• Zet de uitstroomzijde met de siliconenhoek (T) en het hoekstuk (M) op dezelfde manier in elkaar en borg de verbindin-
gen met de dopmoeren (L).
• Op het hoekstuk (M) wordt de kleine siliconenhoek (N) aangesloten.
Voor de uitstroomopening beschikt u over 3 mogelijkheden:
1
De
sproeibuis
, bestaande de buizen (P1) en (P2) en de afsluitstop (P4). Deze zorgt voor een goed verdeelde stroming.
���
2
De instelbare
uitstroomopening met kogelgewricht
, bestaande uit regelventiel (FR), siliconenhoek (N) en sproeibuis
met kogelgewricht (O). Hiermee kan een gerichte stroming worden gerealiseerd.
���
3
De
stromingsdiffusor
(P3). Deze zorgt voor een zwakke stroming.
���
3.1.3 Bevestiging van het filter
• Schuif de afstandshouder (E) onder in de uitsparing van het filterreservoir.
• Bevestig de beide bevestigingsbeugels (U1) met de onderste uitsparing op de filterkop. Hang het filter met de bevesti-
gingsbeugels op de aquariumrand.
���
• Steek de zuignappen (R) en de bevestigingsclips (S1, S2) in elkaar. Bevestig de componenten van de inlaat- en uitstroom-
zijde (oppervlaktezuiger, sproeibuis enz.) met de daarvoor bestemde bevestigingsclips in het aquarium.
3.2 Gebruik als staand filter naast het aquarium
���
• Steek beide slangen (X) op de inlaat- resp. uitstroomzijde van het filter en borg deze met de dopmoeren (L).
• De slangen worden elk op het hoekstuk (M) aangesloten en met de dopmoeren (L) geborgd.
• Op deze hoekstukken worden de andere onderdelen van de inlaatzijde (aanzuigbuis of oppervlaktezuiger) resp. de
uitstroomzijde (sproeibuis, uitstroombuis met kogelgewricht of stromingsdiffusor) aangesloten zoals beschreven onder
3.1.
• Het filter kan het beste naast of achter het aquarium worden geplaatst.
Plaats het filter niet lager dan 60 cm onder het aquarium, omdat de maximale transporthoogte anders wordt overschre-
den. Rond de aquariumranden moet de hoek-knikbescherming (Y) worden gebruikt.
4 In gebruik nemen
Draai de afsluitstop (K) naar links en haal deze eruit.
• Vul het filter volledig met water
쐅
, plaats de afsluitstop weer terug en draai deze helemaal naar rechts.
• Steek de stekker in het stopcontact om het filter in te schakelen.
5 Instellen van de oppervlaktezuiger
• Met de oppervlaktezuiger kan de verhouding tussen oppervlaktewater en dieper water worden ingesteld:
- Waterinstroom vanaf
oppervlak
verhogen: drijfmand
tegen de wijzers van de klok
in draaien.
쐈
- Waterinstroom vanuit
aquarium
verhogen: skimmer
met de wijzers van de klok mee
draaien.
쐉
• Het drijfvermogen van de drijfmand wordt met de zwarte afstelring ingesteld
씈
-
Opening in drijfmand compleet gesloten: maximaal drijfvermogen.
-
Opening in drijfmand compleet geopend: minimaal drijfvermogen.
De inregeling altijd beginnen met het maximale drijfvermogen en het drijfvermogen mag bij behoefte slechts stapsgewijs
worden verminderd.
De oppervlaktezuiger is optimaal ingesteld als de waterstand in de buis van de drijver (van buitenaf gezien) ca. 1-2 cm
onder de instelring staat.
씉
6 Reiniging en onderhoud
6.1 Reiniging van het filter
• Reinig het filter met een zachte doek. Eventueel aanwezige kalkresten kunnen met een vochtige doek worden verwijderd.
Droog het filter daarna af. Gebruik geen reinigingsmiddelen die zeep of oplosmiddelen bevatten.
6.2 Reinigen en vervangen van het filtermateriaal
• Om voor een optimale waterdoorstroming te zorgen, dienen de filtermedia regelmatig te worden schoongemaakt.
• Trek de netstekker uit het stopcontact.
Trek de onderdelen van de inlaat- en uitstroomzijde altijd op het hoekstuk (M) los – deze blijven in het aquarium. Het fil-
ter kan nu gemakkelijk worden getransporteerd.
씊
• Open nu de vier sluitklemmen (F1, F2) en neem de filterkop af.
씋
• Neem de filterinzet uit en verwijder het deksel door op de bevestigingsclips te drukken.
씌
Op deze zelfde wijze kunnen ook de beide filtermanden van elkaar worden gescheiden. De voorfiltermaterialen in de on-
derste filtermand (filterspons en fijnfilter-pad) moeten bij elke reiniging met aquariumwater worden uitgespoeld of indien
nodig worden vervangen. De voor de biologische reiniging verantwoordelijke Bio Filterpijpjes in de bovenste filtermand
hoeven alleen te worden schoongemaakt als ze duidelijk dichtgeslibd zijn. Wij adviseren u de pijpjes in het aquariumwa-
ter schoon te wassen om het reinigende vermogen van de filterbacteriën niet te belemmeren.
• Zet de filtermanden in de correcte volgorde (spons onder, pijpjes boven) weer in elkaar en plaats het deksel erop.
Zet de filterkop zodanig terug dat de aanzuigdoorvoer van de pomp in de opening van het deksel past.
Sluit de vier afsluitklemmen en zet het filter weer aan zoals beschreven onder punt 4.
���
���
���
���
���
���
���
쐅
씊
씋
씌
Q1
Q2
Q3
M
V
Q1
M
T
P1
P2
P4
FR
N
O
P3
U1
X
L
M
L
M
F2
F1
N
E
쐈
쐉
씈
씉
1-2 cm
15
