41
LET OP: de Battery Tender
®
-OPLADER HEEFT EEN VONKVRIJ
SCHAKELCIRCUIT.
De uitgaande krokodillenklemmen of contactringen
zullen niet vonken als zij elkaar raken. De Battery Tender
®
-lader zal geen
uitgangsspanning genereren tot hij ten minste 3 volt van de accu krijgt. De
lader moet met de juiste polariteit op een accu worden aangesloten voordat
een accu kan worden opgeladen. Er ontstaat dus geen elektrische vonk
wanneer u het netsnoer in een stopcontact stopt en de uitgaande
krokodillenklemmen of contactringen tegen elkaar houdt terwijl ze niet op
een accu zijn aangesloten.
NB:
DE UITGANGSKLEMMEN OF CONTACTRINGEN MOETEN OP EEN
ACCU WORDEN AANGESLOTEN VOORDAT DE LADER EEN
UITGANGSSPANNING KAN GENEREREN.
ACCUOPLAADTIJD:
De Battery Tender
®
laadt accu's op met een snelheid van 1.25 ampère of
1¼ ampère-uur. Een volledig ontladen accu van 15 ampère-uur heeft dus
circa 9½ uur nodig om tot 80% van zijn capaciteit te worden opgeladen.
WERKEN MET EEN LEGE ACCU OF EEN ACCU MET EEN ZEER LAGE
SPANNING:
De Battery Tender
®
-oplader zal niet worden ingeschakeld wanneer u een
lege accu met een spanning van minder dan 3 volt probeert op te laden.
Het interne veiligheidscircuit voorkomt dat de oplader spanning genereert
tenzij er een spanning van minimaal 3 volt wordt gemeten. Wanneer de
lege accu niet kan worden opgeladen, zal het oranje ledlampje blijven
knipperen.
NB:
wanneer een loodzuuraccu van 12 volt een uitgangsspanning van minder
dan 9 volt heeft in ruststand en niet wordt opgeladen en geen stroom levert
aan een externe verbruiker, dan is het aannemelijk dat de accu defect is.
Ter referentie: een volledig opgeladen loodzuuraccu van 12 volt heeft een
rusttoestand/nullastspanning van circa 12,9 volt. Een volledig ontladen
loodzuuraccu van 12 volt heeft een rusttoestand/nullastspanning van circa
11,4 volt. Dit betekent dat een spanningsverschil van slechts 1,5 volt het
gehele oplaadbereik van 0% tot 100% dekt bij 12 volt loodaccu's.
Afhankelijk van de fabrikant en de leeftijd van de accu, zullen de specifieke
voltwaarden met enkele tienden variëren. Het bereik van 1,5 volt is
desondanks een goede indicator voor de mate waarin de accu is
opgeladen.
42
CONTROLELAMPJE VOOR DE OPLAADSTATUS: als dit lampje niet
brandt, dan is de accu niet goed aangesloten en/of ontvangt de lader
geen stroom van het lichtnet
. Het lampje werkt als volgt:
HET ORANJE LAMPJE KNIPPERT
– Wanneer het lampje
ORANJE knippert, is de acculader op netvoeding aangesloten en
werkt de microprocessor naar behoren. Blijft het ORANJE lampje
langdurig knipperen, dan is de accuspanning te laag (minder dan 3
volt) of zijn de uitgaande krokodillenklemmen of contactringen niet
goed aangesloten.
HET ORANJE LAMPJE BRANDT CONTINU
– Als het ORANJE
lampje continu brandt, is een accu op de juiste wijze aangesloten
en laadt de oplader de accu op. Het oranje lampje blijft branden tot
de accu helemaal is opgeladen.
HET GROENE LAMPJE KNIPPERT
– Als het groene lampje
knippert en het oranje ledlampje brandt, is de accu voor meer dan
80% opgeladen en kan hij van de lader worden losgemaakt en
worden gebruikt. Indien mogelijk moet worden doorgegaan met het
opladen van de accu tot het groene lampje continu brandt.
HET GROENE LAMPJE BRANDT CONTINUE
– Als het groene
lampje continu brandt, is het opladen voltooid en kan de accu
eventueel weer in gebruik worden genomen. De lader kan ook
aangesloten blijven om het laadniveau van de accu langdurig op
peil te houden.