97
Stap 3.
Veilig afdalen:
Laat het vrije uiteinde van de reddingslijn los om met de afdaling te beginnen. De
afdalingssnelheid zal automatisch beperkt worden tot de snelheid beschreven in in sectie 1.2 C door de
centrifugale rem van de R550-afdaler. De daling kan worden afgeremd, onderbroken of voorkomen door
gebruik van de volgende methodes (zie afbeelding 6):
1.
De afdaling kan onderbroken worden door het vrije uiteinde van de reddingslijn (A) stevig vast te grijpen.
OPMERKING:
Draag altijd handschoenen wanneer u de reddingslijn hanteert om de afdalingssnelheid te controleren.
2:
Gebruik de touwgeleider (B) terwijl u het vrije uiteinde van de reddingslijn (A) stevig vastgrijpt voor
extra controle over de afdaling.
3:
Voorkom een onbedoelde afdaling door het vrije uiteinde van de reddingslijn (A) te verzekeren met de
touwgeleider (B) en kamklampen (C).
Buig uw knieën om u voor te bereiden op de landing. Maak na de landing de reddingslijn los van de
lichaamsondersteuning.
WAARSCHUWING:
Het R550 Rescue & Escape Device kan bij het gebruik heet worden, waardoor de gebruiker gewond
kan raken wanneer andere onderdelen dan gebruikt bij de afdalingscontrole worden aangeraakt. Gebruik zwaarder dan
binnen de aangegeven limieten voor belasting en afdalingslengte kan overmatige hitte veroorzaken die de afdalingslijn kan
beschadigen.
Stap 4.
Klaarmaken voor de volgende afdaling:
Na gebruik van het R550 Rescue & Escape Device moet de
reddingslijn door het apparaat getrokken worden om het uiteinde van de reddingslijn en de karabijnhaak weer
naast elkaar te brengen voor de volgende persoon die afdaalt.
3.5
GEBRUIK - REDDINGSTOEPASSINGEN
REDDING MET HULP OF AFSTAND:
(Zie afbeelding 7 -
1
) Het R550 Rescue Escape Device is uitgerust met een
reddingsnaaf (RH) die kan worden gebruikt bij reddingen op afstand voor het ophijsen van het slachtoffer van de val
om het verwijderen van hun valstopsubsysteem (lijn, enz.) mogelijk te maken. voorafgaand aan hun veilige afdaling.
Procedures zijn als volgt:
Stap 1.
Laat een uiteinde zakken of breng het omhoog naar het slachtoffer:
Trek de reddingslijn (L) door
de R550-afdaler (A) totdat de karabijnhaak (B) aan het ene uiteinde van het touw grenst aan het gewenste
verbindingspunt op de lichaamsondersteuning (C) van het slachtoffer.
Stap 2.
Verbinden aan volledig lichaamsharnas of een andere lichaamsondersteuning van het slachtoffer:
Verbind de karabijnhaak (B) op het reddingsuiteinde van de reddingslijn aan de D-ring (C) aan voor- of
achterzijde (Zie ook afbeelding 5 voor D-ring plaatsen). Controleer of de D-ring zo geplaatst is dat de
gebruiker rechtop gehouden wordt.
OPMERKING:
In het geval dat de bevestiging op de lichaamsondersteuning van het slachtoffer niet kan worden bereikt,
dan kan de bijgesloten lijnklem (Afbeelding 7, D) ondersteboven worden bevestigd (
Ø
) op de lijn van het slachtoffer (VL)
en vervolgens worden vergrendeld. De karabijnhaak op de R550 reddingslijn (L) kan aan het oog (E) op de lijnklem (D)
worden bevestigd en de ophijshendel (RH) kan worden gebruikt om slachtoffers in veiligheid te tillen, of tot op een hoogte
waar hun oorspronkelijke valbeveiligingssysteem kan worden vrijgegeven om zo het slachtoffer veilig te laten zakken.
WAARSCHUWING:
Gebruik geen lichaamsgordel met deze apparatuur. Lichaamsgordels steunen niet het volledige
lichaam, wat in ernstige verwonding kan resulteren.
Stap 3.
Hijs het slachtoffer op om het valstopsubsysteem van het slachtoffer los te maken:
Draai de
reddingsnaaf (RH) om het gewicht van het slachtoffer uit het valstopsubsysteem en op het R550 Rescue &
Escape Device te tillen. Maak het vrije uiteinde van de reddingslijn vast aan de touwgeleider en kamklampen
van de R550-afdaler om te voorkomen dat het slachtoffer per ongeluk afdaalt (zie afbeelding 6). Maak het
valstopsubsysteem van het slachtoffer los (lijn, enz.)
.
Alternatieve
mogelijkheid:
(Zie afbeelding 11) Het R550 Rescue & Escape Device is ook zo ontworpen dat
een elektrische boormachine (minimaal 12 mm spankop en 100 Nm draaimoment)
aan het midden van de
reddingsnaaf kan worden bevestigd en gebruikt kan worden bij reddingen op afstand om het slachtoffer op
te hijsen. Bevestig de elektrische boormachine direct op de as in het midden van de reddingsnaaf (zie
afbeelding 8). Gebruik de bevestigde elektrische boormachine om de reddingsnaaf te draaien en zo het
gewicht van het slachtoffer uit het valstopsubsysteem en op het R550 Rescue & Escape Device te tillen.
Maak het vrije uiteinde van de reddingslijn vast aan de touwgeleider en kamklampen van het R550 Rescue
and Escape Device om te voorkomen dat het slachtoffer per ongeluk afdaalt (zie afbeelding 6). Ontkoppel de
elektrische boormachine door het gewicht van het slachtoffer in de touwgeleider en kamklampen van de unit
te laten zakken en daarna de elektrische boormachine uit het midden van de reddingsnaaf te nemen. Maak
het valstopsubsysteem van het slachtoffer los (lijn, enz.) wanneer de elektrische boormachine is verwijderd.
Stap 4.
De reddingslijn klaarmaken voor afdaling:
Voor de afdaling moet het deel van de reddingslijn tussen de
gebruiker en de R550-afdaler strak getrokken worden zodat het touw niet slap hangt. Trek de reddingslijn
strak door aan het vrije uiteinde van de reddingslijn te trekken, totdat het touw niet meer slap hangt
tussen de gebruiker en de R550-afdaler. Zodra de reddingslijn strak staat, houdt u het vrije uiteinde van de
reddingslijn stevig vast totdat de afdaling begint.
