19
NL/BE
Stap 5 (afb. R-U)
Spreid het veiligheidsnet
3
uit over de springmat. Plaats de in-/uitgang
van het net aan die kant van het product waar u het wilt betreden of ver-
laten. De lus aan de bovenkant van het veiligheidsnet
3
wordt aan de
beschermdop
15
aan de bovenkant van de netpaal bevestigd.
Knoop het koord
27
vast aan een driehoek-ring van de springmat
1
.
Rijg het dan zoals afgebeeld afwisselend door de driehoek-ring van de
springmat
1
en het veiligheidsnet
3
. Zorg ervoor dat het veiligheidsnet
3
stevig is verbonden met alle driehoek-ringen van de springmat
1
.
BELANGRIJK:
alle snapsluitingen moeten nogmaals worden nagetrok-
ken, zodat het veiligheidsnet goed wordt aangespannen. Als het veilig-
heidsnet niet goed gespannen is, kan het zijn functie niet vervullen.
Stap 6 (afb. V-Z)
Monteer de ladder door de laddersporten
9
en de stijlen
10
met de
schroeven
18
, tussenringen
26
, moeren
24
en met behulp van de rings-
leutel
14
en de schroevendraaier
21
te verbinden zoals weergegeven in
afb. V en W. Alle onderdelen met hetzelfde nummer zijn uitwisselbaar.
Plaats de bovenkant van de ladder aan de framebuis
5
waar zich de
ingang van de trampoline bevindt, zoals weergegeven in afb. Z. Zorg
ervoor dat er geen onderdelen worden geblokkeerd.
Monteer de ladder aan de framebuis
5
door de bouten
17
, beugels
20
,
veerringen
19
en vleugelmoeren
22
te gebruiken. Controleer of alle bouten
goed zijn vastgezet en de ladder stevig is bevestigd aan het frame.
Oefentips
De volgende oefeningen vormen slechts een kleine selectie. Meer oefeningen
vindt u in de desbetreffende vakliteratuur.
Warm uzelf voor elke oefening goed op.
Oefen niet als u ziek bent of zich niet lekker voelt.
Doe de oefeningen hoogstens zo lang als u zich goed voelt of zo lang
als u de oefening correct kunt uitvoeren.
Draag comfortabel zittende sportkleding.
Bepaal zelf de frequentie en de intensiteit van de oefeningen. Begin
langzaam met 2 tot 3 keer in de week, 10 minuten per keer en verhoog
de frequentie en intensiteit stapsgewijs. Des te vaker en regelmatiger u
de oefeningen uitvoert, des te fitter en beter zult u zich voelen.
WAARSCHUWING! Vermijd een te hoge oefenintensiteit!
Als u met oefenen begint, zijn 2-3 minuten per oefening voldoende.
Bij dagelijks oefenen kunt u de duur na ongeveer een week verhogen
naar 5 -10 minuten. De maximale oefentijd dient echter niet langer te
zijn dan 1 uur.
Las tussen de oefeningen voldoende lange pauzes in en drink voldoende.
WAARSCHUWING!
Bij klachten of zich niet goed voelen dient u de oefeningen
meteen te beëindigen en een arts te raadplegen.
Warming-up
Neem voor elke oefening voldoende tijd voor een warming-up. Hierna
beschrijven wij hiertoe enkele eenvoudige oefeningen. U dient de desbetref-
fende oefeningen telkens 2 tot 3 keer te herhalen.
Oefen-suggesties
Basissprong (afb. 1)
1. Begin rechtopstaand met beide benen een schouderbreedte uit elkaar
en opgeheven hoofd. Richt uw ogen op de mat.
2. Zwaai uw armen in rondjes naar voren en naar boven.
3. Breng uw voeten in de lucht bij elkaar en richt uw tenen naar beneden.
4. Houd uw voeten bij de landing op de mat een schouderbreedte uit elkaar.
Kniesprong (afb. 2)
1. Begin met de basissprong en maak een kleine sprong.
2. Land op uw knieën met gestrekte rug en recht bovenlichaam en bewaar
uw evenwicht met de armen.
3. Neem weer de houding voor de basissprong aan door uw armen naar
boven te zwaaien.
Zitsprong (afb. 3)
1. Land in een vlakke, zittende houding.
2. Plaats de handen op de mat naast de heupen en houd de ellebogen los.
3. Keer terug naar de rechtopstaande positie door u met de handen af te
zetten.
Naar-voren-springen (afb. 4)
1. Begin met een lage sprong.
2. Land op uw buik (gezicht naar beneden) en houd de handen en armen
naar voren uitgestrekt op de mat.
3. Druk uzelf met de armen van de mat af om weer in de rechtopstaande
positie terug te keren.
180-graden-sprong (afb. 5)
1. Ga op uw buik liggen.
2. Druk uzelf omhoog met de rechter of linker arm (afhankelijk van de
richting waarin u wilt draaien).
3. Draai hoofd en schouders in dezelfde richting en houd de rug evenwijdig
aan de mat en het hoofd naar boven.
4. Land op uw buik en keer terug naar een rechtopstaande positie door
u met uw armen af te zetten.
Rekken
Neem na elke oefening voldoende tijd om te rekken. Hierna beschrijven wij
hiertoe enkele eenvoudige oefeningen. U dient de desbetreffende oefeningen
telkens 3 keer per zijde 30-40 seconden lang uit te voeren.
Nekspieren
1. Ga ontspannen staan. Trek uw hoofd zachtjes met één hand eerst naar
links en vervolgens naar rechts. Door deze oefening worden de zijkanten
van uw hals gerekt.
Armen en schouders
1. Ga rechtop staan, de knieën licht gebogen.
2. Breng uw rechter arm achter uw hoofd totdat uw rechter hand tussen uw
schouderbladen ligt.
3. Pak met uw linker hand de rechter elleboog en trek deze naar achteren.
4. Wissel van zijde en herhaal de oefening.
Beenspieren
1. Ga rechtop staan en til één voet op.
2. Draai de voet langzaam rond, eerst in de ene, dan in de andere richting.
3. Wissel na een tijdje van voet.
Belangrijk: let erop dat uw bovenbenen parallel ten opzichte
van elkaar blijven. Het bekken brengt u daarbij licht naar voren,
het bovenlichaam blijft rechtop.
Onderhoud, opslag
Voer aan het begin van elk seizoen en ook in regelmatige tussenpozen
controles en onderhoud uit aan de belangrijkste onderdelen (frame, op-
hangsysteem, mat, bekleding en beschermrand). WAARSCHUWING!
Als deze controles niet worden uitgevoerd, kan het gebruik van de tram-
poline gevaarlijk worden.
Berg de trampoline bij harde wind op op een veilige plek zodat deze
niet wordt weggeblazen of om kan waaien.
Controleer of alle moeren en schroeven goed vast zitten en zet ze indien
nodig nogmaals vast.
