Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
22/43
IST31-CRA2CT_rev.1 09-21
NEDERLANDS
De gebruiksaanwijzing van dit apparaat bestaat uit een algemene en een speci-
fieke instructie en beide moeten vóor gebruik zorgvuldig worden gelezen.
Let op!
Dit blad bevat slechts de specifieke instructie.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 893:2019.
Deze nota bevat de informatie die nodig is voor het correcte gebruik van het (de)
volgende product(en): stijgijzers voor alpinisme.
1) TOEPASSINGSGEBIED.
EN 893:2019. Uitrusting voor alpinisme - Stijgijzers. Dit product voldoet aan de
regelgeving (EU) 2016/425 en bestaat uit persoonlijke beschermingsuitrusting
(PPE) tegen het risico van uitglijden op het ijs, sneeuw of gemengd terrein, naar-
gelang het beoogd gebruik van het apparaat. Raadpleeg de overzichtstabel om
afhankelijk van het model het aangeraden toepassingsveld te controleren: toerski-
en (Fig. 12.1), gletsjeroversteek (Fig. 12.2), klassiek alpinisme (Fig. 12.3÷12.6),
technisch alpinisme (Fig. 12.7÷12.8), ijswanden (Fig. 12.9).
Let op!
De lichtme-
talen stijgijzers zijn uitsluitend bedoeld voor het voortbewegen over sneeuw: niet
gebruiken voor het voortbewegen over ijs of gemengd terrein.
2) AANGEMELDE INSTANTIE
S.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 9/tabel D): M1, M6.
3) BENAMING
(Afb. 2). Onderdelen van de stijgijzer: Voorste behuizing (A); ach-
terste behuizing (B); Afstelstang met gaatjes (C); Maatafstelsysteem (D); Voorste
antibott-platen (E); Achterste antibott-platen (F); Riem (G); Riemvergrendelingssys-
teem met ringen (H1); Vergrendelingssysteem met snelgesp (H2); Voorste gesp (I);
Achterste gesp (L); Hielbeugel (M); Beugel (N); Antislijtage gesp (O). Bindingsys-
teem: CLASSIC (Fig. 2.1) voor alle soorten schoenen; SEMIAUTOMATIC (Fig.
2.2) voor schoenen met inkeping voor koppeling aan voorzijde; AUTOMATIC
(Fig. 2.3) voor schoenen met inkeping voor koppeling aan voor- en achterzijde.
3.1 - Belangrijkste materialen.
Zie de legenda in de algemene instructies (para-
graaf 2.4): 2 (teenhaken, hielhendels en klinknagels); 7 (de riem, voorste gesp
en achterste gesp).
Let op!
De materialen van de behuizing (A-B) en de stang
(C) zijn aangeduid in de tabel (Fig. 1): 1) gelegeerd staal; 2) roestvrij staal; 3)
lichtmetalen legering.
4) MARKERING.
Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algemene instructies
(hoofdstuk 5).
4.1 - Algemee
n (Afb. 3). Indicaties: 4; 6; 7; 8; 11; 13; 30) Nummering van de
stang voor het afstellen van de maat.
4.2 - Traceerbaarheid
(Afb. 3). Indicaties: T3; T8; T9.
5) CONTROLES
.
Neem naast de volgende controles ook de algemene instructies (paragraaf 3)
in acht.
Controleer vóór elk gebruik dat: het afstelsysteem voor de maat correct vergrendelt
en dat de afstelstang vrij kan bewegen aan de binnenkant van de behuizingen;
het bindingsysteem correct functioneert; de afstelschroef van de hielbeugel draait
zonder haperingen; de bogen kunnen roteren in de openingen van de onderde-
len; de punten zeer scherp zijn (zie de paragraaf ‘onderhoud’ voor het eventueel
slijpen van de punten).
Let op!
Controleer tijdens het gebruik regelmatig de goede
afstelling en verbinding van de stijgijzers op de schoenen.
Let op!
Ook als de
stijgijzers zijn voorzien van antibott-platen is het noodzakelijk om voorzichtig te
zijn en om sneeuwophoping onder de stijgijzers in acht te nemen: gevaar voor
uitglijden of vallen.
6) AFSTELLEN EN INSTALLATIE.
De stijgijzers moeten perfect passen op de
schoenen waarop ze gebruikt gaan worden.
Let op!
Het is aangeraden om de
compatibiliteit en de correcte afstelling van de stijgijzers te controleren in een situ-
atie met voldoende kalmte en stabiliteit, alvorens deze te gaan gebruiken.
Let op!
De FLEX modellen zijn voorzien van een flexibele stang, ideaal voor gebruik met
schoenen met semi-harde zolen.
Let op!
Controleer dat de stangen die standaard
op het model Snow Flex zijn aangebracht altijd op correcte wijze zijn voorzien
van antislijtage gespen (Fig. 13). Er zijn twee fasen voor het afstellen van de stij-
gijzers: de eerste bestaat uit het schakelen langs de verschillende maatintervallen
36÷43 en 42÷47 (macro-afstelling), de tweede bestaat uit het afstellen van de
maat binnen één van de twee intervallen (afstellen van de maat).
Let op!
Een
aantal afbeeldingen is vereenvoudigd weergegeven.
6.1 - Macro-afstelling.
Er zijn twee macro-aanpassingssystemen:
• schroefsysteem (modellen Ice): duw de afstelstang naar voren, voer de inkor-
tingsschroef in het vierkante gat van de stang in en schroef de zelfborgmoer vast.
Trek de afstelstang naar achteren, totdat de inkortingsschroef wordt gekoppeld
met de voorste behuizing. Verwijder de inkortingsschroef om terug te keren naar
de maatinterval 42÷47.
• snelsysteem (modellen Hyper Spike, Lycan, Nuptse Evo): duw de afstelstang
naar voren, door deze iets over het middelste balkje te tillen. Plaats de inkepingen
van de stang op het balkje en trek de afstelstang naar achteren, totdat de uitein-
den ervan worden gekoppeld op het balkje van de voorste behuizing (Fig. 4.3).
Herhaal bovenstaande handelingen in omgekeerde volgorde, om terug te keren
naar de maatinterval 42÷47.
6.2 - Afstellen van de maat.
Er zijn twee systemen voor het afstellen van de maat:
• systeem met één hendel (mod. Ice, Nevis Flex, Snow Flex): til m.b.v. de vingers
de hendel op en stel de maat af op de stang. Laat de hendel los en controleer of
de vergrendelingspin goed in het gat van de stang is ingevoerd (Fig. 4.1).
• systeem met twee hendels (mod. Hyper Spike, Lycan, Nuptse Evo): til m.b.v. de
vingers de bedieningshendel op om de hoofdhendel op te heffen. Stel vervolgens
de maat van de stang af. Laat ten slotte de bedieningshendel los en controleer of
de vergrendelingspin goed in het gat van de stang is ingevoerd (Fig. 4.2).
Let op!
de stang dient niet meer dan 10 mm uit te steken t.o.v. de behuizing (Fig, 4.6).
Let op!
Controleer het uitsteken van de achterste behuizing t.o.v. de hak van de
schoen (Fig. 4.4-4.5).
6.3 - Verdere afstellingen.
Om een grotere maatinterval te bereiken (44÷50) is
het mogelijk om een langere afstelstang te kopen (mod. LONG BAR / LONG
FLEX BAR / LONG FLEX BAR-B), met uitzondering van de modellen Nevis Flex
en Snow Flex, die reeds worden verkocht met twee stangen (een korte voor de
maten 34÷41 en een lange voor de maten 40÷47). Voor alle stijgijzers met een
SEMIAUTOMATIC of AUTOMATIC bindingsysteem, dient de hoogte van de hiel-
beugel te worden afgesteld door aan de afstelschroef te draaien. Controleer op
het moment van het koppelen of de hielbeugel op zijn plaats blijft en voldoende
strak zit (Fig. 4.7.). Uitsluitend voor de modellen Hyper Spike, Lycan, Nuptse
Evo en Snow Flex met het AUTOMATIC bindingsysteem is het mogelijk om het
uitsteken van de voorste punten af te stellen en te perfectioneren, door de positie
van de beugels te wijzigen m.b.v. de gaten die zich op de voorste behuizing
bevinden (Fig. 7).
6.4 - Montage op de schoenen.
Voor alle modellen geldt dat de stijgijzers ge-
controleerd dienen te worden op links en rechts, verwissel rechts niet met links;
controleer de kromming van de afstelstang, de gespen voor het vergrendelen van
de riem dienen zich te allen tijde aan de buitenkant te bevinden (Fig, 6.1-6.2).
• Binding CLASSIC (Fig. 5.1): plaats de punt van de schoen aan de binnenkant
van de voorste gesp; plaats de hak van de schoen op de achterste behuizing;
voer de riem door de achterste gesp, vervolgens door de voorste gesp en daarna
in het vergrendelingssysteem van de riem en trek de riem strak aan. Vergeet niet
om de riem altijd opnieuw door de tweede ring te laten passeren (Fig. 6.3).
• Binding SEMIAUTOMATIC (Fig. 5.2): plaats de punt van de schoen aan de
binnenkant van de voorste gesp; plaats de hak van de schoen op de achterste
behuizing; plaats de hielbeugel op de achterste inkeping van de schoen, draai
de hielbeugel vervolgens totdat deze zich in de vergrendelingspositie klikt; voer
de riem door de voorste gesp, vervolgens door de achterste gesp en daarna in
het vergrendelingssysteem van de riem en trek de riem strak aan. Vergeet niet om
de riem altijd opnieuw door de tweede ring te laten passeren (Fig. 6.3).
• Binding AUTOMATIC / A (mod. Hyper Spike / Lycan / Nuptse Evo - Fig. 5.3):
plaats de inkeping van de punt van de schoen aan de binnenkant van de voorste
beugel; plaats de hak van de schoen op de achterste behuizing; plaats de hiel-
beugel op de achterste inkeping van de schoen, draai de hielbeugel vervolgens
totdat deze zich in de vergrendelingspositie klikt; bevestig de riem rondom het
bovenste gedeelte van de schoen en daarna in het vergrendelingssysteem van de
riem en trek de riem strak aan. Vergeet niet om de riem altijd opnieuw door de
tweede ring te laten passeren (Fig. 6.3).
• Binding AUTOMATIC / B (mod. Ice - Fig. 5.4): volg de procedure die is
aangegeven voor de versie AUTOMATIC / A, echter laat de riem langs het oog
van het lipje dat is verbonden met de voorste beugel passeren, zoals aangeduid.
• Binding AUTOMATIC / C (mod. Snow Flex - Fig. 5.5): plaats de inkeping
van de punt van de schoen aan de binnenkant van de voorste boog; plaats de
inkeping van de schoen op het achterste deel; plaats de hiel op de achterste
inkeping van de schoen en draai vervolgens de hiel totdat deze vastklikt in de
vergrendelingsstand; sluit de snelgesp en trek aan het riempje totdat deze strak
gespannen is.
6.5 - Werkingstest.
Na het vastbinden van het stijgijzer, dient de correcte afstel-
ling te worden gecontroleerd door een aantal keer in ijs of sneeuw te schoppen:
als de schoen nog kan bewegen, dient het stijgijzer te worden verwijderd en
opnieuw te worden afgesteld.
Let op!
Tijdens het gebruik dient er regelmatig te
worden gecontroleerd of het stijgijzer nog goed vastzit, omdat de binding na
voortdurend gebruik los kan gaan zitten.
6.6 - Hyper Spike.
Het model Hyper Spike is voorzien van een modulaire achter-
ste behuizing, compatibel met de hoofdpunt Hook en de accessoirepunten Blade.
De punt Blade, lateraal gemonteerd op de punt Hook, biedt meer stabiliteit op
het ijs en op gemengd terrein. De mogelijke configuraties zijn weergegeven in
fig. 9.5.
Let op!
De accessoirepunten Blade dienen altijd te worden gebruikt in
combinatie met de hoofdpunt Hook.
7) ONDERHOUD.
1) Controleer voor en tijdens het gebruik altijd de goede staat
van de uitrusting. 2) Vervang de uitrusting altijd als deze zwaar is belast of als
er onzekerheid bestaat over de goede staat ervan. 3) Het is aangeraden om de
uitrusting ten minste eenmaal per jaar te laten controleren door een bevoegd per-
soon (bijv. de fabrikant). 4) Als de punten zijn versleten, dienen deze te worden
geslepen m.b.v. een vijl: gebruik geen mechanisch aangedreven slijpmiddelen,
omdat de hitte die hierbij vrijkomt de eigenschappen van het materiaal (staal
of lichte legering) en de houvast van de punten kan aantasten (Fig. 8). Voor de