37
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1) BEWAAR
DEZE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - Deze handleiding bevat belangrijke
veiligheids- en bedieningsinstructies voor de accu-oplader met onderdeelnummer
P/N 022-0185G.
2)
Stel de oplader niet bloot aan regen of sneeuw.
3)
Wanneer u onderdelen gebruikt die niet door de fabrikant van de acculader worden
aanbevolen of verkocht, kan dat leiden tot brand, een elektrische schok of persoonlijk
letsel.
4)
Verwijder de oplader door aan de stekker trekken in plaats van aan het snoer: zo
voorkomt u schade aan stekker en snoer.
5)
Gebruik alleen verlengsnoeren wanneer dat echt niet anders kan. Het gebruik van een
verkeerd verlengsnoer kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. Moet er
toch een verlengsnoer worden gebruikt? Let dan op het volgende:
a)
De stekker van het verlengsnoer moet net zoveel pennen hebben als de stekker van de
adapter. De maat en vorm van de pennen moet gelijk zijn;
b)
Het verlengsnoer moet naar behoren zijn aangesloten en in goede staat verkeren;
c)
Het snoer moet aders hebben met een diameter die groot genoeg is voor de door de
adapter afgenomen stroom (zie Tabel 1).
TABEL 1
Lengte van het snoer, in voet
25
50
100
150
AWG-waarde van het snoer
18
18
18
16
6)
Gebruik de oplader niet wanneer het snoer of de stekker beschadigd is. Vervang het
snoer of de stekker in dat geval onmiddellijk.
7)
Gebruik de oplader niet als deze een harde klap heeft gehad, is gevallen of op een
andere manier is beschadigd. Ga er in dat geval mee naar een erkend servicebedrijf.
8)
Demonteer de oplader niet. Ga ermee naar een erkend servicebedrijf als service of
reparatie nodig is. Verkeerde hermontage kan leiden tot een elektrische schok of brand.
9)
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds- of reinigingswerkzaamheden
aan de oplader uitvoert: zo verkleint u het risico op een elektrische schok. Dit risico wordt
niet weggenomen door de lader alleen uit te schakelen.
10)
WAARSCHUWING
– GEVAAR VAN EXPLOSIEVE GASSEN.
a)
WERKEN IN DE BUURT VAN LOODZWAVELZUURACCU'S IS GEVAARLIJK. BIJ
NORMAAL BEDRIJF PRODUCEREN DEZE ACCU'S EXPLOSIEVE GASSEN.
DAAROM IS HET UITERST BELANGRIJK DAT U STEEDS DE INSTRUCTIES
NAUWGEZET OPVOLGT WANNEER U DE OPLADER GEBRUIKT.
b)
Om het risico van een exploderende accu te voorkomen, moet u zowel deze
instructies opvolgen, als die van de accufabrikant en de fabrikant van de apparatuur
die in de buurt van de accu wordt gebruikt. Raadpleeg de waarschuwingen op deze
producten en op de motor.
11) PERSOONLIJKE
VOORZORGSMAATREGELEN
a)
Het is verstandig om iemand in de buurt te hebben die hulp kan verlenen wanneer u
bij een loodzwavelzuuraccu werkt.
b)
Zorg dat er voldoende schoon water en zeep binnen handbereik is, voor het geval u
accuzuur op uw huid of kleding of in uw ogen krijgt.
c)
Draag beschermende kleding en een veiligheidsbril die de ogen volledig afschermt.
Raak uw ogen niet aan wanneer u bij een accu werkt.
Deltran Battery Tender
Ontworpen voor zes loodzuuraccu's
38
d)
Was accuzuur dat op uw huid of kleding komt direct af met water en zeep. Wanneer
u zuur in uw ogen krijgt, dient u de ogen direct en gedurende ten minste 10 minuten
uit te spoelen met koud stromend water. Neem onmiddellijk contact op met een arts.
e)
Rook NOOIT in de buurt van een accu of motor en houd vonken en open vuur bij de
accu of de motor weg.
f)
Voorkom dat metalen gereedschap op de accu valt: hierdoor kan een vonk of
kortsluiting in de accu of in andere elektrische onderdelen ontstaan, waardoor er
explosies kunnen optreden.
g)
Verwijder op het lichaam gedragen metalen voorwerpen, zoals ringen, armbanden,
halskettingen en horloges, als u met een loodzwavelzuuraccu werkt. Een
loodzwavelzuuraccu kan bij kortsluiting een stroom opwekken die sterk genoeg is
om een ring of iets dergelijks aan metaal vast te lassen. Daardoor kunnen ernstige
brandwonden ontstaan.
h)
Gebruik de oplader alleen voor het opladen van LOOD-ZUURACCU'S. De oplader
is uitsluitend bedoeld voor toepassingen met een startmotor en mag voor geen
enkele andere laagspanningstoepassing gebruikt worden. Gebruik de oplader niet
voor het opladen van drogecelaccu's die normaal voor huishoudelijke apparaten
worden gebruikt. Dergelijke accu's kunnen barsten en persoonlijk letsel en schade
aan eigendommen veroorzaken.
i)
Laad NOOIT een bevroren accu op.
12) VOORBEREIDING VOOR HET OPLADEN
a)
Wanneer u de accu uit het op te laden voertuig moet verwijderen, moet u altijd eerst
de massaklem van de accu halen. Zorg dat alle accessoires in het voertuig zijn
uitgeschakeld, zodat geen vonkboog kan ontstaan.
b)
Zorg dat de omgeving rondom de accu goed is geventileerd terwijl de accu wordt
opgeladen.
c)
Reinig de accupolen. Zorg dat u geen roest in uw ogen krijgt.
d)
Vul elke cel bij met gedestilleerd water tot de zuuroplossing van de accu op het door
de accufabrikant voorgeschreven peil is. Vul nooit teveel bij. Wanneer u een accu
zonder verwijderbare celdoppen gebruikt, zoals loodzuuraccu's met kleppen, dient u
de instructies van de fabrikant voor het opladen zorgvuldig te volgen.
e)
Raadpleeg alle specifieke voorzorgsmaatregelen van de accuproducten, zoals
maatregelen voor het al dan niet verwijderen van de celdoppen tijdens het opladen
en de aanbevolen laadspanning.
f)
Stel de spanning van de accu vast aan de hand van de gegevens in het handboek
van uw auto. Zorg dat de keuzeschakelaar voor de uitgangsspanning op de juiste
stand staat. Gebruik de oplader alleen als de accuspanning overeenkomt met de
uitgangsspanning van de lader.
13) PLAATS VAN DE OPLADER
a)
Plaats de oplader zo ver mogelijk bij de accu vandaan.
b)
Plaats de oplader nooit recht boven de accu die wordt opgeladen: de gassen die
vrijkomen zullen leiden tot corrosie en beschadiging van de oplader.
c)
Voorkom dat het accuzuur op de oplader kan druppelen terwijl u het soortelijk
gewicht van het elektrolyt leest of de accu oplaadt.
d)
Gebruik de oplader niet in een gesloten ruimte en hinder nooit de ventilatie.
e)
Plaats een accu nooit bovenop een lader.
14) VOORZORGSMAATREGELEN
VOOR
LAADAANSLUITINGEN
a)
Zorg dat de schakelaars van de oplad
er in de stand
off
staan en
dat het netsnoer
niet in het stopcontact zit voor u de aansluitklemmen van de laadsnoeren aansluit.
De klemmen mogen elkaar nooit raken.
b)
Bevestig de klemmen aan de accu en het chassis. Raadpleeg de rubrieken 15(e),
15(f) en 16(b) tot en met 16(d) voor meer informatie.
15) VOLG DE ONDERSTAANDE STAPPEN ALS DE ACCU IN HET VOERTUIG IS
GEÏNSTALLEERD. DE ACCU KAN EXPLODEREN WANNEER ER VONKEN IN DE
BUURT VRIJKOMEN. U KUNT HET RISICO OP VONKEN BIJ DE ACCU ALS VOLGT
VERMINDEREN:
a)
Plaats de laadsnoeren en het netsnoer zo dat er zo min mogelijk risico op
beschadiging bestaat door de motorkap, portieren of bewegende motoronderdelen.