b) Batterijbox
Sluit de batterijbox aan op de achterkant van de wildcamera. Aan de batterijbox wordt de bevestigingsriem (9)
vastgemaakt, die voor de installatie nodig is. Als u een extra energiebron nodig heeft, kunt u nog vier
1,5 V/DC batterijen van het type AA/LR6 in de houder leggen. Zodra de batterijen in de wildcamera bijna
op zijn, schakelt het apparaat automatisch over naar de batterijbox en maakt zo een langere gebruiksduur
mogelijk.
1. Klap het deksel van het batterijvak (14) naar boven open en leg er vier 1,5 V/DC batterijen van het type
AA/LR6 met de juiste polariteit in.
2. Sluit dan het deksel van het batterijvak.
3. Plaats de batterijbox precies passend op de achterkant van de wildcamera. Sluit de twee klemmen (13)
die aan de zijkant zitten zodat de batterijbox stevig aan de wildcamera bevestigd is.
4. Zeker de batterijbox door de twee fixeerschroeven (12) met een platte schroevendraaier vast te draaien.
c) Werking via netvoeding
1. U kunt het product ook gebruiken met een 12 V/DC 2 A netvoedingadapter (niet meegeleverd) met
een daarvoor geschikte ronde stekker (buiten-Ø 4,0 mm, binnen-Ø 1,7 mm) of met een vergelijkbare
stroomvoorziening (bijv. een zonnecel). Let op de juiste aansluitwaarden. Zie onder Technische
Gegevens.
2. Verwijder de batterijen uit het batterijvak om een ontlading te voorkomen. Sluit het deksel van het
batterijvak (30) en het bodemdeksel (5).
3. Open de rubberen afdichting van de aansluiting voor de netvoedingadapter (6) en steek de passende
laagspanningstekker van uw netvoedingadapter in de 12V-aansluiting voor de netvoedingadapter (31).
Verbind de netvoedingadapter met een daarvoor geschikt stopcontact.
4. Let erop dat de aansluiting van de netvoedingadapter niet nat kan worden.
Ingebruikname
a) Voorbereiding
1. Verwijder eventueel aanwezig verpakkingsmateriaal (bijv. op de PIR-sensor en het LC-beeldscherm).
2. Voordat u een SD-kaart in de sleuf doet (of eruit verwijdert), moet de wildcamera uitgeschakeld zijn. Zet
de schakelaar ON / OFF (22) op OFF (uit).
3. De SD-kaart moet van het FAT32-formaat zijn. Open het bodemdeksel en steek een SD-kaart (niet
meegeleverd) tot deze vastklikt in de kaartsleuf (32). De maximale geheugencapaciteit van een SDHC-
kaart bedraagt 32 GB. Controleer vooraf of de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart uit is gezet.
4. Zet de schakelaar ON / OFF op ON (aan) en druk op de toets OK (28).
5. Druk op toets ▲(19) om de weergavemodus aan te zetten. Druk op toets M (20) om een bestand (foto
of video) te wissen of om de SD-kaart te formatteren. Op het LC-beeldscherm (18) verschijnt >Delete<
(wissen) en >Formatting< (formatteren). Druk op toets ▲ of ▼(27) om >Formatting< (formatteren) te
kiezen. Druk op toets OK om uw keuze te bevestigen. Op het LC-beeldscherm verschijnt >No< (Nee)
>Yes< (Ja). Druk op toets ▲ of ▼ om >No< (Nee) of >Yes< (Ja) te kiezen. Druk op toets OK om uw
keuze te bevestigen.
6. Om de SD-kaart te verwijderen moet u de camera uitzetten. Zet de schakelaar ON / OFF op OFF. Druk
voorzichtig op de SD-kaart. De kaart klikt daardoor los en kan uit de sleuf worden gehaald.
b) Menu- en toetsfuncties
1. Om het menu te activeren moet er zich een SD-kaart in de SD-kaartsleuf bevinden.
2. Zet de camera aan. Zet hiervoor de schakelaar ON / OFF op ON en druk op toets OK. De camera is nu
in de teststand gezet. In deze modus kunt u afbeeldingen of video‘s handmatig opnemen, bekijken en
menu-instellingen uitvoeren. Kort na het aanzetten ziet u op het LC-scherm de geheugengrootte en de
nog resterende geheugencapaciteit van de SD-kaart. Op het LC-scherm kunt u aflezen hoe de toestand
van de batterij is.
3. Gebruik het toetsenbord om verschillende instellingen in te voeren. Zet de schakelaar / (23) op
om de camera in te stellen op het opnemen van video‘s.
4. Zet de schakelaar / op om de camera in te stellen op het opnemen van foto‘s.
5. Druk op toets OK om direct een opname te wissen. Welke opname (video of foto) wordt gewist hangt af
van de bestaande instelling. Druk opnieuw op de toets om een video-opname te stoppen.
6. Druk op toets ▲ om naar de weergavemodus over te schakelen. Met de toetsen ► (29) en ◄ (21) kunt
u de beschikbare foto‘s of video‘s (alleen het eerste beeld) laten zien, die op de geheugenkaart staan.
Druk op toets OK om een opname op het LC-beeldscherm te bekijken of op een ander beeldscherm
weer te geven. Druk op toets ▲ om naar het voorgaande menu terug te schakelen.
7. Druk op toets M om de menufuncties te tonen, het menu-onderdeel te verlaten en de wildcamera in te
stellen. Druk op de toetsen ►, ◄, ▲ en ▼ om door het menu te navigeren.
8. Druk op toets OK om van menu-onderdeel te wisselen (bijv. beeldgrootte instellen) en om de betreffende
keuze te bevestigen.
9. Als er gedurende ca. 60 seconden in de weergavemodus niet op een toets wordt gedrukt, schakelt
het LC-beeldscherm zichzelf uit en wordt de PIR-modus geactiveerd. Druk op toets OK, om het LC-
beeldscherm weer aan te zetten. De automatische uitschakeling treedt niet op als het menu wordt
opgeroepen.
Menu-uitleg
Menupunt
Basisinstelling
Instellingsmogelijkheid
Camera ID
OFF
Kies >ON< (Aan) als u uw wildcamera een naam wilt
geven. U kunt een combinatie van 4 getallen of letters
als naam kiezen. Zo kunt u bijv. UH01 gebruiken voor
Utrechtse Heuvelrug-camera 1. Dit is zinvol als u een
aantal camera's gebruikt om zo de foto-opnamen
beter te kunnen ordenen. Gebruikersidentificatie is
niet beschikbaar voor video-opnames.
Video
ON
Kies >ON< (Aan) als eerst een foto en dan direct
daarna een video opgenomen moet worden.
Multi-Shot
1P
Kies het aantal foto’s die per keer opgenomen
moeten worden U kunt van 1 tot en met 7 foto’s
kiezen.
Menupunt
Basisinstelling
Instellingsmogelijkheid
Image Size
5 M
Kies de gewenste resolutie. Hoe hoger de resolutie,
des te beter de kwaliteit van de opname. Voor een
betere kwaliteit (12 MP) is wel meer geheugenruimte
nodig en duurt het beschrijven van de SD-kaart
langer. Dit heeft als gevolg dat de ontspantijd iets
langer is dan bij 5 MP. Om die reden wordt een
resolutie van 5 MP aanbevolen. Voor de resolutie kan
een keuze gemaakt worden uit de volgende waarden:
5 / 8 / 12 MP.
Video Size
640
Kies het gewenste oplossend vermogen voor de
video. Hoe hoger de resolutie, des te beter de
kwaliteit. Er is echter meer plaats in het geheugen
nodig als een hogere resolutie wordt gekozen.
U kunt kiezen uit de volgende videoresoluties:
FHD (1920x1080), HD (1280x720), 640 (640x480),
320 (320x240)
Video Frame
30 FPS
Stel de beeldsnelheid in: 15 of 30 beeldjes per
seconde
Digital Zoom
No
De zoom kan ingesteld worden op >No< (geen
vergroting), >2x<, >3x< en >4x<.
Video Length
5 Sec
Kies een videolengte uit van 5 seconden tot maximaal
60 seconden.
PIR Sensitivity
Middle
Kies voor de gevoeligheid van de PIR-sensor tussen
high (hoog), middle (gemiddeld) en low (laag).
Timer
OFF
Kies >ON< (Aan) als de camera iedere dag op een
bepaalde tijd een opname moet maken. Daarna
verschijnt de aanduiding voor de aanzet- en
uitschakeltijd. Programmeer bijvoorbeeld een starttijd
van 18:35 hr en een uitschakeltijd van 8:25 hr. De
camera werkt dan alleen van 18:35 hr tot 8:25 hr.
Buiten die tijd neemt de camera foto's noch video's
op.
Time Lapse
OFF
Kies >ON< (Aan) om automatisch foto's of
video's versneld op te nemen. De interval (time
lapsefotografie) kan tussen de opnamen van 5
seconden tot 24 uur worden ingesteld. In deze modus
is de PIR-sensor uitgeschakeld.
Kies bij een video-opname met interval (time
lapsefotografie) altijd voor een tijdinstelling tussen de
opnamen, die langer is dan de videoopname zelf. De
tijdinstelling bij de interval bevat de videolengte. Houd
er daarom rekening mee, dat bij een interval van 60
seconden en een videolengte van 15 seconden een
rustperiode van 45 seconden volgt. Als de interval
korter is dan of gelijk is aan de videolengte, werkt de
ingestelde interval niet. In dit geval vindt de video-
opname met een rustperiode van 5 seconden tussen
iedere opname plaats.
Delay
OFF
Kies de tijdsduur die de camera wacht om met een
nieuwe opname (foto of video) te maken. Voor een
lengte van het interval kan een duur van 1 seconden
tot 2 uur gekozen worden Tijdens dit interval
worden geen opnames gemaakt. Kies de geschikte
tijdsafstanden om te voorkomen dat de SD-kaart te
snel vol raakt met niet-gewenste opnames.
Audio Recording
ON
Kies >ON< (Aan) als er een video-opname met geluid
of >OFF< (Uit) als en een video-opname zonder
geluid gemaakt moet worden.
TV Out
N
Kies >N< (NTSC) of >P< (PAL) voor de betreffende
TV-uitgang.
Stamp
ON
Kies >ON< (Aan) als de camera-aanduiding,
maanfase, temperatuur, datum en tijd op de foto
vermeld moeten worden. Kies >OFF< (Uit) als dit niet
moet verschijnen. Bevestig dit met toets OK.
Frequency
50Hz
Kies >50 Hz< of >60 Hz<. Keuze van de onjuiste
frequentie kan ertoe leiden dat het beeld knippert.
Language
English
Kies hier de menutaal uit.
Time/Date
01/01/2011 12:00
Stel de tijd in met de toetsen ▲ en ▼ Na het instellen
van de minuten kunt u onderin het tijdformaat
instellen. Het apparaat slaat tijdinstellingen tot 3 uur
op als de batterijen gewisseld worden.
Camera Sound
ON
Kies >OFF< (Uit) om de luidspreker van de camera
uit te zetten.
SD Cycle Recording
OFF
Kies >ON< (Aan) als er op een volledig beschreven
SD-kaart verdere opnames opgeslagen moeten
worden. De eerste opnames, die op de kaart staan,
worden in zo'n geval gewist.
Password
OFF
Maak een wachtwoord aan om de wildcamera te
beschermen tegen gebruik door onbevoegden.
Trigger Logs
OFF
Kies >ON< (Aan) als u alleen informatie wil hebben
over de ontspantijden van de camera. In deze functie
worden geen foto- of video-opnamen gemaakt. Een
tekstdocument met de in het geheugen opgeslagen
ontspantijden kan bekeken worden als de SD-kaart
met een computer verbonden is.
Reset
No
Kies >Yes< (Ja) om de camera terug te zetten in de
begininstelling.