NEDERLANDS
32
Het aanzuigniveau Z1 wordt berekend met de volgende
formule:
Z1= pb – gevraagde N.P.S.H– Hr – correcte pV– Hs
waar:
Z1 =
niveauverschil in meters tussen de
middellijk van de zuigopening van de
elektropomp en het oppervlak van de te
pompen vloeistof.
pb =
barometerdruk in meter waterkolom m.b.t.
de plaats van installatie
.(grafiek 1, pag. 115)
NPSH =
netto-positieve zuighoogte.
Hr =
lastverliezen in meters over de gehele
zuigleiding.
pV =
dampspanning in vloeistofmeters m.b.t. de
temperatuur uitgedrukt in °C.
(grafiek 2, pag. 116)
Hs =
Minimale veiligheidsmarge: 0.5 m.
Als het resultaat van de berekening een positieve “Z1”
waarde is, kan de pomp werken met een zuighoogte gelijk
aan maximaal “Z1” m.
Als de berekende “Z1” waarde daarentegen negatief is,
moet de pomp, om correct te kunnen werken, gevoed
worden met een positieve opvoerhoogte van tenminste
“Z1” m.
Bijv. : installatie op zeeniveau
en vloeistof op temperatuur van 20°C
gevraagde NPSH:
3,25 m
pb :
10,33 mca ( grafiek 1, pag. 115 )
Hr :
2,04 m.
t :
20°C
pV :
0,22 m. ( grafiek 2, pag. 116 )
Z1 :
10,33 – 3,25 – 2,04 – 0,22 – 0,5 = 4,32 circa
Dit betekent dat de pomp kan werken op een zuighoogte
van maximaal 4,32 m
.
8.3 Maximale druk op aanzuiging
(pomp onder het wateroppervlak)
Belangrijk: houd de som van de druk aan de ingang en
de druk die door de pomp ontwikkeld wordt (met
gesloten opening) altijd lager dan de maximale
bedrijfsdruk (PN) die wordt toegestaan door de pomp.
P1max + P2max
≤ PN (afb.5A)
P1max + P2max + P3max
≤ PNHP (afb.5B)
8.4 Nominaal minimumdebiet
De werking van de pomp op een lager debiet dan het
toegestane nominale minimumdebiet kan een te sterke
oververhitting veroorzaken die schadelijk is voor de
pomp. Voor temperaturen van de vloeistof boven 40°C
moet het minimumdebiet worden verhoogd in relatie tot
de temperatuur van de vloeistof (zie afb. 5A)
De pomp mag nooit functioneren terwijl
de persklep gesloten is.
8.5 Elektrische aansluitingen
LET OP!!
VOLG ALTIJD DE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN!!
De elektrische installatie moet worden uitgevoerd door
een vakbekwame en erkende elektricien, die de
volledige aansprakelijkheid voor de werkzaamheden
op zich neemt.
DE INSTALLATIE MOET OP CORRECTE
EN DEGELIJKE WIJZE GEAARD
WORDEN!!
Houd u strikt aan de schakelschema’s die zijn
weergegeven aan de binnenkant van de klemmenkast
en de schakelschema’s uit tabel C, pag. 114.
−
Verzeker u ervan dat de netspanning overeenkomt met
de spanning die vermeld is op het motorplaatje.
−
Sluit de pomp altijd aan op een externe schakelaar.
−
De driefase motoren moeten worden beschermd met
een automatische schakelaar (bijv. magneetthermische
schakelaar) die is afgesteld voor de gegevens van het
kenplaatje van de elektropomp.
−
In het geval van driefase motoren met ster-driehoek
start dient u zich ervan te verzekeren dat de schakeltijd
tussen ster en driehoek zo gereduceerd mogelijk is (
zie tabel B, a pag. 113 ).
Afb. 5
P1max + P2max
≤ PN
P1max + P2max + P3max
≤ PN
P1max
P2max
P3max
P1max
P2max
A
B
Std. Pump
HP Pump
Std. Pump